De bekoring van Brno

Brno

Onze herberg (rechts van de kerk, in hetzelfde complex)

De tweede stad die we tijdens onze reis onlangs aandeden was Brno. Op papier al een heel andere stad dan Wenen, onze eerste bestemming: Brno heet de tweede stad van Tsjechië, maar toen dat land nog niet bestond was het alleen maar een provincieplaats in het Donaurijk dat vanuit Wenen werd bestuurd, en als de communisten hun ambities met Ostrava hadden waargemaakt was het nu niet eens de tweede, maar de derde stad van Tsjechië. Toen dat nog Tsjechoslowakije was, was Brno maar een tussenstop op de lijn van Praag naar Bratislava. Op papier anders, ook in werkelijk anders, bleek Brno eerder onderschat dan ondergeschikt. Wij vonden Brno heel bekoorlijk.

Brno uitspreken

Nederlanders kennen Brno waarschijnlijk vooral als voorbeeld van een naam die niet uit te spreken valt. De Tsjechische naam van de stad – het Duitse Brünn leidt vast tot minder problemen – laat iedereen, meestal ongewild, kennismaken met een eigenaardigheid van de Tsjechische klankleer: medeklinkers kunnen klinkers zijn, in dit geval geldt dat voor de -r-. Die -r- is niet alleen een klinker, hij heeft ook de klemtoon: BR-no moet je zeggen, lekker rollend. Mensen die “bur-NO” zeggen (en dat zeggen de meeste Nederlanders) zitten dus twee keer fout. Wie die klinker-r niet voor mekaar krijgt mag van mij nog wel “BRUH-no” zeggen, of “BUR-no” desnoods (liever het eerste), uiteindelijk is dat Tsjechisch vooral mijn liefhebberij en niet iets wat ik heel het vaderland maar op moet leggen.

Panoramisch Brno

De naam mag wat ontmoedigend zijn, voor de rest is Brno een snelle verleider. Wie het prettig chaotische station uit wandelt ziet direct de kathedraal op een heuvel staan, boven de rest van de bebouwing en die bebouwing is ook lang niet lelijk. Wij verbleven iets verder van het station af, in het oude klooster van Mendel (de beroemde bioloog), waar een gang met gewelven was vrijgemaakt voor een pension. Ook hier was veel te zien: het klooster zelf, de steile hellingen, het grote kasteel dat tussen het klooster en de oude stad op de hoogste heuvel gelegen was…

Dit Brno nodigde wel uit tot een wandeling en natuurlijk ook tot fotografie, want als je op zo’n heuvel staat en één stap zet lijkt alles al weer anders. De lijnen gaan tot aan de horizon, de flatwijken en de gotische kerken lopen over in elkaar, het licht trekt schaduwen die je beneden niet ziet. Waar we van Wenen vaststelden dat het te weinig panoramisch was, daar had Brno meer panorama’s dan ik ooit kon fotograferen.

Een gemoedelijke bestemming

Die panoramische kwaliteit werd ook door de plaatselijke bevolking als de charme van Brno genoemd. Op straatniveau was genoeg te klagen, vonden ze (al lagen de stoepen er in de regel netjes bij en leken zelfs de nieuwe gebouwen op het eerste oog goed ingepast), maar van omhoog was Brno prachtig. Het grootste verschil met Wenen was toch wel de bevolking zelf: de Oostenrijkers mogen dan afstandelijk zijn, hun Tsjechische buren bleken in Brno nog toeschietelijker dan in Praag. Ik had gelegenheid genoeg om m’n Tsjechisch bij te schaven en zij op hun beurt hadden een publiek voor mopjes over Praag (tweede steden hebben altijd wat over hoofdsteden te klagen) en hun enthousiasme voor lekker eten, lekkere brandewijn (zelf gestookt) en vooral lekker bier.

bier-in-brno

Hoppig bier in halve liters, de bekoring van de doordrinkbaarheid

Dat bier was vaker dan ik vooraf had durven hopen zelf gebrouwen. In het gemoedelijke buurtcafé U Alberta bleken meerdere thuisbrouwers samen te komen en toen die hoorden dat we helemaal uit Nederland gekomen waren, moest er natuurlijk eigen bier uitgeschonken worden. Zo proefden we heerlijke hoppen en heerlijke experimenten, want de Tsjechische liefde voor bier is één van de oprechtste in heel ons bierig werelddeel. Met het bier kwam meer gezelligheid, we genoten van Brno als gemoedelijke bestemming, en kwelden ons met de gedachte dat we hier maar twee nachtjes bleven.

De gemoedelijkheid was ook muzikaal in Brno. In veel cafés werd gezongen. In het restaurantje waar we voor drie euro een machtige Tsjechische schotel aten oefende een bandje, ze zongen vrolijke liederen in het Tsjechisch, en bij ieder lied leek wel een ander bier te horen. Ook in U Alberta kwamen soms jongens met gitaren binnen. Als er geen live-muziek was, dan was er wel eigenzinnige radio. Ook dat was een verschil met Wenen: daar hadden we haast overal ellendige top40-meuk gehoord, behalve dan in Einfahrt. Brno voelde niet alleen gemoedelijker, zo klónk het ook. Het leek waarachtig wel of deze stad rekening met ons hield, en in steden die zo voelen zou ik willen blijven terugkeren.

Brno tot besluit

Dat was dan ook ons besluit: zeker zouden we terugkeren in Brno. Niet eens uit belangstelling, zoals in Wenen, maar uit vriendschap en uit dat malle soort fernweh dat je vooral de week na je vakantie hebt. Brno is voor mij precies goed genoeg. Het is niet groter dan Praag en eigenlijk ook niet mooier, maar juist omdat het compact is hoef je er niet te zoeken naar intieme gezelligheid en weidse panorama’s. Brno ligt voor het oprapen en ik zou Brno niet graag meer laten vallen.

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.