Tag Engels

1
Bier om mee te beginnen
2
De verengelsing van ’t bierdorp
3
De verengelsing van het hoger onderwijs
4
Taalcompetitie: Engels is beter
5
Rollend taalcontact: de letter R
6
Een Wave van verengelsing
7
Taalcontact: van ij en ui in Tsjechië
8
Sinds taalcontact
9
Vijf plus 98

Bier om mee te beginnen

Het leven van Roel begon met een biertje. Zelf dronk hij daar niet van, uiteraard niet, maar om zijn geboorte te vieren is er een bier gebrouwen dat ik, zijn vader, me zeker laat smaken. Roel is de broer van Siem en Siem is mijn eerste zoon, over wie ik hier al eerder schreef. Ook Siems komst werd met een geboortebier opgeluisterd. In beide gevallen werd dit bier gebrouwen door Brouwerij Zeglis uit Alkmaar, in een kleine oplage uiteraard – de installatie voor testrecepten bewijst zo zijn nut.

geboortebierSiem werd geboren op 31 mei 2017. Zijn bier: een milkstout, licht van alcohol, pikzwart van kleur. In de smaak chocolade, de geur van tropisch hardhout, de tinteling van verse koffie. Het was een bier dat ik zeker lekker vond, maar vooral op de voorkeuren van Siems moeder ontworpen was. Die houdt echt veel van milkstout. We hebben het laatste flesje samen opgedronken toen Siem een half jaar oud was. Daarna is dit bier nooit meer opnieuw gebrouwen.

Vaders favoriet

Voor het tweede geboortebier heeft de brouwer van Zeglis zich niet door de smaak van Roels moeder, maar door die van Roels vader laten leiden. Wie dit blog ’n beetje volgt kent mijn voorkeuren wel: ik houd van licht, doordrinkbaar bier met een wat grassige hoptoets. Een traditioneel Engels bitter of een Duits Keller – dat zijn mijn favoriete stijlen, en daar waar die stijlen overlappen, daar moet je mijn smaak zoeken. Die uitdaging was Zeglis duidelijk toevertrouwd. Roels bier is een Britse pale ale (dus: een blonde bovengister), die tegelijk herinnert aan aromatische Kellerbiere als Weiherer Zwickerla, een persoonlijke favoriet.
Brits zijn de ingrediënten: hop uit Kent, een echt Engels gist… Het mineraalrijke Alkmaarse water heeft ook wel iets Engels en pakt die ingrediënten dus goed op. Maar echt Nederlands is de basis: vloermout van eigen bodem. De broodachtige aroma’s van deze vloermout doen niet alleen aan Duitse bieren denken, maar ook aan Litouwse, een andere liefhebberij van mij, waar ik ook al dikwijls over geschreven heb.
Een naam heeft het bier eigenlijk niet, omdat dat niet hoeft. “Roels Geboortebier” is mooi genoeg. Maar als knipoog naar de huidige politieke consternatie, zou ik “Roel Britannia” nog wel aardig vinden. Maar dat is dan meer voor de markt. Nu dient dit bier enkel als verfrissing voor onszelf en onze kraamvisite. Wat zou ’t op de markt komen? Verderlezen…

De verengelsing van ’t bierdorp

bier Luxemburg

Nieuw bier in Lëtzebuerg. In het Engels.

Bierdorp Nederland is al haast ’n stad geworden, zoveel brouwerijen zijn er, zoveel biercafés. Bijzonder bier is bijna niet bijzonder meer, zo weinig moeite moet je doen om het te vinden. Zeker in de grote steden is het er nu overal. Het is wat dat betreft net als het Engels, dat is ook overal, en net als Engels is bier desondanks wel iets gebleven waar bepaalde mensen mee willen koketteren. Er lijkt zelfs een vermoed verband, want wat meer en meer op begint te vallen, is de verengelsing van het bierdorp.

De ontloken Nederlandse biercultuur

In de voorbije jaren heb ik er op dit blog graag een punt van gemaakt dat ook Nederland een biercultuur heeft. De buurlanden hebben zich altijd in grote belangstelling mogen verheugen, maar bierland Nederland werd onderschat, niet in de laatste plaats door de Nederlanders zelf. Die vonden Belgisch bier beter (en dat vinden de Belgen nog steeds). Een jaar of wat geleden greep ik ieder nieuw recept en elk nieuw festival nog aan om de Nederlandse biercultuur te zien ontluiken. Oude stijlen werd hier nieuw leven in geblazen en uit vreemde invloeden werden verse bieren geboren – van kuit tot grodziskie. De oriëntatie was breed, de resultaten echt Nederlands bier. Wat een smaken, wat een eigenheid – en wat was het gezellig, wat waren we nog onaangedaan door commercie.

Meedoen met de wereld

Bij bierreizen door Europa begon me onderwijl op te vallen dat de oriëntatie, met het toenemend succes van bijzonder bier, weer versmalde. Verderlezen…

De verengelsing van het hoger onderwijs

verengelsingZo af en toe is taal zo nieuwswaardig dat er in het openbaar over wordt gediscussieerd. Dan ben ik er met m’n taalblog in de regel als de kippen bij om ook mijn zegje te doen, want discussies over taal geven m’n schrijverij bestaansrecht. De laatste weken, of maanden al afhankelijk van wie je volgt op Twitter, is er zo’n discussie over de verengelsing van het hoger onderwijs – en toch heb ik er hier nog niks over gezegd. Laat ik dat dan vandaag ‘ns doen.

Opzien tegen verengelsing?

Dat verengelsing onwenselijk is, lijkt voor de tegenstanders ervan vanzelf te spreken. Meestal volstaan ze met wat praktijkvoorbeelden, die inderdaad wel wat belachelijk zijn, en laten de rest aan het oordeel van de lezer over. Als het goed is denkt die lezer dan: nou, die verengelsing, die lijkt me onwenselijk ja. Dat dat voor zo veel mensen vanzelf spreekt is trouwens wel interessant, ik zou zeggen: ook dat is een gegeven, ook dat is een argument. Maar het mag natuurlijk niet het enige zijn.

De argumenten vóór verengelsing, of beter gezegd de argumenten tegen de tegenstanders daarvan, gaan vaak nogal nadrukkelijk over dat sentiment. Dat zou angst zijn, angst voor het vanzelfsprekende, namelijk dat heel de wereld Engels spreekt en dat daar tegenin sputteren nogal achterlijk is. De dingen gaan zoals ze gaan en op de universiteiten gaat het nu eenmaal zo dat de omgangstaal van de wetenschap ook de voertaal in de collegezaal wordt. Ook dat proces is een gegeven, zou ik zeggen, want inderdaad gebeurt dit, niet alleen in Nederland.

Beide argumenten lijken verengelsing als iets te benaderen dat groter is dan wijzelf, als iets om tegen op te zien. Sommigen vinden het een woeker en verzetten zich, anderen leggen zich neer bij het onvermijdelijke. Het lijkt ’n beetje op de discussie over de EU of die over globalisering in het algemeen, dat maakt de discussie ook interessant. Maar ik zou verengelsing toch zo niet zien. Het is uiteindelijk een vrij overzichtelijk verhaal van keuzes maken en ambitie hebben.

Kiezen voor diversiteit

Verderlezen…

Taalcompetitie: Engels is beter

Nu het zomer is op het noordelijk halfrond moet en zal het ook komkommertijd zijn, zelfs al is deze zomer nieuwsrijker dan de gemiddelde winter, met om de haverklap aanslagen en dreigementen en politiek gekrakeel dat daarbij hoort of er niet los van wordt gezien. Nieuws te over, maar gekomkommerd wordt er, in ieder geval bij de NOS. Zo was daar deze week tijd voor ’n leuk mopje taalcompetitie. Dit is waarom Engels beter is. Of niet?

Waarom speechen Amerikanen beter dan Nederlanders?

speak americanDat was de kop boven het artikel: Waarom speechen Amerikanen beter dan Nederlanders? Het is een vraag met een vooronderstelling: Amerikanen speechen beter dan Nederlanders. ’n Beetje ’n gekke vooronderstelling, want zoiets valt eigenlijk niet te bewijzen, wat in het artikel dan ook niet wordt geprobeerd.

Speechen Amerikanen beter dan Nederlanders? Zelf houd ik niet zo van de emotionele stijl die je nu voorbij ziet komen, maar ik ben dan ook niet de doelgroep. Die doelgroep is de Amerikaanse kiezer. Wordt die bereikt? De cijfers doen vermoeden van niet, want de opkomst bij Amerikaanse verkiezingen is meestal schrikbarend laag. Zo bezien speechen de Amerikaanse politici dus helemaal niet zo effectief, hun Nederlandse collega’s weten meer volk op de been te krijgen. Maar laten we, omdat het komkommertijd is, net als de NOS maar even doen alsof de vooronderstelling juist is en de vraag serieus nemen.

Dit is waarom: Engels is beter

Verderlezen…

Rollend taalcontact: de letter R

De r is nog maar net uit de maand, of hij is alweer in het nieuws: bij de NOS ’n heel artikel, met geluid, en dat ter ere van een r-congres dat de komende dagen in Frisia gehouden wordt. Mooi natuurlijk, aandacht voor taal, maar niet helemaal verrassend, want de r mag zich al langer in bijzondere belangstelling verheugen en dat komt natuurlijk vooral door de vele manieren waarop die r in het Nederlands uitgesproken wordt.

Van Franse r tot Gooise r

r-uitspraakDe oorspronkelijke Nederlandse r is de rollende tongpunt-r. Het is de r die we wel kennen van het Spaans, van de Slavische talen, van de Schotten en als het goed is toch ook van onszelf of van onze naaste familie, want dit is nog altijd een heel alledaagse r in heel het Nederlandse taalgebied. In sommige streken concurreert deze r met de huig-r, die achter in de keel wordt gemaakt en die wel “Franse r” heet. Op televisie en onder mensen die hopen nog eens op tv te komen concurreert die r vooral met de Gooise r, de r waarvan voorspeld wordt dat die ooit de gewoonste r van Nederland gaat worden, maar dat ondertussen nog altijd niet is.

Aardig aan de namen van die r’en is dat ze topografisch zijn. Gooise r verwijst naar mediahoofdstad Hilversum, Franse r verwijst naar Frankrijk. Een minder gewone variant, de a-achtige r na een klinker (“bie-a”) wordt wel Duitse r genoemd, vooral als Achterhoekers hem maken. Kennelijk wordt daar de herkomst van die r’en gezocht. Dat doet vermoeden dat al die r’ en op de één of andere manier het resultaat van taalcontact zijn.

De r als taalcontact

Bij de NOS leren we dat we in het Nederlands alle r’en wel hebben, behalve die van een “briesend paard”, die in de Amazone voor schijnt te komen. Zelf mis ik ook nog de Tsjechische ř, die van Dvořák, een “natte r” die gemengd lijkt met de j- van journaal. In elk geval hebben we wel de Franse, Duitse en “Amerikaanse” r in ons Nederlands zitten en dat klopt met het vermoeden, dat die r’en het gevolg zijn van taalcontact. Verderlezen…

Een Wave van verengelsing

Wie over taal blogt ontkomt maar moeilijk aan het onderwerp verengelsing, waar iedereen wel een mening over heeft en waarvan iedereen ook verwacht dat ik er een mening over heb. Gelukkig heb ik die mening, en die mening is dat er met ’n leenwoord op z’n tijd niks mis is, maar dat nodeloos Engels aanstellerij is en domeinverlies van het Nederlands (bijvoorbeeld in het onderwijs of in de Amsterdamse horeca) een slechte zaak is. Geen heel originele mening verder, dus ook geen reden om veel over verengelsing te bloggen, maar soms kan ook ik me niet inhouden.

Nodeloos Engels

Laat ik eerst, voor ik mijn aanklacht begin, maar verduidelijken wat ik nou eigenlijk nodeloos Engels vind. Mij hoor je niet protesteren tegen een woord als “computer” en zelfs niet tegen staande uitdrukkingen als “not amused” of “what’s in the name”. Dat het Engels soms tegen het Nederlands aanschurkt, ach, dat is prima, taalcontact is immers een fascinatie van mij, en taalcontact is er met zoveel talen.

Nee, nodeloos Engels is Engels dat er niet is om te communiceren (voor “computer” is gewoon geen algemeen begrepen Nederlands alternatief), niet om een geestig understatement te laten vallen en ook niet om naar iets te verwijzen (Shakespeare citeren moet maar mogen), nodeloos Engels is er om geen reden dan dat Engels zelf. Kijk mij ‘ns hip doen, ik zeg iets in het Engels dat niet in het Engels hoeft. Mensen die “Oh my God” krijten in plaats van “o mijn God” of iets wat nog dichter bij henzelf ligt. Verderlezen…

Taalcontact: van ij en ui in Tsjechië

De allereerste klankverschuiving waarvan ik mij het bestaan realiseerde, moet de oude Nederlandse verschuiving van “ie” naar “ei”, geschreven “ij”, zijn geweest, en daaraan parallel die van de oude “uu” naar de “ui”. Het is een verschuiving die je in de spelling nog ziet, die “ij” van ons is eigenlijk een lange “i”, en ook de “ui” is eigenlijk gewoon een lange “u”, met dan de -i als verlengingsteken erachter.

IJ en UI in het Tessels

TesselsDat ik me hiervan al zo vroeg bewust werd (ik was ’n kind nog) had alles met het Tessels te maken, het dialect van mijn familie aan vaders kant. In dit dialect is de bewuste klankverschuiving nog niet voltrokken, mijn oma sprak woorden als “kijken”, “tijd” en “rijst” met een i-klank uit, en haar huis noemde ze een huus. Zelf zeg ik wel “tijd” en “huis”, tenzij ik Tessels spreek; de klankverschuiving bevindt zich in mij, als het ware, en in mijn vader, we staan met één been in de oude tijd, van tied en huus, en met één been in de nieuwe van het Standaardnederlands. Verderlezen…

Sinds taalcontact

Talen beïnvloeden elkaar, dat is bekend, en taalcontact is van alle tijden. Tegelijk is het geen onderwerp waar gemakkelijk over te spreken valt, want je taal door ’n andere taal laten beïnvloeden, dat is toch eigenlijk niet stoer. Voor veel mensen voelt verfransing of verengelsing als gezichtsverlies, het heet verloedering en zo. Zelfs taalwetenschappers draaien wel ‘ns om de pot…
Terwijl er ook best veel moois over taalcontact te vertellen valt. Op m’n blog wil ik dat in de nabije toekomst ook vaker gaan doen.

Vandaag trap ik af met ’n groter gezichtsverlies, namelijk dat voor Nederland ’n tikje pijnlijke akkoord dat in Minsk gesloten is, en waarin Oost-Oekraïense oorlogsmisdadigers amnestie beloofd wordt. Niet ongewoon voor ’n dergelijk akkoord, maar voor de vervolging van de vermoedelijke daders van de aanslag op de MH17 natuurlijk een wel erg vroegtijdig einde. En Nederland heeft er weer ‘ns geen enkele invloed op uit kunnen oefenen.

Allerlei politici reageerden, maar de reactie van CDA’er Omtzigt, geciteerd door de NOS, vond ik voor nu even het interessantst:

“Wij willen met spoed weten wat dit betekent voor het onderzoek, sinds Oekraïne partij is bij zowel het Minsk-akkoord als onderdeel is van het JIT, dat onderzoek doet naar de aanslag op de MH17.” Verderlezen…

Vijf plus 98

Het telwoord van de week is natuurlijk vijf plus 98. Dat zou volgens Tarik Z., de man die gister binnendrong in de studio van de NOS, het aantal hackers zijn dat hij vertegenwoordigde. Voorlopig lijkt er niet veel van waar te zijn, ook ik kan er niet meer over zeggen, maar dat getal, vijf plus 98, fascineert me.

Vijf plus 98, dat is natuurlijk 103. De formulering van Tarik Z. is hoogst merkwaardig, al zullen de meeste mensen zich vooral aan andere merkwaardigheden gestoord hebben (terecht natuurlijk, maar ik ben nu eenmaal een taalliefhebber). Waarom schreef hij niet gewoon 103? Mogelijk bedoelde hij dat er 98 hackers waren, en vijf gewapende mannen in het gebouw, zoals hij verderop in zijn dreigbrief suggereert, maar “vijf plus 98” kan natuurlijk ook een stilistische keuze zijn.

Four and twenty blackbirds

Er bestaat een klassiek Engels kinderversje, Sing a Song of Sixpence, waarin gerept wordt van four and twenty blackbirds. Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.