Tag Hoofdsteden van Europa

1
De bevrijding van Brussel
2
Terug naar Praag
3
Bier in Luxemburg
4
Taal in Luxemburg
5
Luxemburg, stad in drieën
6
Bier in Portugal
7
Bier in Polen, Slowakije & Tsjechië
8
Bier in Boedapest
9
Bier in Litouwen
10
Macedonisch Skopje

De bevrijding van Brussel

BrusselIn Brussel kom ik al heel wat jaren met enige regelmaat. Het is opmerkelijk dat ik de stad al die jaren wel dacht te kennen, maar dat ik dat steeds op een andere manier deed. Nú noem ik Brussel een bevrijding, maar goed, dat is dus hoe ik de stad nú denk te kennen. Misschien is dat over wat jaren ook wel weer anders. Wat tenminste een constante is en wat ook bewaard blijft, zijn de foto’s die ik er maak: doorkijkjes, alsmaar doorkijkjes, want Brussel is een stad om doorheen te kijken.

De eerste kwam ik in Brussel, zoals de meeste Nederlanders, als toerist. Ik draaide mij een paar keer om op de Grote Markt, vond dat ik Manneken Pis moest ontlopen maar keek toch, ik ging het gangske van À la Bécasse door en ik deed iets na wat ik verder niet kende bij À la Mort Subite. Nu, jaren later, lijkt dat nog steeds het rondje van de meeste Nederlandse bezoekers te zijn die daarna, net als ik destijds, vaststellen dat Brussel best mooi is, maar toch niet echt ’n stad om van te houden. Ik dacht toen ook dat Brussel maar een klein historisch hart had met kantoren en verkeer daar omheen. Verderlezen…

Terug naar Praag

Meisjes van ’n jaar of veertien kunnen soms zo raar verliefd zijn, op een jongen ouder en ver weg, een jongen waarvan je toch zou denken dat zij ook wel weten dat ‘ie onbereikbaar is – wat ze dan ook meestal wel weten. Zulke verliefdheden zijn veilige verliefdheden, verliefdheden waar nooit van wat hoeft te komen, maar die tenminste wel voorzien in de behoefte gewoon een keer verliefd te zijn. ’t Is vertederend en ongevaarlijk. Voor de rest zijn die meisjes dan nog te onzeker.

Toen ik nog veertien was moet ik ook onzeker zijn geweest, zoals iedereen dat op die leeftijd is, jongens ook. Verliefder werd ik er niet van en verder ook niet meisjesachtig, wat grappig zou zijn geweest. Toch denk ik nu dat ik zo’n zinloze, tedere en ongevaarlijke jeugdliefde wel heb gehad. Die liefde was Tsjechië, Praag in het bijzonder, een land waar ik tot twee keer toe bijna op vakantie ging, tot m’n ouders de reis weer annuleerden, omdat zij ook onzeker waren en toch geen veertien meer.

Verderlezen…

Bier in Luxemburg

Luxemburgs bier

Simon Dinkel op de Schueberfouer

Nederlanders zijn gewend om bij de buren te drinken: Belgisch bier is overal, Duits bier vooral op zomerse terrassen; Belgische en Duitse stijlen worden nagedaan en soms Engelse ook. In ieder geval weten we ons omringd door echte bierlanden en overzee is er natuurlijk ook genoeg om bewonderend naar op te zien.
Wie kijkt er ooit naar Luxemburg?

Op mijn blog heb ik al vaak een lans gebroken voor bieren uit het oosten van Europa. We moeten naar Litouwen, we moeten naar Hongarije, we moeten zeker ook naar Polen en als je er dan toch in de buurt bent, ook naar Slowakije. Zelf ga ik over anderhalve maand weer terug naar Tsjechië.
Keek ik ooit naar Luxemburg?

Anderhalve week geleden was ik zelf in Luxemburg en moest ik er wel naar kijken. Verderlezen…

Taal in Luxemburg

Luxemburgs

Gestapo-Denkmal met Frans en Luxemburgs, maar nu ‘ns zonder Duits…

Onlangs was ik in Luxemburg, ik schreef er al over op deze site. ’n Mooie stad met meerdere gezichten en ook meerdere tongen, want Luxemburg is meertalig. Dat is een troef, natuurlijk, economisch en misschien zelfs intellectueel, want meertaligheid maakt slim – maar wat mij betreft is het vooral ook een charme. Meertaligheid is in Europa geen zeldzaamheid, er zijn wel meer steden en streken waar talen naast elkaar bestaan (Friesland in eigen land, Brussel bij de buren), maar hoe de tweetaligheid wordt uitgewerkt verschilt nogal en de Luxemburgse oplossing is vrij uniek.

Meertalige gebieden zijn in de praktijk vaak teleurstellend eentalig: voor wie er niet te veel naar zoekt is Brussel toch vooral Franstalig en Friesland ook vooral Nederlandstalig. Er is een eerste taal en een tweede taal, gelijkwaardigheid is er maar zelden. In West-Europa wint vaak het Frans, in het oosten dikwijls het Russisch (zelfs zonder militaire steun): talen van handel en politiek, waar de lokale taal maar met moeite tegen op kan boksen.

In Luxemburg staat het Frans ook bijzonder sterk. Verderlezen…

Luxemburg, stad in drieën

Vorig weekend was ik in Luxemburg, één nacht maar, nauwelijks twee dagen. Ik was er ook niet voor het eerst, het was geen eerste kennismaking die te vluchtig was. Als terugkeren voelde het toch ook niet, daarvoor ken ik Luxemburg niet goed genoeg, al heb ik toch nog geprobeerd oude herinneringen na te reizen, wat maar een beetje lukte. Goed, ik was er, daar gaat het toch maar om.

Luxemburg is een land en vooral ook een stad; naar die stad is het land genoemd. “Kleine burcht” heette die stad eigenlijk, we hadden haar in het Nederlands nog wel Luttelburg kunnen noemen, en als het een dorp in Groningen was geweest Lutjeborg. Hoe het precies Luxemburg geworden is wil ik liever niet weten, daar moet veel verwarring en slechte uitspraak aan vooraf zijn gegaan en daar ben ik gevoelig voor.

Foto’s van Luxemburg

  • Luxemburgs

Verderlezen…

Bier in Portugal

Bier in PortugalEind januari zat ik nog lekker in Portugal, in Lissabon. Wat daar winter heet voelde als lente. Het was warm, zonnig tussen de buien door, mooi en zeker ook gezellig. Mijn vriendin en ik hadden er voor wat dagen zelfs ’n stamcafé, Marcelino Pão e Vinho, en daar aten we inderdaad brood en we dronken er wijn. We kregen er de heerlijkste worsten en kazen bij te eten: gerookt, gerijpt, gekruid of een combinatie van die drie, en bijna leek het alsof al die smaken ook in de olijven en de wijn terugkwamen. Je zou denken, wie verlangt er dan nog naar bier, in een wijnland is het leven met wijn toch ook goed?

Toch kwamen we op de eerste avond, in hetzelfde barretje, al een bierliefhebber tegen. Het was een Australiër met een Nederlandse vader en een baantje bij een biercafé in Engeland, op wereldreis door Portugal, nu al wat dagen gestrand in ons deel van Lissabon. Hij was met de huiswijn best tevreden, maar zag geïnteresseerd toe hoe wij bijzondere flessen Alentejo en Douro open lieten maken en toen ging het al gauw echt over bier. In Lissabon was er niet veel te vinden, gaf hij toe, maar bij Marcelino hadden ze wel een stout op fles en die moesten we dan toch ‘ns proeven.

Verderlezen…

Bier in Polen, Slowakije & Tsjechië

Bier in PolenAl anderhalve week ben ik terug van vakantie. Daar heb ik nog altijd niets over verteld. Soms lijkt het wel alsof terugdenken al te veel tijd kost. Ik heb m’n foto’s nog niet eens bewerkt. Mijn lijst met bierrecensies is nog niet op Ratebeer gezet. Misschien moet ik dat ook maar niet meer doen.

De vakantie begon in Warschau. In Warschau was ik al eerder geweest, eind 2011. Toen was het kersttijd. De stad was koud, maar er kwam ’n mooi zonnetje door de wolken heen en ik zag, dat ik er wel van kon houden. Bij Warschau moet je dat altijd uitleggen. Weinig Europese hoofdsteden hebben zo’n gaaf historisch centrum, maar ja, dat van Warschau is dan ook herbouwd. Die geschiedenis hè. Het moet er altijd over gaan.

Dat Polen ook een toekomst heeft blijkt uit het bier. Verderlezen…

Bier in Boedapest

BoedapestBoedapest is de hoofdstad van een echt wijnland. Wat zoekt een bierliefhebber daar? Tot voor enkele jaren viel er in de elegante Hongaarse hoofdstad nauwelijks goed speciaalbier te drinken, tenzij het van over de grens kwam. Maar die tijd is gelukkig voorbij. De laatste paar jaar is Boedapest een echte bierbestemming geworden. Dat ervoer ik de afgelopen week, toen ik er was.

“Bierrevolutie”, dat woord hoor je in Nederland ook wel eens vallen. Hipper: craft beer revolution. Kleine brouwerijen zijn in opkomst, uitgesproken smaken mogen weer, nieuwe invloeden komen van over de plas en niet meer uit gevestigde bierlanden als België. Het is een revolutie die zich in Nederland ook voltrokken heeft, vooral in Amsterdam trouwens, de provincie volgt voorzichtigjes.

Wat we in Nederland wel eens vergeten is dat die bierrevolutie in heel Europa aan de gang is. Verderlezen…

Bier in Litouwen

VilniusVerleden weekend bezocht ik Vilnius. Dat is een heel plezierige stad. Er hangt een ontspannen, open sfeer, iets van opluchting haast. De geschiedenis is hier eindelijk geschiedenis geworden, de panden zijn opgeknapt, de tradities gecanoniseerd. Eindelijk vrij, eindelijk zelfstandig. Hopelijk lukt het de Litouwers die aangename sfeer nog lang vast te houden.

In Vilnius kun je eindeloos kerken bekijken, wat ik graag doe, maar je kunt er ook eindeloos biertjes proeven en daar ben ik natuurlijk ook niet vies van. Litouwen heeft, zo ontdekte ik, een bloeiende biercultuur. De Litouwers zijn trots op hun traditionele bieren. Westers importpils domineert hier niet de markt, eigen onafhankelijke brouwers weten zich goddank te handhaven. In Litouwen domineert zelfs niet één stijl. Hoe kan zo’n rijke biercultuur zo ontzettend onbekend zijn in het westen?

Litouws bier heeft een eigen karakter. Mout mag je hier nog proeven, dat is fijn. Haast alle bieren die ik dronk hadden een volle, moutige, broodachtige smaak. Dat past bij de Litouwse cultuur, waarin brood heilig is. Brood mag in Litouwen zelfs niet omgekeerd liggen, als het op de grond valt moet je ’t kussen… Verderlezen…

Macedonisch Skopje

SkopjeToen ik de term nationalisme voor het eerst uitgelegd kreeg, werd hij in de context van de 19e eeuw gezet. Napoleon was net weg, men verlangde ‘ns wat naar vroeger, romantiek en zo, en daar vloeide dan trots op de eigen natie uit voort. Eigenlijk klopt die volgorde niet helemaal: het gevoel bestond natuurlijk al veel langer, alleen de natiestaten waren nieuw. Waar men eerst trots was op de eigen regio – waar de gemiddelde burger toen nooit vandaan verhuisde – daar kwam er in de 19e eeuw de nationale trots bij, of zelfs voor in de plaats. Het vaderland, ineens bestond het, en iedereen deed maar alsof het altijd al had bestaan.

Als we er nu op terugkijken dan is het maar koddig, dat 19e eeuwse nationalisme. Ook Nederland, nog maar net met tegenzin los van België geraakt, had symbolen nodig. Rembrandt van Rijn werd opgepoetst: onze nationale schilder. Vondel, Hooft en Bredero, die mochten we nooit vergeten. Er kwamen straten en parken en op de pleinen werden standbeelden neergepoot. Er werden liederen geschreven, samen zongen we voor het nieuwe vaderland. Maar verder viel het nogal mee in Nederland, de pompeuze monumenten die in Brussel werden gebouwd waren nog veel nationalistischer. Een jubelpark met een triomfboog, een gigantisch justitiepaleis, zuilen, lanen, beelden: alles voor het Belgisch vaderland. Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.