Tag Amsterdam

1
Over streektaalgrenzen heen
2
Plat-Amsterdams in de ring van de geschiedenis
3
Bier proeven: twee keer dubbel
4
Bierrecensie: Nognietnaar Huismus
5
Meer bier in de krant
6
Gistaal

Over streektaalgrenzen heen

Als bierliefhebber bezoek ik regelmatig bierfestivals, als thuisdialectoloog voortaan ook taalconferenties. Gisteren was ik in Amsterdam voor een streektaalconferentie – dat is een soort festival met in plaats van bier lezingen, en in plaats van bierliefhebbers taalkundigen om mee te praten. Voor mij toch wel gefundenes Fressen, zoiets. Ik heb er ′n welbestede dag gehad.

De titel van de conferentie luidde: De wondere wereld van streektaalgrenzen en over de grenzen tussen dialecten, en over de grenzen tussen taal en dialect, gingen de lezingen, die werden afgesloten met een debat.

streektaalconferentieZoeken naar streektaalgrenzen

Het ochtendprogramma was gevuld met lezingen over dialectverschijnselen en hun verspreiding, met daarbij de vraag of die verschijnselen harde streektaalgrenzen konden opleveren. De actualiteit van het Catalaanse referendum gaf die vraag nog wat welkome urgentie. Kun je op basis van wat taalverschijnselen werkelijk grenzen trekken? Ja, je kunt kaarten tekenen, met isoglossen, met kruisverbanden, Wilbert Heeringa van de Fryske Akademy liet er prachtige zien. Maar zijn dat nu echt de taalgrenzen zoals we die voelen?

In de lezing van Jos Swanenberg werd ′n mooi praktijkvoorbeeld gegeven uit Noord-Brabant. De dialectkaart van die provincie, getekend door de grootmeester Weijnen, bestaat uit een wirwar van dialectgrenzen. De meeste van die dialectgebieden delen tenminste de kenmerken van het Brabants (even los van wat die zijn), maar er zijn twee uitzonderingen. In Willemstad en omgeving worden dialecten gesproken die eerder Hollands dan Brabants zijn, en in Budel wordt, als we naar de kenmerken kijken (bv. toononderscheid, ich voor „ik”) een Limburgs dialect gesproken. Toch ervaren de heemkundigen uit Budel hun dialect nog als Brabants en ook de provincie noemt álle dialecten in haar verzorgingsgebied Brabants. Is de dialectgrens dan louter een politieke? Verderlezen…

Plat-Amsterdams in de ring van de geschiedenis

Gisteren trof ik in de kringloopwinkel een boekje over het Amsterdams. Erg goed zag dat boekje er niet meer uit, de vorige eigenaar moet er weinig van gehouden hebben, maar ík was er blij mee. Het valt namelijk nog niet mee om bruikbare bronnen voor het Amsterdamse dialect te vinden, maar dit boekje, uit de reeks Taal in Stad en Land, geeft een goed overzicht en het vat ook bondig samen wat die bronnen zoal over het Amsterdams te melden hebben.

dscn1161Vanmiddag sloeg ik Het Parool open en daar was het toeval dan: een artikel over het zieltogende plat-Amsterdams. Zo had mijn vondst van gisteren nog nieuwswaarde ook. Ik kon er wel over gaan bloggen, vond ik. En zo geschiedde.

Oud Amsterdams en het Tessels

Mijn bijzondere interesse voor het dialect van onze hoofdstad komt voort uit mijn nog grotere interesse voor het Tessels, de taal van mijn familie, waar ik momenteel onderzoek na doe (zie Academia voor ’n voorpublicatie). Van het Tessels weten we dat het door het vroegere Amsterdams moet zijn beïnvloed. De eilanders hadden vroeger ook intensief contact met Amsterdam. Een goed beeld van het 17e eeuwse Amsterdams zou me dan ook helpen bij mijn Tesselse studie. Verderlezen…

Bier proeven: twee keer dubbel

Verleden week was ik nog ‘ns bij de Bierkoning in Amsterdam, waar ik alcoholvrij bier aanschafte, waarover later meer. De majesteit zelve, Jan, nam de audiëntie af en vertelde over een merkwaardige avond onlangs, gewijd aan een vergeten bierstijl: dubbels had hij geproefd. Dubbels, bieren die hij anders zelden proeft. Het was geen onverdeeld genoegen geweest, maar in ieder geval interessant. Dat verdiende navolging.

dubbelNu, echt vergeten zijn dubbels natuurlijk niet, maar het zijn inderdaad niet de bieren waar de bierkoningen en -koninginnen van Nederland elkaar over appen, niet de publiekstrekkers op festivals, niet de bieren waar ikzelf over schrijf op dit blog over schrijf… Ik vond het streven dan ook sympathiek: nog ‘ns dubbels proeven, ze nog ‘ns ’n kans geven. Dubbels lijken op herfstbocken, maar zijn vaak wat gistiger en zo ook fruitiger. Zoet, daarom niet hip. Toch het proeven waard.

Twee Belgische dubbels

Dit weekend proefde ik twee dubbels, gewoon van de tap, want als je weet waar je wezen moet kan dat gewoon. Ik was bij proeflokaal De Kleine Deugniet in Alkmaar. Twee Belgische dubbels, want België is dubbelland, nog steeds.

De eerste dubbel die ik me liet intappen was de Tungri Dubbel van 7,5%. De naam is een verwijzing naar Tongeren en daar komt deze dubbel dan ook vandaan. De Tungri Dubbel is een dubbel die leunt op de karameltonen, een gebrande moutsmaak dus. Het bier bracht daardoor ook zeker die herfstbocken in herinnering. Toch ook wat rood fruit, dat zal het gist zijn geweest. Ik vond de balans zelf aangenaam, er was een subtiele kruidigheid (allspice, kaneel, nagel) die beide zoetigheden, die van karamel en die van fruitig gist, met elkaar verbond. Een smakelijk bier.

De tweede dubbel die ik dronk was Slurfke van brouwerij Van Honsebrouck (8,5%). Dit bier onderscheidde zich heel duidelijk van de Tungri en logenstrafte het vooroordeel, dat al die dubbels hetzelfde smaken. Gist was hier dominant, veel fruitiger was deze dubbel, zoet fruitig, prikkelend als een bananenmilkshake. Die banaanassociatie (vrij typisch voor Belgisch gist) deed me ook wel wat verlangen naar specerijen, het gistaroma had wel wat meer van kruidnagel mogen hebben, zoals in een goede weizen. De gebrande mouten sneeuwden wat onder, in plaats van koffie, karamel of cacao noteerde ik kokos op m’n viltje, wat ook wel weer verraste. Toch: zoeter dan mijn smaak was, en dat klopte met wat ik vooraf van allebéi deze bieren verwachtte.

Twee dubbels: een ontdekking

Twee dubbels, twee gistprofielen – twee keer een andere balans. Dat vooral maakte deze korte proeverij zo aardig. Er is nog genoeg te ontdekken in de oude, onhippe wereld van dubbels, en er valt ook best wat te genieten, als je ervoor in de stemming bent. Natuurlijk, of je nu fruit proeft of karamel, het is allebei zoet, maar wel ánders zoet. Karamel en kruidigheid kan ik echt best waarderen. Zo bezien is het maar goed dat ik in februari nog een reis door België zal maken – en er meer dubbels zal herontdekken.

Bierrecensie: Nognietnaar Huismus

Precies een maand geleden besprak ik hier een bier van Bird Brewery, Fuut Fieuw. Dat leverde aardige reacties op en extra Alkmaarse interesse in deze Amsterdamse brouwerij. Toen er pas geleden een nieuw bier gelanceerd werd vond dat dan ook snel z’n weg naar de Kaasstad en gister dan werd de Bird Brewery Nognietnaar Huismus aangesloten. Een donker bier in rechte glaasjes, een American Brown Ale met wederom een aansprekende vogelnaam.

Bier voor na de zomer

Bird Brewery Nognietnaar HuismusDe Fuut Fieuw was wel een echt zomerbier geweest, met flink wat hop want hop verfrist. Deze week werd de Fuut Fieuw dan ook nog regelmatig besteld, want de zomer hield eerst maar niet op. Het weekend bracht het koele, maar zachte nazomerweer waar de brouwers op gerekend moeten hebben. Van de Nognietnaar Huismus verwachtte ik wel weer hoppigheid, maar dan wat warmer, gloeiender.

De kleur en de geur (iets fruitig – gist?) klopten met die eerste verwachting, maar de eerste slok verraste meteen. De Nognietnaar Huismus is geen klassiek nazomerbier, het is een bier met een beet. Aroma’s van koffie, cacao en noten komen direct naar voren – en warempel, ze bleken op de site ook zo te zijn aangekondigd. Bij tapbier komt natuurlijk geen etiket, dus was er de verrassing, maar aangename verrassing.

Het fruit van koffie

Het aroma was natuurlijk ook wel gelaagder en maakte het fruit dat ik voor het drinken rook ook zeker waar. Bessen, cassis, de vruchten van de struiken die in het najaar langs de weg pronken, waar fietsers voor stoppen… Natuurlijk, koffie heeft ook een bessensmaak. Een licht zuurtje ook (een goed zuurtje, geen paniek), waardoor ik niet alleen aan bessen en koffie dacht, maar ook aan hout en bladeren. Want het najaar brengt herfst.

Het fruit uit de koffie, noteerde ik op mijn viltje. En: Bos. Maar ook: gebakken vis. Dat is natuurlijk ’n wat malle associatie en vast het gevolg van het geanimeerde gesprek dat ik met de verkoopster van de viswinkel had (die was er ook, in het café), maar ik begrijp die associatie nog steeds wel: iets branderigs, iets eiwitachtigs, en dan het friszure aroma van de butter-en-eek of wat er verder bij de vis wordt geserveerd.

Bird Brewery Nognietnaar Huismus: eindoordeel

Als een bier zoveel associaties oproept, moet er toch wel een goed eindoordeel inzitten. Nu zou je nog kunnen veronderstellen dat die associaties misschien negatieve zijn, maar dat zijn ze voor mij niet. Ik houd van herfstgeuren en ik houd ook van gebakken vis. Ik houd van koffie en van noten en zeker ook van cacao (alleen niet van chocola). De Nognietnaar Huismus zat vol heerlijkheid. Een heel genietlijk bier dat ik dit najaar zeker vaker hoop te drinken.

Bird Brewery Nognietnaar Huismus in cijfers

Ik proefde dit bier bij proeflokaal De Kleine Deugniet te Alkmaar, op 17 september 2016.

  • Brouwerij: Bird Brewery
  • Bier: Nognietnaar Huismus
  • Alcohol: 6,4%
  • Bitterheid: 38 EBU
  • Kleur: 65 EBC

Meer bier in de krant

Meermaals heb ik mij erover beklaagd: er is te weinig bier in de krant. Natuurlijk valt er regelmatig iets te lezen over mislukte overnames en de aandelen van Heineken, maar dat is economie, dat gaat niet over smaak of traditie. Over wijn wordt zo veel meer geschreven. Elke krant heeft wel een wijnrubriek en als er iets over eten wordt gezegd, dan moet er ook weer iets over wijn onderstaan, niet over bier. Dat moest anders, schreef ik. Werd het anders?

De afgelopen weken hebben mij zomaar ’n beetje optimistisch gestemd. Afgelopen weekend was er weer de restaurantrecensie van Hiske Versprille in Het Parool en opnieuw gaf Hiske mij het gevoel best hart voor goed bier te hebben. Nu had ze aan de Brand Zwaar Blond gezeten, bij Julius Bar & Grill in Amsterdam, een restaurant dat ze trouwens maar een vijf gaf en waarvan ze streng vaststelde dat er wel wijn, maar geen speciaalbier op de kaart stond. Daarmee deed Hiske het twee keer goed: niet alleen impliceerde ze dat dit type restaurant ook speciaalbier had moeten hebben, ze liet tussen de regels ook merken haar Brand Zwaar Blond geen echt speciaalbier te vinden, ook al roept Julius op z’n webstek van wel. Verderlezen…

Gistaal

Hoppy DaysGisteren was ik nog ‘ns in Amsterdam. Ik ging er ’n biercafé binnen dat ik nog niet eerder had bezocht en dat tot voor kort niet eens bestond. Een nieuw café, met een Engelse naam (Hoppy Days), een veelbelovende kaart en een taalbarrière. Want met Nederlands kwam ik er niet erg ver. Merkwaardig natuurlijk, Amsterdam is toch een Nederlandstalige stad, maar uniek is het niet; hoe dikwijls ben ik al niet in restaurantjes geweest waar de bediening me tot Engels verplichtte?

Nu is Hoppy Days net nieuw, de mensen kunnen vast wel Nederlands gaan leren, en de mensen waren sympathiek, daar kon het niet aan liggen. Engels was voor hen ook al niet hun moedertaal. Dat was Italiaans, een taal die ik niet spreek maar wel versta. Mijn vriendin, die ook mee was, heeft dan weer Italiaans gestudeerd en toen dat eenmaal verklapt was ging het gesprek van Engels over op Italiaans. En ik deed mee. Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.