Hélène Devos en het kleine Nederlands

’n Oude Vlaamse uitdrukking, die mij door allerlei toevalligheden al dikwijls ter ore gekomen is, luidt: bijt niet de hand die u voedt. Ze wil zeggen: ga niet in tegen diegene, die je kost betaalt. ’n Waarheid natuurlijk; ik stoot als tekstschrijver mijn opdrachtgevers liever ook niet voor ’t hoofd. Maar om ’n andere reden dacht ik dit weekeinde nog ‘ns aan die uitdrukking.

Vlaanderen.svgDie reden was Hélène Devos. Hélène Devos is een actrice, één met krullen en grote ogen, volgens Het Parool toch heus van ’n uitzonderlijk type. Ze komt uit België, ik vrees dat zij vindt dat ze uit Vlaanderen komt. In Het Parool las ik over Hélène Devos. Ze liet zich er interviewen en bleek openhartig. Maar vooral zei zij – dat maakte mij schrijvende – dit:

Ik wil geen Nederlands kindje met een Hollands accent.

De vraag was, uiteraard, of ze in Nederland blijven zou, als Vlaams actrice. Of ze hier ’n koter opvoeden zou. Niet dat dat – Hollandse – woord gebuikt werd, maar kennelijk was het in de lucht, Hélène hapte naar adem en ze zei het bovenstaande.

Die opmerking is, eerlijk gezegd, al te arrogant, en ze is meer. Er spreekt een groot misprijzen voor het Hollandse Nederlands uit. De taal van het land dat u voedt, zou de Vlaming zeggen – of niet, want menig Vlaming kijkt, ik weet dat, even hooghartig op het Hollands neer.

Interessant is het wel. Deze hooghartigheid past in ’n heel grote ontwikkeling, waarover het op dit blog al vaker is gegaan: uit mekaar (elkaar) bewegen wij, Hollands en Vlaams, twee talen zullen we worden, omdat we elkáár niet meer accepteren. Hélène Devos maakt er zich kwaad over, in hetzelfde interview: haar nadrukken (klemtonen) worden bekritiseerd, omdat die afwijken van de standaardtaal. Pardon, in haar woorden: omdat die anders zijn. Vlaams. Impliciet bepleit zij de Vlaamse standaardtaal, en ze is niet die enige.

Ik vind dat allemaal best, natuurlijk. Laat de taal maar in twee talen uiteen vallen, wat zou ’t. Maar die kindertjes, waar Devos over spreekt, die gaan me toch aan het hart. Ik word binnenkort vader (“papa”) van ’n kind dat half Vlaams, half Nederlands is. Ik hoopte hem de standaardtaal te leren, met wat noordelijke en zuidelijke vrolijkheden. Maar die standaardtaal bestaat dus helemaal niet meer. Of tenminste, niet volgens Hélène Devos. En ze staat niet alleen. De toekomst voor mijn kleine is, wat taal betreft, diffuus.

Dat is ’n bittere ironie.

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.