Tag Talensteller

1
Meestnieuwnederlands (5)
2
Meestnieuwnederlands (4)
3
Meestnieuwnederlands (3)
4
Meestnieuwnederlands (2)
5
Meestnieuwnederlands (1)
6
Standaardstellen
7
Genitieven uit het oosten

Meestnieuwnederlands (5)

Chinees maatwoordTaal en prestige hebben alles met elkaar te maken. Taalgebruikers zijn bereid zich uit te sloven om maar serieus te worden genomen. Mensen gebruiken de taal zoals ze kleren gebruiken: niet alleen om het praktisch nut, maar ook om de uitstraling ervan. Taal moet sjiek zijn. Studentes dragen hakjes en make-up om een reden, maar ze praten ook met een Gooise r om een reden, om dezelfde reden zelfs: hip zijn, prestigieus zijn. Kijk mij, hoor mij!

Het is aan de taal af te zien dat ze voor dit soort spelletjes wordt gebruikt. Zo heeft het Chinees bijvoorbeeld “maatwoorden”. Dat zijn woorden die in die taal nodig zijn om telwoorden aan zelfstandige naamwoorden te verbinden. In het Chinees zeg je niet “drie paard”, je zegt “drie maatwoord paard”. Zonder maatwoord is het voor een Chinees niet duidelijk dat je aan het tellen bent.

Verderlezen…

Meestnieuwnederlands (4)

Het Meestnieuwnederlands grijpt om zich heen. Overal op tv en in het echt hoor je nu mensen “meest leuke” en “meest nieuwe” zeggen. Dat klinkt heel lelijk, natuurlijk, maar mijn oren zijn ouderwets. De toekomst is aan hen die de fout niet horen. Uitgesproken Meestnieuwnederlands.

Veel toekomstvoorspellingen over onze taal gaan over uitspraak. Met de r loopt het helemaal mis, dat kun je overal lezen. De Gooise r is al decennia in opkomst en wordt steeds gewoner. Vooral meisjes hebben ‘m haast allemaal. Als ik een Hollands meisje zonder Gooise r hoor, ben ik zelfs verrast. Er gaat meteen iets aantrekkelijks van uit: ongeschonden, de laatste van haar generatie… Haar nageslacht gaat hoe dan ook voor de bijl.

Verderlezen…

Meestnieuwnederlands (3)

AnglicismeAls ’t in de krant of in de kroeg over de toekomst van het Nederlands gaat, dan gaat het al snel over het Engels. “Joh, over 100 jaar praten we allemaal Engels,” hoor je dan zeggen. Hoe kan ’n kleine taal als het Nederlands zich immers staande houden in een wereld die alleen maar Engels spreekt?

Mijn eerste reactie op dat donkere toekomstbeeld is altijd de ontkenning: zo’n vaart zal het echt niet lopen. Het Nederlands is ook lang niet zo’n kleine taal, met zoveel sprekers in Nederland en Vlaanderen, en omdat die sprekers rijk en relatief invloedrijk zijn is het Nederlands ook geen onbelangrijke taal. Op internet is het Nederlands één van de meestgebruikte talen. Natuurlijk wordt er nog veel meer Engels gesproken, maar het Nederlands lijkt daar niet onder te zuchten.

En tja, dat Engels, is dat wel zo alomtegenwoordig? In het huidige Europa kom je met die taal eigenlijk alleen ver in de “Germaanse” landen. In Italië, Turkije of Polen kun je ’t wel vergeten, veel meer dan wat brak Toeristenengels komt er niet uit de gemiddelde passant. Zal dat veranderen? Misschien. Maar toch niet binnen 100 jaar, denk ik.

Zo ontken ik de verengelsing. Verderlezen…

Meestnieuwnederlands (2)

Talenstellen is een heel brede tak van sport. ’t Is veel meer dan woorden en regeltjes verzinnen. Of beter gezegd: voor wie ’t goed wil doen is het veel meer dan dat. Zo breed als de taal is, zo breed moet de verbeelding zijn. Daarom stelde ik al dialecten en geschiedenissen. Nu stel ik de taal van de toekomst, en om dat te doen moet ik voorspellen hoe de samenleving in de toekomst zal zijn.

Taal en samenleving hangen nauw samen. Het huidige Nederlands, dat ik Nieuwstnederlands heb gedoopt, is niet te begrijpen zonder de politieke situatie binnen het Nederlands taalgebied te kennen. Die begint al met de opdeling in meerdere staten: Nederland, België en Suriname. In verschillende samenlevingen heeft het Nederlands een heel andere rol. In Suriname is het één van vele talen, in Nederland en Vlaanderen is het in principe de enige taal die voor alles wordt gebruikt, en in Brussel concurreert het met het Frans. Dat maakt al verschil, maar er is meer. De Nederlandse en Vlaamse samenleving verschillen bijvoorbeeld sterk van elkaar, en dus is de taal er ook anders, en ook de positie van de taal.

Het zou me al ’n reeks aan blogs kosten om de positie van het huidige Nederlands te beschrijven. Daar begin ik niet aan, dat valt buiten mijn missie. Mijn missie is het Meestnieuwnederlands. Ik zal proberen grof te schetsen hoe ik denk dat de positie van het Nederlands zal veranderen:

Verderlezen…

Meestnieuwnederlands (1)

Het allereerste Nederlands noemen we Oudnederlands. Veel Oudnederlands is er niet, en wat er is is vaak nauwelijks met zekerheid echt Oudnederlands, maar dat maakt voor die term niet zoveel uit. Het is nu eenmaal traditie talen in drie perioden in te delen en de eerste heet dan “oud-“. Na Oudnederlands komt Middelnederlands, de taal van Reynaert, Beatrijs en Jacob Van Maerlant – daar is veel van over. De derde periode is die van het Nieuwnederlands. Dat begint bij Vondel en Bredero en eindigt voorlopig niet. Ook dit blogje is volgens die driedeling geschreven in Nieuwnederlands.

De driedeling is, dat blijkt al wel, ’n beetje onbeholpen, want tussen mijn blog en Moortje of Lucifer gaapt niet alleen een tijd-, maar echt ook wel een taalverschil. Eigenlijk zou mijn Nederlands Nieuwstnederlands moeten heten, een vierde taalfase, die al ergens voor mij begonnen is en nog voortduurt na mij. Verderlezen…

Standaardstellen

Slowaaks’t Is alweer wat weken geleden dat ik terugkeerde uit Polen. Tijd genoeg om talen te bedenken, en dat heb ik dan ook gedaan. Maar daar hebben de trouwe lezers van dit blog – dat zijn er voorlopig nog niet veel – niks van gemerkt. Ook dat hoort bij talenstellen: zwijgend mijmeren, aarzelen met publiceren, want talen zijn nooit af en nooit goed genoeg voor een publiek.

Maar er is nauwelijks publiek. Niemand zal ooit Issels leren. Wat zou ’n talensteller als ik dan malen om publiek? Misschien is ’t dat: ik wil publiek. Sommige gestelde talen verdienen dat en er zijn er die ook echt een publiek hebben. Standaardtalen, door enthousiaste talenstellers verzonnen met wat dialecten in het achterhoofd, zijn daarvan goede voorbeelden.

De Nederlandse standaardtaal is door heel veel mensen gemaakt en ontwikkeld, maar sommige standaardtalen zijn door één iemand bedacht en beschreven. Heel bekend is het Nynorsk, een wat archaïsche Noorse standaardtaal die ook echt wordt gebruikt en is bedacht door Ivar Aasen. Een ander voorbeeld is de Slowaakse standaardtaal, die net als het Nynorsk op een aantal dialecten is gebaseerd door een ijverige talensteller, Ľudovít Štúr. Zijn taal is ook nu nog de officiële voertaal van het inmiddels onafhankelijke Slowakije.

Verderlezen…

Genitieven uit het oosten

Poolse taalMorgen vlieg ik naar Polen. Voor deze site betekent dat een paar dagen stilstand, maar voor mijn hoofd natuurlijk niet. In Polen zal ik met een bijzondere taal geconfronteerd worden, de Poolse. Een taal met heel veel medeklinkers en ook nog een boel naamvallen.

Wat voor talensteller zou ik wezen als ik niet al geprobeerd had, wat Pools te leren? Zo’n oud cursusje van Teach Yourself was gauw gevonden. Hoe die nieuwe in elkaar zitten weet ik niet, maar die oude zijn zo geschreven dat alleen echte taalfetisjisten er doorheen komen. Voor talenstellers zijn ze ideaal. Lekker uitdagend. En de Poolse taal ís al zo’n uitdaging. Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.