Archief september 2017

1
Bier in Den Helder
2
Kiezen voor Duits bier
3
Bierrecensie: Rampzalig (Vlielands bier)

Bier in Den Helder

den-helder-beatrixstraatIk ken eigenlijk geen andere stad in Nederland waar zoveel vooroordelen over bestaan als over Den Helder. Het jammere is dat die vooroordelen meestal ook precies dezelfde zijn, het komt steeds op dat zelfde belegen grapje over ergens dood gevonden willen worden neer, en dat grapje wordt dan ook nog ‘ns gebracht alsof de bevooroordeelde dat grapje zélf bedacht heeft. Nee, ’t is geen pretje om over Den Helder te spreken. Maar in de veilige monoloogvorm van dit blog wil ik ’t ‘r nog wel ‘ns op wagen, en wel, omdat Den Helder dit weekend even de bierhoofdstad van Noord-Holland is. Dat heeft alles te maken met het KeyKeg International Beer Festival.

Bierstad Den Helder

Den Helder is normaal geen bierhoofdstad, maar toch wel ’n beetje ’n bierstad. De wild gegiste experimenten van Tommie Sjef gaan heel de wereld over, maar komen oorspronkelijk uit ’n boetje in Den Helder. Verder is er de Stadsbrouwerij Helderse Jongens, gevestigd in ’n prachtig oud fort, ’n locatie waar menig Noord-Hollandse brouwer jaloers op is. Ook wordt er in Den Helder, in gehuurde ketels in dat fort, ’n broodbier gebrouwen, op basis van in de stad gebakken brood van bakkerij Dunselman. Drie verschillende benaderingen van bier, da’s niet slecht voor ’n klein stadje als Den Helder.

En er zijn dus KeyKegs. Een industrieel product uit Den Helder. KeyKegs zijn plastic biervaten waarin ’n aluminium zak zit met bier, ’n zak die door koolzuur wordt leeggeknepen. Je vindt ze over de hele wereld, en niet ten onrechte, want dit is ’n geweldige uitvinding. Zelfs de kritische Engelsen zijn om: real ale mag uit KeyKegs stromen, want het bier raakt het koolzuur niet, het bier blijft puur en daar is het die Engelsen om te doen. Bierinnovatie dus, opnieuw niet gek voor zo’n klein stadje.

Klein stadje aan zee

Ik noem Den Helder nu al tweemaal ’n klein stadje. Dat is ’t natuurlijk ook, maar zelfs die beschrijving conflicteert al met de vooroordelen. In de belegen grapjes wordt Den Helder altijd ’n stád genoemd, zo’n grote stad met veel problemen en hoge gebouwen en grijze straten – die vooroordelen dus. Den Helder oogt ook wel grootstedelijker dan Schagen of Bergen, dat is waar. Maar toch: het is ’n klein stadje aan zee, met kleine huisjes en smalle straatjes, met grachtjes en pleintjes, met hofjes en kerkjes… Kijk toch ‘ns om die vooroordelen heen, Den Helder is prachtig! Verderlezen…

Kiezen voor Duits bier

Vandaag zijn er verkiezingen in Duitsland. Hoewel er geen grote verschuivingen worden verwacht, hebben die verkiezingen toch al iets opgeleverd, namelijk dat er op tv meer aandacht is voor de Duitse cultuur. Helaas blijven programmamakers daarbij wel wat in clichés hangen, maar dat is nu eenmaal hoe het gaat in Hilversum. Gelukkig zijn er blogs. Hier, op mijn bierblog, zou ik ’n lans willen breken voor Duits bier.

De Duitse biercultuur

duits-bierOm nog maar even met het cliché te beginnen: Duits bier, dat is pils, in literpullen of in halve liters, met braadworsten erbij, gedronken door lieden met snorretjes en gekke petjes. Dat is zo ongeveer wat de televisie ons voorzet als het over Duitsers en bier gaat. Grote hoeveelheden, vooral, alsof het daar alleen om kwantiteit gaat. Dat is niet zo. Duitsers hebben in de regel juist veel oog voor de kwaliteit van hun bier en ze weten ook dat er, zelfs als ze zich beperken tot ondergistend blond bier, meer te proeven is dan pils.

Die laatste zin gaat veel Nederlanders het al dan niet gekke petje te boven, blijkbaar, want men heeft het hier, in navolging van de Angelsaksen, in toenemende mate over “lager”, terwijl wat wij meestal pils noemen ook maar ’n schim van het origineel is. De Duitser heeft z’n Helles (’n licht, blond bier van ondergisting), maar ook z’n Kellerbier, technisch gezien datzelfde bier maar dan nog niet droog uitvergist, troebeler en gelaagder. Er is Märzen en Bock, wat voller en hoger in de alcohol. Je kunt in deze ondergisters meer mout proeven dan alleen pilsmout, er zijn vele verschillende hopsoorten, er zijn verschillen in de rijping – er is een hele wereld te proeven en dat allemaal binnen één stijl die hier zo plat als “lager” weg wordt gezet.

En dan is er nog bovengistend bier, meestal Weizenbier, in het westen vaak ook Alt (zeker niet alleen in Düsseldorf!). Keulen heeft z’n Kölsch, ’n blonde bovengister. Er is de Gose uit Leipzig en Goslar: friszuur bier met zout en koriander. Hoofdstad Berlijn heeft met de Belgische hoofdstad z’n zure stadsbier gemeen (maar ook de gulheid met zoetigheden om dat zure te bederven). Als we ’t over regionale variatie gaan hebben, kunnen we met ondergisters ook nog wel even doorgaan: de Schwarzbiere uit het oosten, de rookbieren uit Bamberg en omgeving, het exportbier uit Dortmund, de opvallend hoppige pilsbieren uit het noorden… Duitsland leent zich als geen ander land voor bierreizen en ik heb er dan ook verschillende ondernomen. Verderlezen…

Bierrecensie: Rampzalig (Vlielands bier)

vlielands-bier

Het Texelse veerpontje naar Vlieland

Omdat ik zo van de Wadden houd, wordt mij wel ‘ns Waddenbier geschonken. Dat kan Texels bier zijn, maar als ’t meezit is het iets onbekends van één van de andere eilanden. Ik proef natuurlijk graag nieuwe dingen. Onlangs werd mij ’n flesje Vlielands bier bezorgd, met de weinig bemoedigende naam Rampzalig – dat kon alleen maar meevallen en dat deed het dan ook.

Wie brouwt Rampzalig?

Het etiket was niet direct geruststellender dan de naam. Het is mij niet helemaal duidelijk welke brouwerij ik aan dit bier moet verbinden. Het is gebrouwen bij de Naeckte Brouwers, dat stond er eerlijk op, en het adres wat vermeld werd moet ook dat van de Naeckte zijn (hoewel de postcode niet klopte). Een huurbrouwsel, maar hoe heet de huurder dan? Hun namen staan óók op het etiket: Henriëtte Waal en Bojan Bajic. Informatief – maar hoe heet nu hun brouwerij? Die noteerde ik dan maar als “naamloos”. Wat ook wel prettig mystiek is, natuurlijk, dat past vast bij ’t Wad.

Indrukken van ’n Vlielands bier

Hoewel het Vlielandse bier zichzelf dus liet ontmaskeren als ’n brouwsel uit Amstelveen, heb ik ’t toch geproefd als was het echt Vlielands. Dat kon ook best, want er was iets Waddenachtigs aan. Dat zat al in de geur: die was wat ijzerachtig, hard, met op de achtergrond dan, haast honigzoet, de weldadige moutigheid van ’t eigenlijke bier. Het Texelse water is ijzerachtig, dat is bekend (het maakt het goed houdbaar en dus was het erg geschikt voor de VOC-schepen, die het insloegen aan Oudeschild); het Vlielandse water kan dat ook wel wezen, dat zou de geur verklaren. Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.