Taalkundeboeken: Italisch en Romaans

Op de derde plank van mijn kast vol boeken over taalkunde staan de romaanse talen en hun moeder, het Latijn. Dat Latijn is strikt genomen een “Italische taal”, een zustertaal van het Oskisch en het Umbrisch. Ik kan me zo voorstellen dat ik, als ik ooit boeken zal bezitten over deze of andere dode Italische talen, die ook op dit plankje zal zetten. Dat is dus het thema van plank drie: Italisch en Romaans.

Romaanse talen: liefde en weemoed

Die romaanse talen zijn duidelijk populair in Nederland, het is niet moeilijk er Nederlandstalige publicaties over te vinden. Frans leren we op school, Spaans in bepaalde gevallen ook, en in mijn geval kwam het Latijn daar nog bij. Dat Latijn ben ik altijd blijven liefhebben, maar voor Frans en Spaans heb ik minder passie. Nee, dan Portugees. Daar valt tenminste nog wat te lachen… Roemeens boeit me ook, vooral om het taalcontact daar op de Balkan.

boeken-romaanse-talen

Maar de romaanse taal die me eigenlijk het meest fascineert, de taal die ik graag hoor zingen bij restaurant La Famiglia, ontbreekt: dat is het Sardijns. Daar is geen Prismagrammatica van en die gaat er ook niet komen. Dat stemt weemoedig. Deze taal had ooit prima papieren om de landstaal van Sardinië te worden, maar inmiddels holt het het Latijn achterna, de dode taal waar het Sardijns meer op lijkt dan eender welke moderne romaanse taal.

Boekenlijst Italisch en Romaans

Op deze plank staan 25 boeken.

  • Muskens, Latijnse grammatica, Schenk, Maastricht 1975. Nederlandstalig. Handige schoolgrammatica zonder pretenties.
  • Van Loenen, Hulpboekje behorende bij Tirocinium Latinum, Paul Brand, 1999. Nederlandstalig. Overzicht van de grammatica en woordenlijstjes.
  • Hus, Prisma Grammatica Latijn, Het Spectrum, Utrecht 1992. Nederlandstalig. Uitgebreide en leesbare grammatica van het Latijn.
  • Muller & Renkema, Beknopt Latijns-Nederlands woordenboek, Wolters, Groningen 1961. Nederlandstalig. Goed schoolwoordenboek, door mij ooit opnieuw gekaft met op de achterflap de tekst nihil novi sub sole. Met die observatie ben ik het nog steeds eens.
  • Gross, Romanisch Facts & Figures, Lia Rumantscha, Chur 2004. Duitstalig. Beschrijving van het Reto-Romaans en zijn positie, met voorbeelden en tekstjes.
  • D’Achille, L’italiano contemporaneo, Mulino, Bologna 2003. Italiaanstalig. Studieboek over het moderne Italiaans.
  • Brinker, Prisma Grammatica Italiaans, Het Spectrum, Utrecht 1987. Nederlandstalig. Uitgebreide grammatica van het Italiaans, ingedeeld in hoofdstukken waarvan ik de volgorde niet altijd even praktisch vond, maar dat mocht de pret niet drukken.
  • Brinker, Prisma Spreekwijzer Italiaans, Het Spectrum, Utrecht 1992. Nederlandstalig. Praktisch boek vol Italiaanse zinnen.
  • Stilting & Drehmans (red.), Prisma Woordenboek Italiaans Nederlands, Het Spectrum, Utrecht 1997. Prima woordenboek met grammaticaal compendium.
  • Coene, Roemeens voor Beginners, Academia Press, Gent 1995. Nederlandstalig. Foeilelijk uitgegeven, maar goedbedoeld cursusboek.
  • Popinceanu, Rumänische Elementargrammatik, Niemeyer, Tübingen 1962. Duitstalig. Heldere en overzichtelijke oefengrammatica van het Roemeens.
  • Sequiera, Gramática histórica da língua portuguesa, Francisco Branco, Lissabon 1946. Portugeestalig. Heerlijke historische grammatica met voorin een echte handtekening van de auteur. Gekocht in Lissabon.
  • Ey, Kleine portugiesische Sprachlehre, Groos, Heidelberg 1928. Duitstalig. Prachtboek in Frakturschrift, met oefeningen om Portugees te leren.
  • Kessler, Grammatica kort en bondig Portugees, Intertaal, Amsterdam/Antwerpen 2008. Nederlandstalig (vertaald uit het Duits). Bruikbaar overzicht van de Portugese grammatica.
  • Van Twisk & Paulik, Modern Portugees, Veen, Amsterdam. Nederlandstalig. Grammatica van het Portugees met veel welkome uitleg.
  • Muniz, Portugees voor zelfstudie, Het Spectrum, Houten 2004. Nederlandstalig. Ogenschijnlijk laagdrempelige cursus die dapper probeert zowel Braziliaans- en Europees-Portugees te onderwijzen, de cursist kan kiezen.
  • Um grupo de profesores, Curso de Português, ASA, Lissabon. Portugeestalig. Onoverzichtelijk werkje vol Portugese taalkwesties.
  • Blanco (red.), Pequeno Dicionario Xerais da Lingua, Xerais, 2008. Galicischtalig. Woordenboek van de Galicische taal, met afbeeldingen.
  • Vosters, Prisma Woordenboek Spaans-Nederlands, Het Spectrum, Utrecht 2002. Nederlandstalig.
  • Vosters, Prisma Woordenboek Nederlands-Spaans, Het Spectrum, Utrecht 2002. Nederlandstalig. Woordenboek met grammaticaal compendium.
  • Slager, Prisma Grammatica Spaans, Het Spectrum, Utrecht 1995. Nederlandstalig. Goede grammatica van het Spaans waar ik eigenlijk nooit in lees.
  • Gudde, Zo leer je Frans, Het Spectrum, Utrecht 1987. Nederlandstalig. Zeer welkome aanvulling op mijn eigen mengelmoes van Schoolfrans en Belgischbiercaféfrans, met goede weergave van de uitspraak.
  • Wolters, Wolters’ Ster Woordenboek Frans-Nederlands, Wolters, Groningen 1996. Nederlandstalig. Schoolwoordenboek waarin het handig opzoeken was.
  • Wolters, Wolters’ Ster Woordenboek Nederlands-Frans, Wolters, Groningen 1996. Nederlandstalig. Deze had plaatjes!
  • Bescherelle, De kunst van het vervoegen, Didier Hatier, Brussel 1996. Nederlandstalig. Handig opzoekboek voor de Franse werkwoorden, aangeprezen door onze Brusselse lerares Frans die alweer van school weg was toen we het boekje goed en wel konden gebruiken.

Al deze boeken bevinden zich in Alkmaar. Ze worden niet uitgeleend, maar kunnen wel worden ingezien.

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.