Dit is waarom, en wel hierom
Het zichtbaarste taalcontact is toch wel ontlening. Dat een woord als “contact” van oorsprong on-Nederlands is zie je zelfs aan de spelling, met twee keer een c. Iets minder zichtbaar, maar minstens zo gewoon, is de leenvertaling. Zo is “leenvertaling” een letterlijke vertaling van het Duitse Lehnübersetzung. Noch tegen leenwoorden, noch tegen leenvertalingen heb ik groot bezwaar, maar sommige verbazen me wel.
Zo is er een wetmatigheid, dat leenwoorden pas echt succesvol worden als ze op de één of andere manier “beter” zijn dan het oorspronkelijke woord. Het leenwoord is bijvoorbeeld preciezer, of het geeft een extra nuance aan. Het klinkt toch anders om iets not done te noemen dan “onaanvaardbaar”. Vaak worden leenwoorden succesvol omdat ze korter zijn. Vooral Engelse leenwoorden zijn heerlijk kort. “Afdrukken” is én een mond vol, én ambigu. Dan zeg je toch eerder printen. Ik ook.