Tag Fries

1
In het museum
2
Na het boek
3
De rode maan
4
De kroon op de kerk
5
Niet meer naar Friesland
6
Niet over taalgrenzen heen
7
Met de boot
8
Molwrot: eilanden, de zee, Mahler
9
Heel de toekomst van het Hylpers
10
Een stad op een A4’tje

In het museum

Nu ik weer een museumkaart heb, en twee kinderen ook, zie ik zo nu en dan een museum van binnen. Het zal een jaar of tien geleden zijn geweest dat ik voor het laatst een museumkaart had. Ik werkte wel nog een tijdje in een biermuseum, maat dat was een ouderwets museum, met informatie en een chronologie en van die dingen. Wat ik tegenwoordig in musea zie is toch wel wat anders.

Verderlezen (in het Fries)…

Na het boek

Nu dat mijn boek af is, wacht ik. Zo’n boek is eigenlijk nooit klaar hoor. Maar ik kan er nu niets meer aan veranderen, dat heeft de drukker gezegd, dus het is wel definitief. Ik kan niets meer doen. Ik wacht,

Nou weet ik ook al niet zo goed maar wat ik zou móeten doen. Het is een soort lockdown, een boek af hebben.

Verderlezen (in het Fries)…

De rode maan

De maand zou groot en rood moeten zijn, maar ik zag daar niks van. Op andere dagen was de maan rond half tien goed te zien, boven het dak en net voorbij die ene boom die tegen de wind in was gegroeid. Maar nu niet. Het was licht genoeg om het opschrift op het bord nog te lezen, “Vanavond Supermaan – 21:40 op z’n mooist”, en 21:40 wás het, daar kon het niet aan liggen. Ik moest maar op de dijk nagaan of de maan wel te zien was.

Verderlezen (in het Fries)…

De kroon op de kerk

Nu zie ik de kerk terug. Dat kan hier alleen in de winter, als de bomen zonder blad zijn en het torentje door de takken heen komt. Een echte toren heeft onze kerk niet, alleen maar er is een klein ding op gezet waar de klokken in luiden, dat staat in het midden van het grote schip, het schip met rondom ramen en het leien dak. Daar kijk ik naar.

Verderlezen (in het Fries)…

Niet meer naar Friesland

Schrijf die column nou, zegt de grote dichter Knilles in een kort mailtje. Jawel, die column, die moest ook nog. Daar ben ik anders ook wel eens laat mee, de redactie van Ensafh zal er wel niets achter zoeken als ik er even mee wacht. Maar nu is het wel erger. Ik kom er nauwelijks toe, in het Fries te schrijven. Ik ben al zo lang niet meer in Friesland geweest!

Verderlezen (in het Fries)…

Niet over taalgrenzen heen

In november schreef ik er ook al over: als ik er de tijd voor heb, doe ik onderzoek naar het Tessels, het eilanddialect van mijn familie. Ik werk aan een zwaar boek, waar alles wat ik aan Tessels vond een plek moet vinden, en ook wat ik niet vond en niet zeker weet. Meer dan Tessels moet er in komen te staan, ik kom ook over andere dialecten te spreken, die aan het Tessels verwant zijn, en over het Fries.

Verderlezen (in het Fries)…

Met de boot

Volgens m’n zoontje ga ik altijd met de boot naar m’n werk. Dat is niet helemaal waar, maar voor iemand van twee en een half jaar oud heeft hij dat toch niet zo slecht gezien. Eigenlijk werk ik thuis – ik schrijf, dat is mijn werk. Vaak komt het er wel op neer dat ik voor werk naar Texel moet en uiteraard ga ik dan met de boot. Deze maand was het anders, ik zat wel op een boot, maar dat was de boot naar Ameland. Maar zeker, een boot – dus m’n zoontje had niet minder gelijk.

Verderlezen (in het Fries)…

Molwrot: eilanden, de zee, Mahler

Eilanden. Ik heb er een zwak voor. Dat zal ook wel gelden voor de hoofdpersonages van Molwrot: niet alleen reizen die af naar Paasailand, ze lijken hun eigen leven ook als een soort van eiland te beschouwen. Het geldt voor Seleina, voor Catrinus, misschien zelfs voor de overige personages die in het boek van Piter Boersma voorbijkomen. Maar het kan ook zo zijn dat ikzelf er te eilands naar kijk.

Verderlezen (in het Fries)…

Heel de toekomst van het Hylpers

HylpersGisteren reisde ik naar Friesland. Het was er het weer voor; Friesland is misschien wel op z’n mooist met het eendenkuikentjesweer van gisteren en vandaag. Het riet langs de plassen is nu nog geel van de winter, maar de velden zijn donkergroen en de vogels jagen er overheen: kieviten, grutto’s, af en toe een kiekendief. Met het dieseltreintje voer ik voorbij de kleine scheepjes die de dorpen er wel kijken. Mijn bestemming was Hindeloopen, waar niet alleen de lente, maar ook de Hindelooper taal gevierd werd. Dit Hylpers kreeg gisteren z’n langverwachte woordenboek, waarmee het ineens één van de best beschreven Friese dialecten werd. En dat had het Hylpers verdiend, dat zou nog blijken.

Hylpers in ’n groter verband

Ik stapte overigens niet in Hindeloopen uit, maar in Molkwerum. Het was immers fantastisch weer en als tekstschrijver zit ik wel genóeg binnen, ik wilde over dijk wandelen, van Molkwerum op Hindeloopen aan. Het Hindelooper kerkje hield ik als een vuurtoren voor ogen. Op de heenreis had ik Workum en Makkum ook al zien liggen, in de trein waren er scholieren geweest die, afgaande op hun accent in het Fries, wel naar Warns of iets daaromtrent op weg waren: heel de omgeving van Hindeloopen was even om mij. En daarmee de bijzondere geschiedenis van het Hylpers. Verderlezen…

Een stad op een A4’tje

Deze maand ga ik naar Boedapest. Niet eens voor het eerst, ik ben er al twee keer geweest en het zou zomaar kunnen dat ik er nog wel een vierde keer kom. Het is een genoeglijke stad, vind ik. Van Boedapest geloof ik eigenlijk wel, dat ik het zelf bedacht kon hebben. De plattegrond van Boedapest kan ik zo uittekenen. Een A4’tje, staand. Boven de helft een grote blauwe streep en even hoger nog één. Dat moet de Donau zijn. Daarboven, als een soort van voetbalschoen, de oude stad van Boede, met de neus links.

Verderlezen (in het Fries)…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.