Het verstrengelde smalspoor van Mülheim aan de Ruhr
Tijdens onze reis door het Ruhrgebied verkenden we drie soorten stadsspoor, in Mülheim, Duisburg en Essen. In Oberhausen waren we ook, maar de tramlijn van Oberhausen was net tijdens ons bezoek in onderhoud, dus we hebben daar geen tram gereden. Wel hebben we de groengele Oberhauser trammetjes zien rijden in Mülheim. Die stad is namelijk met al de omliggende netten verbonden, alleen steeds op een net iets andere manier.
Het Ruhrgebied, dat is een bestuurlijke lappendeken. Het openbaar vervoer is er óók veelkleurig. De argeloze bezoeker van deze stedelijke regio heeft het er maar mee te stellen, heel overzichtelijk is het allemaal niet. Maar met een beetje moeite valt er best uit te komen en anders heeft de bezoeker dit blog nog, als steuntje in de rug.
Mülheim en het net-niet-net
Mülheim aan de Ruhr is met zo’n 170.000 inwoners een flinke stad, maar toch niet direct een stad waar je een metro zou verwachten. In eigen land hebben steden van dit formaat alleen bussen, of ze moeten per ongeluk met een grotere stad vergroeid zijn geraakt. En dat is natuurlijk precies wat er in Mülheim aan de hand is: het ligt vast aan Duisburg en Essen, veel grotere steden. Mülheim is onderdeel van de ‘Ruhrstadt’ met vele miljoenen inwoners.
Dat schept eigenlijk weer een andere verwachting: Mülheim als onderdeel van een groot Ruhrs metronet, met een lijn van Duisburg naar Essen en verder. Ergens tussen de buslijnen van middelgrote Nederlandse steden en die ambitie, een echt Ruhrs metronet, is Mülheim blijven steken. Als tramstad, dat wel, en ook nog met een ondergrondse – maar dan als een naadje van die lappendeken.
Mülheim: trams op smalspoor
Goed, de basis eerst: de tram. Mülheim heeft een eigen tramnet met drie smalspoorlijnen, die kruisen in het centrum, en daarbuiten zes bestemmingen aandoen. Al klopt dat niet helemaal, want één lijn stopt tegenwoordig binnen het centrum al, bij het ziekenhuis. Eind 2023 werd namelijk de rest van deze lijn, door een woonwijk met onder meer het Max Planck Instituut en een openluchttheater, opgedoekt. Jawel!
Het lijkt wat onvoorstelbaar, in een tijd waarin politici toch de mond vol hebben van vergroening en hoe OV daar belangrijk bij kan zijn, maar om heel eerlijk te zijn begrijp ik het inmiddels toch een beetje. Door wat fijnmazigheid op te geven zou het tramnetwerk van Mülheim misschien wat hogere frequenties kunnen instellen op de resterende lijnen. Al lijkt dat op het moment nog niet de uitwerking van deze afsluiting.
Want dat valt dus op: dat de trams niet heel vaak rijden. ’s Avonds en op zondag rijden ze maar twee keer per uur. En op dat ene stukje dus helemaal nooit meer, daar is de bovenleiding inmiddels weggehaald.
Een tunnel als complicatie
Het netwerk van Mülheim beschikt over een tunnel, maar dat maakt het netwerk eigenlijk niet beter. De lijnen vanuit het westen gebruiken deze tunnel om onder de Ruhr door te komen. Dan volgt een stukje binnenstad, met station Stadtmitte als overstaphalte. Alleen: wie daar over wil stappen moet vanuit een behoorlijk diep station omhoog zien te komen, de lijnen naar het noorden (Oberhausen; Borbeck) zijn namelijk bovengronds. Ook de tweede overstapmogelijkheid op de lijn naar Borbeck is van onder- naar bovengronds. Dat kost tijd.
De lage frequenties maken deze overstaprelaties nog frustrerender. Als je ’s avonds je overstap mist kun je een half uur wachten, dat is natuurlijk geen prettig vooruitzicht. Een diep tunnelstation is ook net iets minder verleidelijk dan een straathalte voor je neus, je moet reizigers wél iets te bieden hebben als je ze naar beneden wil krijgen. Dat lukt nu niet voldoende, het is vaak best stil in Mülheims ondergrondse.
Een en ander zou beter worden als ook de andere tramlijnen in de tunnel kwamen te liggen. Die vervlechting zou de frequentie in de binnenstad al meteen verhogen ook. Maar dan moet er wel flink bijgebouwd worden en dat is duur, ingewikkeld – niet buitengewoon realistisch dus.
Smalspoor en normaalspoor ineen: Vierschienengleis
De tunnel is dan misschien niet helemaal de perfecte vervoersoplossing, het is wél een mooie tunnel. De stations zijn opvallend gedecoreerd, vooral station Broich, bij het kasteelpark waar het bovengronds goed toeven is.
Spoorliefhebbers moeten deze tunnel sowieso een keer bezocht hebben, want er is hier nog een andere bijzonderheid: een vierrailig spoor, ofwel ‘Vierschienengleis’. Vanuit Duisburg komt namelijk een Stadtbahnlijn op normaalspoor binnen en die gaat vervolgens samen met de smalspoorlijn van Mülheim de tunnel in. Het resultaat is zichtbaar in de stations Broich en Stadtmitte.
Er is nog meer normaalspoor: in het hoofdstation kun je overstappen op de metrolijn naar Essen, de U18. Maar die lijn raakt nergens met het smalspoor verstrengeld, dit is nou juist een ambitieuze, geheel gescheiden metrolijn, met stoere tunnelstations en hoge snelheden. Een herinnering aan een tijd van grotere ambities dan de onze.
Het tramnet van drie lijnen is dus aangevuld met een metrolijn in normaalspoor, die in de praktijk wel uit twee gescheiden lijnen bestaat, één naar Duisburg en één naar Essen. Wie van Duisburg naar Essen reist moet overstappen op het hoofdstation van Mülheim. Dat had anders moeten zijn, maar ja, elk net is net weer anders. De lappendeken wreekt zich.
Het stadsspoor van Mülheim: een oordeel
Mülheim aan de Ruhr heeft een fijnmazig tramnet mogen behouden, maar niet helemaal. De ambitie om dit netwerkje op te nemen in de grote Ruhrmetro die er uiteindelijk nooit kwam heeft dit tramnet eigenlijk een beetje in problemen gebracht. De mooie, maar erg diepe stations maken overstappen onaantrekkelijk. De veelheid aan niet-vervlochten lijnen maakt het dan weer lastig om in de binnenstad hoge frequenties aan te bieden.
Toch is er veel goeds te zeggen over dit stadsspoor. Het hinkt misschien op vele gedachten, het ís er toch maar. Dat er snelle verbindingen met Duisburg en Essen geboden worden verleent het kleine, groene Mülheim extra aantrekkingskracht. Het kan beter, maar het had ook veel slechter kunnen zijn. Veel steden van Mülheims grootte hebben immers alleen maar een bus.
Als de tijdsgeest nog eens zo groen wordt dat er in dit netje mag worden geïnvesteerd, dan zou ik de Mülheimers aanraden om de lijnen die nu bovengronds met de tunnel kruisen, in die tunnel te leiden. Dat smalspoor, ach, dat is een charme, zou ik zeggen. Dat is het grootste obstakel verder niet. Maak wat mooiers van wat je al hebt en laat de treintjes vaker rijden. Dan komen die reizigers er echt de tunnel wel voor in.
Bas Lulf
In verband met treinenbeurzen was ik vaak in de omgeving van Dortmund, later zijn daar het spoorwegmuseum in Bochum en…