Wandelend voorbij de nevel
Wie wandelt, heeft precies het juiste tempo. Tijd en ruimte vallen dan samen. Je ziet nog eens wat, je hoort nog eens wat. Fietsen gaat eigenlijk al te vlug. De auto is helemaal zonde van het landschap, in een auto merk je daar haast niks meer van. Dat vind ik – het boek Eiland in de nevel, door Lodewijk Dros, leert dat de kunstenaar Pieter Kikkert er vast óók zo over had gedacht, als hij in de tijd van de fiets en de auto had geleefd. Maar Pieter Kikkert leefde tweehonderd jaar geleden. Zijn schrikbeeld was de diligence.
Kennismaken met Pieter Kikkert
Een echte biografie van Pieter Kikkert (1775-1855) zal wel nooit geschreven worden, maar Dros’ Eiland in de nevel komt dicht in de buurt. Dat Dros deze etser, dichter en reder zoveel eer bewijst is het gevolg van een toevallige kennismaking. Dros, Kikkert, het zijn beide Texelse namen en omdat oud-Texelaars nu eenmaal vaak met „hun” eiland vereenzelvigd worden, werd Lodwijk Dros een curiosum uit het Kikkert-archief onder ogen gebracht: een handgeschreven verslag van de wandeling die Kikkert eind 18e eeuw over Texel maakte. Texel bracht Dros én zijn lezers zo in contact met een vrijwel vergeten intellectueel en zijn bijzondere netwerk.
De wandeling die Pieter Kikkert maakte, vermoedelijk in 1791, heeft historisch wel enige betekenis. Texel lag er toen anders bij dan nu, de zee kwam nog tot veel dichter bij de dorpen, de polders stonden onder zware druk. Het eiland was nog niet bezaaid met ANWB-paddestoelen, zijn natuur was nog geen vakantiepark voor wandelaars geworden. Kikkert leerde een heel ander Texel kennen dan de volksstammen die zijn advies, vooral uit wandelen te gaan, nu hebben opgevolgd.
De ongerepte Texelse natuur die Kikkert beschrijft moet wel de eerste aantrekking voor Dros zijn geweest, maar met alleen dat beeld was Eiland in de nevel een kort boekje gebleven. De kennismaking met Pieter Kikkert opende gelukkig nog veel meer perspectieven. Zo kon Eiland in de nevel uitgroeien tot de rijke milieuschets die het nu geworden is. Het is voor de lezer een kennismaking met een andere tijd en ruimte.
Van Eierlander huize
De familie Dros is verbonden met Texel, maar de wortels van deze familie reiken verder terug. De gebroeders Dijt, die het standaardwerk „Texelse geslachten” schreven, zoeken de Urheimat in Oude Wetering, niet ver van Leiden. Dit dorp is overigens zelf ook weer een eiland, dus eilanders blijven ze, die Drossen. Pieter Kikkert werd in Leiden geboren, maar ook hij had Texelse voorouders – ik schreef al dat Kikkert een echte Texelse naam is. De familiegeschiedenis van de Kikkerts reikt echter óók verder en daarover gaat het in Eiland in de nevel veel, want er was Pieter Kikkert nogal wat aan gelegen, aan die familiegeschiedenis.
Pieter Kikkert hield van wandelen, maar dat hij het noordelijke schiereiland Eierland als reisdoel koos had alles met zijn familiegeschiedenis te maken. Daar, op Eierland – een duinpol vol meeuweneieren – zwaaiden de Kikkerts generatieslang de scepter over het Eierlandse Huis. Dat was hun recht, hun „Semeinsrecht”, zo’n overerfbaar recht zoals die er in de 18e eeuw nog zo veel waren. Dat er in de 19e eeuw wat pragmatischer over zulke privileges werd gedacht maakte Pieter Kikkert woest. De stamboom bewees toch zeker zijn gelijk?
Dros gaat als 21e eeuwse journalist nog eens met een scherp oog door die stamboom heen en haalt mythe en werkelijkheid helder uit elkaar, maar hij doet meer. Zo krijgt Eiland in de nevel de diepte die het boek zo aantrekkelijk maakt: door het journalistieke werk van Dros en zijn spottersoog, dat niet alleen van de vroegmoderne poeha van de Kikkerts, maar ook van de hedendaagse elites het masker aftrekt, maakt duidelijk dat het maar goed is dat Kikkerts handschrift juist Dros werd toegeschoven.
Twee keer dubbele moraal
Voor Pieter Kikkert krijg je als lezer anders best sympathie. De gretige jonge Pieter, die zich per ongeluk insluit op een Texels duin, terwijl het water steeds dichter komt… Het is bekende branie. Op dat duin dweept Pieter vervolgens met de Keltische bard Ossian, van wie we nu weten dat die verzonnen was, in dezelfde traditie als het Oera Linda Boek eigenlijk, mystificatie en romantiek. Het maakt de dromerige Pieter, die niet beter wist, haast aandoenlijk.
Ook de jongvolwassene Pieter Kikkert, met z’n hoogdravende geschrijf, die zoveel moeite deed om erkend te worden door de wat brallerige leden van het geheime genootschap Democriet, had zo naast mij in de collegebankjes kunnen zitten, of naast een andere lezer. In plaats van Democriet zou ‘ie dan wel bij de een of andere vereniging aangesloten zijn. En nog steeds zou hij de rode kousen dragen die hij bij z’n inwijding in Democriet droeg.
Maar Eiland in de nevel wordt grimmiger als Dros ook de dubbele moraal van onze werkelijke tijdgenoten blootlegt. De Texelse discussie over polder Waalenburg, waarbij betrokkenen met dubbele tong blijken te spreken, kan de „Overkanter” die erover leest vast weinig schelen, maar gevoeliger wordt het als de slavernijdiscussie aan de Kikkerts raakt. Wat stond Dick Berlijn daar nou te bazelen aan de buste van Albert Kikkert? Wist hij niet wat voor beul dat was? Vast wel. Dros prikt met z’n scherpe pen net zo makkelijk door onze elites heen als hij er de elite van Pieter Kikkert mee schildert.
Wandelen met Kikkert en Dros
Mee uit wandelen met Pieter Kikkert, dat is uiteindelijk wat de lezer doet. Pieter was een veelzijdig man, hij wist van alles wel wat en hij kon de mooiste mijmeringen aan het alledaagse rijmen. Hij was goed gezelschap, daar ben ik wel van overtuigd. Hetzelfde geldt voor zijn biograaf tegen wil en dank, Lodewijk Dros. Die laat in dit boek maar weer zien wat een rijkdom je ontdekt als je ‘ns de tijd neemt om te kijken. Dros vertelt aanstekelijk, met milde spot en zelfs een beetje genade, en zo trekken alle nevelen op.
Wat Dros ook laat zien, is dat Texel een heerlijk onderwerp is. Texel heeft altijd met van alles te maken gehad, de lijnen lopen naar Amsterdam en Curaçao, naar de Oost en naar onszelf. Het is „Nederland in het klein”, herhaalt Dros nog maar ‘ns. Je kunt er alle kanten mee op en toch houd je het overzicht door er telkens terug te keren. Zelfs ik kom in Eiland in de nevel nog even aan het woord, een hoofdstuk verder ben je me alweer haast vergeten. De ene kennismaking volgt op de andere. Wat een dankbaar onderwerp, wat een heerlijk eiland.
Eiland in de nevel is niet compleet zonder eigen wandelroute, een Texels „Pieterpad”. Er staat zelfs een recept voor een Eierlander streekgerecht in opgetekend. Het boek is zo z’n eigen spiegel, spot drijft het ook met zichzelf en met z’n schepper. Maar meer dan een knipoog is het toch vooral een uitnodiging om beter om ons heen te kijken. Neem de tijd. Ga wandelen. Lees dit boek.
Eiland in de nevel
Lodewijk Dros
Boom, Amsterdam
Mei 2019
€ 22,50