Boeken in boekwinkels

Hermans schrijft in één van z’n autobiografische Simmillionverhalen de volgende zin:

Alleen in straten vol boekwinkels heb ik het gevoel in een wereld te leven die rekening met mij houdt.

Dat is een zin die ik graag citeer, want ik denk er zelf zo over. Ik houd van boekwinkels. Als ik op reis ben, zoek ik altijd die straten vol boekwinkels op (wat in de landen waar ik ’t liefst kom ook best wil lukken), en ook in mijn eigen Alkmaar ga ik graag de boekwinkels binnen. Maar toen ik dat gisteren deed bij Van der Meulen overviel me droefheid, en gauw stond ik weer buiten. Het bezoek aan de boekwinkel had me treurig gemaakt over van alles.

De titels met achternamen

boekwinkelsHet begon al direct na binnenkomst. Een tafel met boeken lag voor me. Ik herkende er de naam Tolkien. Daar ben ik verder geen groot lezer van, al interesseren z’n talen me nog wel ‘ns, maar goed, ik herkende die naam en dus keek ik verder. Het bleek te gaan om Simon Tolkien, de kleinzoon, en het boek (“Niemandsland”) was ook geen fantasyboek, geloof ik. In ieder geval was het uitgegeven en vertaald naar het Nederlands, en vast ook naar andere talen, en daar voelde ik toch enig ongemak bij.

Goed, het zal wel afgunst wezen dat ik dat denk, ik zou die gedachte ook eigenlijk niet op moeten schrijven want daar krijg ik dan later gelazer mee, maar eerlijk: ik dacht dat die Simon Tolkien z’n succes aan z’n achternaam te danken had. Een gedachte die me vaker overvalt in boekwinkels. “Die ligt daar door z’n naam,” denk ik dan, “en door z’n netwerk.” En dan voel ik mij een afgunstige mislukkeling, want ik heb alleen dit blog en een achternaam die buiten Texel niemand wat zegt. Enfin, ’n stomme gedachte dus. Naar van mij.

Toch, al die achternamen. Een ogenblik langer liet ik de gedachte toe en het kostte nadien moeite het patroon níet te zien. Haast al die uitgestalde boeken kon je wel aanprijzen met een gele sticker “Bekend van TV!” Ik héb niet eens een tv. Ben ik dan nog wel de doelgroep?

Die laatste gedachte bleef hangen toen ik verder liep door die winkel. Een plankje Duitstalige boeken zonder degelijke Duitse literatuur daartussen. Zelfs niet wat Reklam-uitgaven. De taalkundeboeken waren half omver gevallen en daardoor kromgebogen en trouwens, op die ene Van der Horst na toch niet werkelijk interessant voor míj (sorry Marc). Verder veel reisboeken en kookboeken en nog wat kasten literatuur waar ik eigenlijk ook niet verder mee kwam. Inderdaad: ben ik de doelgroep?

Boekwinkels en de ontlezing

Boekwinkels hebben het moeilijk. Dat schrijft ook Het Parool. Als ik zoiets lees gaat me dat aan het hart, want ik ben toch iemand die gelukkig wordt van straten vol boekwinkels, ik ben heus de doelgroep, of in ieder geval maak ik me dat nu al heel wat jaren wijs. Toen in mijn eigen stad boekhandel Het Keerpunt verdween ging me dat ook aan het hart. Want zeker, dáár voelde ik me nog de doelgroep.

Bon, “doelgroep” is natuurlijk een lelijk woord. Ik kan ook zeggen dat ik me bij Het Keerpunt altijd erg welkom voelde. Het was een boekwinkel met een eigen poëtica, zoals Wieringa het ooit verwoordde in gesprek met Maarten Dessing, een boekwinkel waar je in ieder geval iets vond dat de eigenaresses ook echt mooi vonden. Daar hield ik van. Niet alles wat zij mooi vonden vond ik weer mooi, natuurlijk niet, maar er ging tenminste liefde van uit. Zo’n boekwinkel verdient steun, zou ik graag schrijven, maar het is dus al te laat. Het Keerpunt is gesloten en zo gaat het, getuige Het Parool, ook in Amsterdam.

Dat boekwinkels sluiten wordt vaak aan de “ontlezing” geweten. We lezen te weinig, klinkt het. Maar ik lees zelf eigenlijk best veel. Mijn vrienden lezen ook best veel. Steeds meer generatiegenoten doen de tv, de “treurbuis” waar die ontlezing mee begonnen zou zijn, de deur uit en in de plaats lezen ze nu. Alleen: ze lezen vooral veel online. U leest op dit moment ook online, waarde lezer, want u leest mijn blog. Er wordt volgens mij meer gelezen dan ooit, alleen niet meer uitsluitend uit boeken.

Goede boekwinkels lijden onder de slechte

In het artikel van Het Parool komt gelukkig ook nog een andere mogelijke oorzaak voor het verdwijnen van boekwinkels naar voren. De markt zelf is veranderd. Hier lees ik iets terug van het verdriet dat mij gisteren overviel: de grotere boekwinkels, de mainstream zogezegd, storten zich op kleurige kaftjes en op schrijvers die bekend zijn van de televisie. Zo vervreemden ze hun werkelijke doelgroep van zich: de boekenliefhebber, de literatuurlezer, die best bereid is geld uit te geven als hij zich welkom voelt. Het imago van de boekwinkel lijdt hieronder, ook het imago van goede boekwinkels. Als ik me straks werkelijk niet meer bediend weet in die straten vol boekwinkels, dan blijf ik wel helemáál online, dan koop ik mijn boeken via Bol.com of ik lees mijn literatuur op blogs.

Natuurlijk, die goede boekwinkel, dat zaakje met z’n eigen poëtica, die misdoet mij niets. Die is juist goed bezig. Maar hoe minder er van dat soort boekwinkels overblijven, hoe minder ik de stad in zal wandelen om een boek te kopen. Omdat ik van de gemiddelde boekhandel de doelgroep niet meer ben, zal ik, en dat spijt me heus, ook minder vaak die boekwinkels binnenlopen waar ik me wél welkom zou voelen. Het is een proces dat ik niet eerlijk vind en waar ik niet aan toe wil geven, maar ik denk dat het me toch overkomt en anderen ook. Zo verdwijnt de kwaliteit definitief.

De doelgroep gaat verder

Het ligt dus niet aan die goede boekwinkel, het ligt aan die slechte boekwinkels, en het ligt aan mij, want ik zou harder moeten vechten. Maar het ligt ook aan de uitgevers, vind ik, die inderdaad wel erg inzetten op die bekende namen en op tv. Ze geven toe aan dezelfde denkfout die musea ook dikwijls maken: dat je alles op alles moet zetten voor een “nieuwe” doelgroep, met ’n hoop show en veel laagdrempeligheid, maar dat je uiteindelijk dan je eigen doelgroep van je vervreemdt.

Die oude doelgroep zal dan wel andere wegen vinden, andere straten vol boekwinkels, misschien zelfs wel een ander literatuurbegrip of een andere poëtica. Het internet biedt natuurlijk geweldige mogelijkheden, het internet is immers juist het medicijn tegen ontlezing. Daar ben ik best optimistisch over. Voor de echte verandering moet ook het dierbare soms wijken. Uiteindelijk komt daar dan die wereld voor terug waar men werkelijk rekening met mij houdt. Hoop ik.

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.