Tag Polen

1
De taal van Wilamowice
2
Bier in Polen, Slowakije & Tsjechië
3
Standaardstellen
4
Wat uren in Warschau
5
Genitieven uit het oosten

De taal van Wilamowice

Het voorbije weekend stond in NRC een artikeltje over het Wymysoojs, ook bekend als Wymysiöryś, de taal van het kleine Poolse stadje Wilamowice. Een Duitse taal is het, maar ze is ook wel Vlaams en Nederlands genoemd. Het artikel verhaalt vooral over de herrijzenis van die taal, een sympathiek project dat dood doet leven en taal doet spreken, en dat allemaal dankzij één jongen.

Het artikel werd me toegestuurd door een vriend. Het staat ook op de website van NRC en sinds 1 april staat het ook achter de betaalmuur van de Belgische krant De Standaard. Het blijft toch tobben met die kranten en hun betaalmuren, die blijkbaar ook al gelden voor de artikelen die ze van elkaar overnemen.

Gratis is en blijft mijn blog en hier kan ik u een artikel laten lezen dat ik zelf schreef over deze taal, jaren geleden alweer, in het tijdschrift B-Magazine, dat werd uitgegeven door studentenvereniging Babylon. Mijn publiek was wel enigszins met taalkundige termen vertrouwd, dus ik heb me laten verleiden tot een bondige beschrijving van het Wymysiöryś, of Wymysoojs. Het stukje is er nu als pdf:

Wordt er in Polen Vlaams gesproken? – het wonderlijke Wymysiöryś

Ook dat mag ’n herrijzenis heten, dat u dit artikel nu op mijn blog kunt lezen. Toen gold het Wymysiöryś zelf nog als een taal die op sterven na dood was. Het lijkt nu weer alle kanten op te kunnen, ook de goede.

Bier in Polen, Slowakije & Tsjechië

Bier in PolenAl anderhalve week ben ik terug van vakantie. Daar heb ik nog altijd niets over verteld. Soms lijkt het wel alsof terugdenken al te veel tijd kost. Ik heb m’n foto’s nog niet eens bewerkt. Mijn lijst met bierrecensies is nog niet op Ratebeer gezet. Misschien moet ik dat ook maar niet meer doen.

De vakantie begon in Warschau. In Warschau was ik al eerder geweest, eind 2011. Toen was het kersttijd. De stad was koud, maar er kwam ’n mooi zonnetje door de wolken heen en ik zag, dat ik er wel van kon houden. Bij Warschau moet je dat altijd uitleggen. Weinig Europese hoofdsteden hebben zo’n gaaf historisch centrum, maar ja, dat van Warschau is dan ook herbouwd. Die geschiedenis hè. Het moet er altijd over gaan.

Dat Polen ook een toekomst heeft blijkt uit het bier. Verderlezen…

Standaardstellen

Slowaaks’t Is alweer wat weken geleden dat ik terugkeerde uit Polen. Tijd genoeg om talen te bedenken, en dat heb ik dan ook gedaan. Maar daar hebben de trouwe lezers van dit blog – dat zijn er voorlopig nog niet veel – niks van gemerkt. Ook dat hoort bij talenstellen: zwijgend mijmeren, aarzelen met publiceren, want talen zijn nooit af en nooit goed genoeg voor een publiek.

Maar er is nauwelijks publiek. Niemand zal ooit Issels leren. Wat zou ’n talensteller als ik dan malen om publiek? Misschien is ’t dat: ik wil publiek. Sommige gestelde talen verdienen dat en er zijn er die ook echt een publiek hebben. Standaardtalen, door enthousiaste talenstellers verzonnen met wat dialecten in het achterhoofd, zijn daarvan goede voorbeelden.

De Nederlandse standaardtaal is door heel veel mensen gemaakt en ontwikkeld, maar sommige standaardtalen zijn door één iemand bedacht en beschreven. Heel bekend is het Nynorsk, een wat archaïsche Noorse standaardtaal die ook echt wordt gebruikt en is bedacht door Ivar Aasen. Een ander voorbeeld is de Slowaakse standaardtaal, die net als het Nynorsk op een aantal dialecten is gebaseerd door een ijverige talensteller, Ľudovít Štúr. Zijn taal is ook nu nog de officiële voertaal van het inmiddels onafhankelijke Slowakije.

Verderlezen…

Wat uren in Warschau

Héél een geschiedenis is een stad, en Warschau zeker. Toch zien we steden vaak maar zo vluchtig, alsof ze decor zijn. Warschau wordt dat zelfs wel eens verweten, ‘maar decor’ zou het zijn, een reconstructie van na de oorlog. Zit daar niet juist weer héél die geschiedenis in besloten? Hoe dan ook, ook was maar een paar uur in Warschau, net voor kerst. Toch geef ik hieronder graag een indruk in foto’s.

1.

Het centrum van Warschau is uitgestrekt: de Koninklijke Route (Trakt Królewski) is zo’n vier kilometer lang en staat vol interessante paleizen en kerken. Daar hadden we natuurlijk geen tijd voor. Gelukkig is het mooiste stuk van het centrum, de Krakauvoorstad met de Oude Stad en de Nieuwe Stad, wel goed te belopen in een paar uurtjes. Dat is dus het stuk Warschau wat we verkend hebben – en meteen ook het stuk stad wat de meeste toeristen verkennen, dus veel plaatjes zullen bekend zijn.

Goed, de wandeling dan maar. Als je het station uitkomt kijk je eerst tegen moderne winkelcentra aan, maar het kapitalisme staat hier toch nog ’n beetje in de schaduw van het Cultuurpaleis dat door Stalin aan de stad werd geschonken, te zien op de foto hierboven.

2.

Een andere oude wolkenkrabber werd nogal mishandeld. Wat zijn ze hier van plan? Deze paal is de eerste wolkenkrabber van Polen, vooroorlogs nog wel, al kreeg het na de oorlog wel een ander (stalinistisch) uiterlijk. Ik weet niet wat ze er nu mee gaan doen. Ik vrees het ergste.

3.

In de buurt tussen het Cultuurpaleis en het oude centrum wisselen oud en nieuw elkaar af. De sporen van een oorlog: in de Tweede Wereldoorlog werd Warschau bijna volledig verwoest. Het échte historische centrum is nadien vakkundig gerestaureerd (of beter: teruggebracht in 18e-eeuwse staat, want men restaureerde nogal romantisch destijds, met schilderijen als uitgangspunt), maar de 19e-eeuwse uitbreidingen vond men toen nog niet interessant genoeg. Wat hersteld kon worden werd hersteld, de rest werd door op zichzelf niet onaardige stalinistische blokken vervangen.

4.

5.

Voor de reconstructie hoef je niet ver te lopen. Dit paleisje is heel nauwgezet gereconstrueerd, omdat de bouwtekeningen bewaard waren. De architect die z’n archieven zo goed bijhield was de Hollander Tylman van Gameren, die een groot stempel op Warschau heeft gedrukt doordat hij vele paleizen en kerken mocht ontwerpen.

6.

De Krakauvoorstad (Krakowskie Przedmieście) is een prachtige boulevard, onderdeel van de Koninklijke Route. Let op de openbare ruimte, die heel mooi is ingericht. Laat die Polen maar schuiven!

7.

8.

9.

De stad ligt op een heuvel, dat heeft natuurlijk altijd z’n charmes.

10.

We naderen de Oude Stad (Stare Miasto), het middeleeuwse centrum van Warschau. Ook deze “oude” stad is een reconstructie van na de oorlog. Dat wordt er altijd bij gezegd. Men heeft de gruwelen met de reconstructie willen uitwissen, maar toch blijft iedereen de stad bekijken als een reconstructie. Zo wordt de herinnering aan de verwoesting van Warschau toch levend gehouden, juist dóór deze herbouwde stad.

11.

De Zygmuntzuil herinnert aan de Poolse koning die Warschau hoofdstad van zijn rijk maakte en het land en passant meesleurde in zijn persoonlijke vete tegen Zweden.

12.

13.

14.

15.

16.

Gevels boven de kerstmarkt op het Marktplein.

17.

18.

19.

20.

Op deze laatste foto’s gluurden we stiekem al naar de Nieuwe Stad (Nowe Miasto), die direct aan de oude grenst en een halve eeuw later ontstond. De bebouwing is nu natuurlijk even oud (herbouw), maar ook vroeger was er dus weinig verschil. Wel was de nieuwe stad armer, dus de woonhuizen waren wat minder statig.

De Nieuwe Stad heeft nog altijd een heel eigen bekoring. De sfeer is er ronduit provinciaal, het is echt een stil stukje Warschau waar je alleen als je goed luistert het geruis van de boulevards in het centrum nog hoort.

21.

22.

23.

24.

25.

Deze mooie barokke kerk werd ook door onze landgenoot Tylman van Gameren ontworpen. Het gebouw was in de oorlog in gebruik als hospitaal. Toen de Duitsers het verwoestten vielen daarbij in één klap duizend doden.

26.

Tylman van Gameren is overal. Ook dit mooie paleis, het Krasińskipaleis, is van zijn
hand.

27.

28.

29.

Langs pleinen en parken naderden we het Cultuurpaleis weer. Daarachter ligt het ondergrondse station. Mijn reis ging nu verder naar Rogoźno, maar in Warschau zou ik vaker terugkomen. Zo vluchtig is deze stad heus niet.

30.

Genitieven uit het oosten

Poolse taalMorgen vlieg ik naar Polen. Voor deze site betekent dat een paar dagen stilstand, maar voor mijn hoofd natuurlijk niet. In Polen zal ik met een bijzondere taal geconfronteerd worden, de Poolse. Een taal met heel veel medeklinkers en ook nog een boel naamvallen.

Wat voor talensteller zou ik wezen als ik niet al geprobeerd had, wat Pools te leren? Zo’n oud cursusje van Teach Yourself was gauw gevonden. Hoe die nieuwe in elkaar zitten weet ik niet, maar die oude zijn zo geschreven dat alleen echte taalfetisjisten er doorheen komen. Voor talenstellers zijn ze ideaal. Lekker uitdagend. En de Poolse taal ís al zo’n uitdaging. Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.