Tag kindertaal

1
De kindertaal van Siem: Franse klanken
2
De kindertaal van Siem: uit de bus
3
De kindertaal van Siem: korenbloemenblauw
4
De kindertaal van Siem: de eerste dagen

De kindertaal van Siem: Franse klanken

Inmiddels is Siem 10 weken. Zijn taal groeit elke dag. In mijn eerste bericht over Siems kindertaal schreef ik al dat het soms lijkt, alsof hij Frans spreekt. Als hij om melk vraagt zegt hij iets dat klinkt als lait. Dat Frans is inmiddels verder uitgebreid: als zoonlief tevreden is (wat hij gelukkig vaak is), dan zegt hij “örö”, /œ’ʀœ/, dat doet denken aan het Franse heureux.

be10-185Dat Frans is natuurlijk wel toepasselijk, want Siem heeft Belgische wortels. We zeggen wel eens gekscherend dat hij een waalse baby is. Hij zal z’n prille Frans vast niet volhouden, thuis krijgt hij immers Nederlands mee, maar mooi is het toch. Al kun je ook zeggen: dat Frans is kennelijk maar ’n baby-taal, veel stelt het niet voor dan. Een uitleg die het in Vlaanderen goed doet.

Vanochtend breidde Siem z’n palet medeklinkers uit met /ɡ/. Dat is de stemhebbende k van zakdoek. Die g- hoor je ook veel in het Frans (in garçon, bijvoorbeeld). Waar hij met /l/ begon, en later de /ʀ/ leerde (een stemhebbende Hollandse ch, eigenlijk, maar ook de Franse r), beide “vloeiende” klanken, daar is er nu dus ook een plofklank. Veel gebruikt Siem z’n Franse g nog niet, overigens, het was misschien meer een toevalstreffer. Maar ik heb vertrouwen, nu zullen andere plofklanken wel gaan volgen, tot Siem ook “papa” zeggen kan. Dat is dan Frans en Nederlands tegelijk.

De kindertaal van Siem: uit de bus

Nu zit ik in de bus van Leeuwarden naar Alkmaar. Ik vaar over de Friese landerijen en dadelijk zal ik als ’n huiskamer in de nacht de Afsluitdijk over gaan. Boalsert, de mooiste stad die uit deze landerijen oprijst – uit wat voor landerijen dan ook, nog nooit heb ik ’n stad zo mooi uit ’t land komen zien – heb ik net achter mij gelaten. Voor mij de blauwgrijze muur van de harde lucht over zee; roze het zonnelicht, steeds donkerder groen de greiden

Kindertaal over de telefoon

Zoonlief telefoneerde zojuist met mij. Dat wil zeggen, moederlief zette de telefoon op overluid en legde ’t ding dan in de wieg. Zo hoorde Siem mijn ingeblikte stem en ik vertelde over de greiden en over hoe mooi Boalsert uit die velden oprees, als ’n oude boot op ’t droge. Hij hoorde ’t en kreet: mijn stem werd herkend. Nu ja, mijn stem? Ik zal toch ingeblikt geklonken hebben. Het zal mijn dictie geweest zijn, mijn accent.

Verderlezen…

De kindertaal van Siem: korenbloemenblauw

korenbloemenblauwOnregelmatig houd ik op dit blog de talige ontwikkeling van mijn zoon Siem bij. Siems kindertaal is sinds het vorige blog nog niet geweldig veel rijker geworden, maar hij heeft nu in ieder geval al meer taal gehóórd en ook dat is belangrijk voor zijn taalbrein. We weten dat kinderen eerst al heel veel leren verstaan voor ze beginnen te spreken. Zoals Siem onze ogen volgt als we naar iets kijken, zo zal hij gaandeweg ook onze woorden volgen, nog lang voor hij ze zelf kan zeggen.

Maar wat voor woorden hoort hij zoal? Heel normale, natuurlijk. “Papa”, “mama”, “eten”, “slapen”. En, in verschillende tonen van verontwaardiging, alles wat met de inhoud van zijn luiers te maken heeft. Maar ook hoort hij het volgende woord:

korenbloemenblauw

Dat woord zingt zijn moeder hem voor, het hoort bij het liedje van de drie kleine kleutertjes. Dat liedje gaat zo: Verderlezen…

De kindertaal van Siem: de eerste dagen

Tien dagen geleden werd ik vader. Mijn zoon heet Siem en ik vind álles interessant aan hem. Veel vind ik interessant dat maar beter binnenskamers of -luiers kan blijven, maar de kindertaal van Siem is vast ook voor anderen relevant. De lezers van mijn blog vertel ik dan ook graag over Siems prille taalontwikkeling, van het eerste schreien tot de vroegwijze volzinnen die vast later komen.

Siems kindertaal bij thuiskomst

kindertaalToen Siem werd geboren huilde hij niet eens, hij brabbelde en snikte, eerst onrustig, toen kalm net onder zijn moeders gezicht. De nacht na zijn geboorte sliep hij nog in het ziekenhuis, de volgende dag zou hij thuiskomen in een thuis dat hij niet eens kende. Daar was ik en ik boende er, ik versierde de kamer en plakte zijn naam op de deur: vol verheuging wachtte ik op de auto van de vriendin die moeder en zoon zou rijden. En toen was Siem thuis.

Honger heeft een baby die eerste uren nog niet echt. Een pasgeborene heeft reserves, eten doet ’t kind dan nog vooral om de melkproductie bij z’n moeder op gang te brengen. Er was dus eerst ook nog helemaal geen taal bij Siem. Maar die eerste nacht riep hij voor het eerst luid om eten. En dat deed hij meteen met een woord, een woord dat ik de hele week ben blijven horen. In fonetisch schrift zou ik dit woord zo noteren:

[aˈlæ]

De eerste, onbeklemtoonde /a/ kan soms naar een middenklinker neigen, ongeveer /ə/; soms is het dezelfde klinker als de /æ/ ná de /l/. Het woord zou men ook als “alae” kunnen spellen, of, voor wie in de kindertaal een religieuze boodschap vermoedt, als “allah”.

De taalkunde achter alae

Dit alae is geen universeel kinderwoord, elke zuigeling heeft zo z’n eigen hongerhuiltje en lang niet elke zuigeling articuleert zo duidelijk een /l/. Maar toch is Siems eerste woord toch weer geen héél grote verrassing. Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.