Archief 2016

1
Bier in Mechelen
2
Allemaal sneeuw
3
Een samenvatting van het Luxemburgs
4
Teruggevonden taallegende: taalgids Rotterdams
5
Bier in Brussel
6
Bierproeverij “Gist – Chaos in bier”
7
De taal van Wilamowice
8
Dusseldorp in de februarizon
9
Taalkundeboeken: Slavische talen
10
Taalkundeboeken: Italisch en Romaans

Bier in Mechelen

Het lot heeft ’t zo gewild dat ik dikwijls terugkeer in Mechelen. Daardoor zie ik Mechelen vaak: niet als een foto van één bezoek wat jaren geleden, maar als ’n film waarin de scènes elkaar schokkerig, maar tenminste lineair opvolgen. Zo zie ik Mechelen veranderen, ik kan er ontwikkelingen zien – en zulke ontwikkelingen zijn er ook in de beleving van bier in Mechelen.

Biercafés in stoelendans

Mechelen bierIn de Mechelse horeca is de laatste jaren veel ineens veranderd. Beroemde zaken als Den Akker en Den stillen genieter moesten hun deuren sluiten – met de laatste ging een legendarisch biercafé verloren. Ook het intieme praatcafé Borrel-Babbel stond even te koop, maar heeft na de overname gelukkig z’n karakter niet verloren. Of café d’Afspraak, ooit ’n plek voor toffe bieren en simpele vullende gerechten, nog wel echt open is durf ik niet meer te zeggen, zo vaak stond ik er voor een dichte deur.

De crisis trekt z’n littekens, zogezegd. Maar het echte schuiven is gelukkig de vernieuwing: er zijn nieuwe zaken bijgekomen op plekken waar je ze niet verwachten zou. Zo lijkt het een stoelendans van biercultuur: de vertrouwde plekken zijn verdwenen of door anderen bezet, maar andere lege stoelen zijn tegelijk weer opgevuld en dat levert de stad veel op. Niet dat Mechelen zich al meten kan met Brussel, maar er zit zeker schot in de Mechelse biercultuur. Verderlezen…

Allemaal sneeuw

Wat moet een mens nou helemaal met sneeuw? ’t Ziet er mooi uit natuurlijk, maar als je er doorheen loopt krijg je er natte voeten van en het lóópt ook niet goed door. Het schiet niet op. Een „speurdersroman” die Allegearre snie heet kan wat dat aangaat wel een zware dobber zijn: allemaal mooie dingen om naar te kijken, maar geen kans om er doorheen te komen, niet vooruit en niet de diepte in. Dat was ongeveer mijn verwachting toen ik aan dit boek van Meindert Bylsma begon.

Verderlezen (in het Fries)…

Een samenvatting van het Luxemburgs

LuxemburgsHet Luxemburgs is om heel wat verschillende redenen een bijzondere taal. Het is een heel kleine taal, maar toch ook weer geen minderheidstaal; het is eigenlijk juist meerderheidstaal, maar ook weer niet echt landstaal. Het is ook geen taal waarin kranten geschreven worden, maar er is wel een Luxemburgse Wikipedia. Ook eigenaardig: in het Nederlands is er eigenlijk nauwelijks iets over het Luxemburgs geschreven. Verderlezen…

Teruggevonden taallegende: taalgids Rotterdams

In mijn Leuvense jaren waren de colleges van Joop van der Horst, die Nederlandse taalkunde doceerde, altijd een evenement om naar uit te kijken. Joop – hij werd in de wandel altijd bij zijn, voor Vlamingen exotische, voornaam genoemd – maakte er een echte show van, in zijn colleges zat een opbouw, een verhaal met een begin en een eind, en altijd was er humor. Dat leverde ook een ironische spanning op: was alles wat ‘ie zei nou waar? Of ging de show ook in onze aantekeningen verder?

Taalgids Rotterdams

rotterdams

Rotterdam Leuvehaven

Een verhaal wat ik me altijd ben blijven herinneren is dat van de “taalgids Rotterdams”. Zo is het in mijn hoofd gaan heten, ik sluit niet uit dat ook ik er weer ’n show van heb gemaakt, want ironie lokt ironie uit. Maar het verhaal is gauw herverteld: in de oorlog wilden de Amerikaanse soldaten zich verstaanbaar kunnen maken bij de lokale bevolking van het moeizaam op de Duitsers heroverde Nederlandse taalgebied, en dus lieten ze een gidsje maken. De methode was simpel: een Nederlandse informant vertelde hen hoe zijn taal in elkaar zat en dat werd genoteerd. Verderlezen…

Bier in Brussel

Deze week was ik in Brussel. Dat was heel aangenaam, ik zou iedereen dan ook aanraden mijn voorbeeld te volgen en spoedig ook ‘ns naar Brussel te gaan. Brussel kan bezoekers immers best gebruiken. Het bier in Brussel is een reisdoel op zich, maar Brussel is natuurlijk ook leuk om de mooie vergezichten, de oude straatjes, de goede restaurants, de groene parken en de tweetaligheid waardoor alles ’n beetje meer lijkt te vloeien. Ga er maar heen, dus, u overleeft het wel.

Bier drinken in Brussel

Wie in Brussel is hoort er bier te drinken, daar zijn de gidsjes het wel over eens. België heeft in de toeristische handboeken immers het cliché “bierland” meegekregen en de hoofdstad moet dan wel aan dat cliché voldoen, nietwaar? Het aardige nu is dat Brussel de clichés logenstraft. Ja, er is bier, maar de clichébieren uit de gidsjes (Leffe Blond, Westmalle Tripel, BelleVue Kriek) zijn er nu juist niet de meest typische. Brussel is de stad van de wilde gisten, van zure kriekbieren in plaats van aangezoete rommel, het is de stad van lambiek en geuze en sinds kort is het ook de stad van de IPA. Daarmee ontglipt Brussel de clichés over Belgisch bier als bier dat zoet, alcoholisch en goed beschouwd vooral een mode uit de jaren tachtig is. Verderlezen…

Bierproeverij “Gist – Chaos in bier”

Niet iedereen was erbij, maar voor wie er wel bij was is dit blog: mijn proeverij Gist – Chaos in bier op de avond van 5 april, gehouden bij eetcafé De Binnenkomer in Alkmaar. Bij deze proeverij ontdekten we de smaak van gist aan de hand van enkele klassieke en minder klassieke bieren. Bij het bier kwamen hapjes.

Bieren en bierhapjes

bierproeverijDit blog is er voor proeverijbezoekers die precies willen weten wat ze nou gedronken en geproefd hebben. Alle bieren zijn geleverd door Bier&Co, alle hapjes zijn bedacht en bereid door de mensen van De Binnenkomer. Verderlezen…

De taal van Wilamowice

Het voorbije weekend stond in NRC een artikeltje over het Wymysoojs, ook bekend als Wymysiöryś, de taal van het kleine Poolse stadje Wilamowice. Een Duitse taal is het, maar ze is ook wel Vlaams en Nederlands genoemd. Het artikel verhaalt vooral over de herrijzenis van die taal, een sympathiek project dat dood doet leven en taal doet spreken, en dat allemaal dankzij één jongen.

Het artikel werd me toegestuurd door een vriend. Het staat ook op de website van NRC en sinds 1 april staat het ook achter de betaalmuur van de Belgische krant De Standaard. Het blijft toch tobben met die kranten en hun betaalmuren, die blijkbaar ook al gelden voor de artikelen die ze van elkaar overnemen.

Gratis is en blijft mijn blog en hier kan ik u een artikel laten lezen dat ik zelf schreef over deze taal, jaren geleden alweer, in het tijdschrift B-Magazine, dat werd uitgegeven door studentenvereniging Babylon. Mijn publiek was wel enigszins met taalkundige termen vertrouwd, dus ik heb me laten verleiden tot een bondige beschrijving van het Wymysiöryś, of Wymysoojs. Het stukje is er nu als pdf:

Wordt er in Polen Vlaams gesproken? – het wonderlijke Wymysiöryś

Ook dat mag ’n herrijzenis heten, dat u dit artikel nu op mijn blog kunt lezen. Toen gold het Wymysiöryś zelf nog als een taal die op sterven na dood was. Het lijkt nu weer alle kanten op te kunnen, ook de goede.

Dusseldorp in de februarizon

Het laatste weekend van februari bracht ik door in de Duitse stad Düsseldorf, voor de liefhebbers van verouderde exoniemen natuurlijk beter bekend als Dusseldorp. Een vrij doorzichtige naam, het riviertje de Düssel stroomt nog steeds door de stad en die stad is natuurlijk ooit een dorp geweest, te strategisch gelegen om een dorp te blijven en daarom uitgegroeid tot een handelsstad en een politiek centrum.

Het moderne Dusseldorp heeft zo’n 600.000 inwoners, maar dient voor een veel groter gebied als centrumstad, wat je het duidelijkst ziet aan het grote en mondaine winkelgebied. Tegelijk is het een eigenzinnige stad met z’n eigen dialect, z’n eigen carnavalstraditie en vooral ook z’n eigen biercultuur. Al bij al was er voor mij dus genoeg te beleven.

1.

Ons hotel lag in een gewone buitenwijk, dankzij de nieuwe tramtunnel efficiënt met het centrum verbonden. De bebouwing was overwegend saaie wederopbouw, maar de Suïtbertuskerk was mooi gerestaureerd.

2.

3.

Het hart van de moderne stad is de Kö (Königsallee), een statige gracht waarlangs zich sjieke warenhuizen bevinden. Hier beginnen en eindigen ook de andere grote winkelstraten. Tijdens ons verblijf stond er een reuzenrad aan de Kö, om te vieren dat de nieuwe tramtunnel af was en het OV-netwerk nu een stuk completer was (Alles dreht sich ums neue Netz). Verderlezen…

Taalkundeboeken: Slavische talen

Met de inventarisatie van de vierde plank van mijn collectie boeken over taalkunde komen we te spreken over een echte liefde: de Slavische talen. Hoe dat zo gekomen is weet ik zelf niet eens, maar voor Slavische talen heb ik altijd een hart gehad, in het bijzonder voor het Tsjechisch.

Slavisch is leuk

Misschien heeft de eerste taal van plankje drie er wel een rol in: het Latijn. Die taal leerde ik op school, met plezier, maar twee dingen stonden me wat tegen aan het Latijn: hoe leuk ik de naamvallen ook vond, die werkwoorden vond ik eigenlijk te moeilijk en te veel gedoe – en verder bleef ’t toch een dode taal, natuurlijk. Hoe heerlijk was dan de ontdekking dat een hele wereld zich uitstrekte in het oosten van Europa, waar talen lééfden die naamvallen hadden als het Latijn, zonder dat je daar gratis een woud aan onnavolgbare werkwoordstijden bij kreeg?

Slavisch dus. Het leukste van Latijn (compacte naamvallen), het leukste van Grieks (een eigen alfabet), het leukste van mijn eigen taal (fijn twee werkwoordstijden en dan nog de notie van voltooiing) en daarbij dan nog, dat ontdekte ik later, leuke landen waar je die talen spreken kon… Geen wonder dat het Slavisch in mijn kast een plank verdient.

boeken-slavische-talen

Boekenlijst Slavische talen

Op deze plank staan 20 boeken. Eén ervan is op de foto niet te zien, dat staat achter de andere. Verderlezen…

Taalkundeboeken: Italisch en Romaans

Op de derde plank van mijn kast vol boeken over taalkunde staan de romaanse talen en hun moeder, het Latijn. Dat Latijn is strikt genomen een “Italische taal”, een zustertaal van het Oskisch en het Umbrisch. Ik kan me zo voorstellen dat ik, als ik ooit boeken zal bezitten over deze of andere dode Italische talen, die ook op dit plankje zal zetten. Dat is dus het thema van plank drie: Italisch en Romaans.

Romaanse talen: liefde en weemoed

Die romaanse talen zijn duidelijk populair in Nederland, het is niet moeilijk er Nederlandstalige publicaties over te vinden. Frans leren we op school, Spaans in bepaalde gevallen ook, en in mijn geval kwam het Latijn daar nog bij. Dat Latijn ben ik altijd blijven liefhebben, maar voor Frans en Spaans heb ik minder passie. Nee, dan Portugees. Daar valt tenminste nog wat te lachen… Roemeens boeit me ook, vooral om het taalcontact daar op de Balkan.

boeken-romaanse-talen

Maar de romaanse taal die me eigenlijk het meest fascineert, de taal die ik graag hoor zingen bij restaurant La Famiglia, ontbreekt: dat is het Sardijns. Daar is geen Prismagrammatica van en die gaat er ook niet komen. Dat stemt weemoedig. Deze taal had ooit prima papieren om de landstaal van Sardinië te worden, maar inmiddels holt het het Latijn achterna, de dode taal waar het Sardijns meer op lijkt dan eender welke moderne romaanse taal.

Boekenlijst Italisch en Romaans

Op deze plank staan 25 boeken. Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.