Bierrecensie: Orval

Toen ik verleden jaar met deze vernieuwde website begon, na eerst wat jaren geploeterd te hebben op een kleiner blog zonder mijn naam in de url, sprak ik al meteen de ambitie uit hier ook bierrecensies te gaan plaatsen. Wat ik sindsdien nog altijd niet heb gedaan. Laat ik er vandaag maar mee beginnen, want de Orval die ik gisteren dronk, daar was wat mee, en in z’n algemeenheid vind ik wel dat je een reeks bierrecensies met een klassieker beginnen moet, en klassieker dan Orval kan bijna niet.

Orval – Ongrijpbare klassieker

Iedere bierliefhebber kent Orval. Het is één van de trappisten, dat helpt natuurlijk, de beste marketing blijft toch een klooster. Het is een bier met een lange geschiedenis, dat ook, en het is een bier dat eigenzinnig is, eigenzinniger dan de andere trappistenbieren. “Het is in geen enkele stijl in te delen,” hoor je vaak zeggen. Spannender is de visie die Ron Pattinson mij ooit ‘ns openbaarde tijdens de brett-dagen van 2013: het is eigenlijk een ouderwetse Engelse IPA, met hop én brettanomyces.

Brett, jazeker, Orval wordt gebotteld met een getemd wild gist en dat typische gist heeft een grote invloed op de smaak. Niet als het bier jong is, maar wel na een paar maanden. Er komt dan ’n kruidig, netelig aroma in het bier, terwijl de hoppen naar de achtergrond verdwijnen. Tegenwoordig is de Orval vooral om dit brett-aroma geliefd, bierliefhebbers laten het bier daarom graag rijpen. Ik doe dat ook graag, maar voor deze recensie proefde ik twee jonge bieren.

Een ouderwetse Engelse IPA, dat is hoe je het jonge bier zou kunnen omschrijven. Natuurlijk is de hop nauwelijks te proeven als je net een Amerikaanse IPA hebt binnengewerkt, maar dat moet je dan ook niet doen als je aan een Orval begint. Laat de subtiele hoppen gewoon hun werk doen in je mond. Bij het brouwen van Orval wordt er van dryhopping gebruik gemaakt, dat is toch wel bijzonder voor een traditioneel Belgisch bier. Maar dit is dan ook een traditioneel Belgisch bier dat eigenlijk een oude Engelse IPA wil zijn. De kandijsuiker, eerlijk vermeld op het etiket, is dan wel ’n Belgisch tintje en dat is het spannende brettanomycesgist ook.

Orval proeven: twee maanden en een wereld van verschil

Goed, laat ik naar het proeven gaan. Twee jonge Orvals proefde ik gisteren, één van april en één van mei. Ik verwachtte me dus aan de licht hoppige toets van ’n verse Orval, en de aardige moutsmaak van een Engelse pale ale. Het bier van april voldeed aan die verwachting: een romig, zacht bier met een frisse toets van wat grassige, vluchtige hop. Een briesje door een dennenbos, zou een wijnschrijver wellicht zeggen. Ergens in dat bos geurde nog een rozenbottelgist ook. Dit is zoals ik de jonge Orval ken en zo drink ik ‘m graag.

OrvalHet tweede flesje, dat ik naast het eerste flesje dronk, dwong me uiteindelijk tot dit blogje. Deze piepjonge (of kakelverse?) Orval was gebotteld in mei, een maandje terug dus nog maar, en hier pakten haast alle smaken anders uit. Verrassend genoeg was de hop veel minder aanwezig, het bier miste een frisse toets. Er kwam vooral een zachte karamelsmaak naar voren, die aangenaam was en ook in de zoete afdronk bleef hangen, al kon je daar ook de kandij nog wel bijfantaseren. De gistsmaak neeg meer naar framboos, en dat is voor mij toch minder, ik ben geen liefhebber van framboos. Hoewel het bier zeker smakelijk was, kon ik niet zeggen dat dit de Orval was zoals ik ‘m wilde hebben.

Ik heb het glas van de tweede versie uiteindelijk niet leeggedronken, maar dat had een andere reden: er raasde een duif over het terras en die scheet pardoes in mijn glas. Bier kun je maar beter binnen drinken…

Orval: het oordeel

Orval is een klassieker, natuurlijk dronk ik het bier gisteren niet voor het eerst. Het is al jaren één van mijn favorieten, een negatief oordeel ligt niet in de lijn der verwachtingen. Dat geef ik dan ook niet: die jonge Orval van april smaakte me heel best. Prachtig in balans, rijk aan plezierige bijsmaken, voer voor associaties. En bovendien historisch relevant door wat Ron Pattinson er ooit over zei. Fijn zo.

De versie van mei is duidelijk té jong, of gewoon echt onbehoorlijk vergist, dat moet de tijd leren. Het was nu eigenlijk de naam en faam van Orval niet waard en had in deze staat de brouwerij niet mogen verlaten. Zo streng zouden we ook voor een alom gewaardeerde klasse-brouwerij als Orval wel mogen zijn.

Orval in cijfers

Ik proefde dit bier op donderdag 25 juni, bij proeflokaal De Kleine Deugniet te Alkmaar.

  • Brouwerij: Brasserie d’Orval
  • Bier: Orval
  • Alcohol: 6,2%
  • Stamwortgehalte: 13.4 Plato
  • Kleur: 22 EBC
  • Bitterheid: 40 EBU
  • Botteldata: 21-04-2015 en 07-05-2015

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.