Archief september 2015

1
Het brouwboek van Johannes Wahlen
2
Bierrecensie: Leopold 7
3
Taalcontact: van ij en ui in Tsjechië

Het brouwboek van Johannes Wahlen

Archief Alkmaar

Het archiefgebouw in vroeger tijden

In het archief van Alkmaar, gevestigd in een oud schoolgebouw niet ver van het station, bevinden zich behalve foto’s, boeken en brieven ook bierrecepten. Het bekendste en mooiste bierige archiefstuk dat in Alkmaar te bewonderen valt moet toch wel het brouwboek van Johannes Wahlen zijn, of, in de spelling die op de kaft staat, Brouw-Boeck, met de fraaie ondertitel Mijne geliefkoosde uren. Het jaartal is 1862.

Het handschrift van een bierbrouwer

Het brouwboek is met de hand geschreven, in een sierlijk en goed leesbaar schrift. Toen ik het bestudeerde hoefde ik maar ’n enkele keer moeite te doen om ’n woord goed te lezen. Dat alleen al is een prestatie, maar echt bijzonder zijn de kleurige tekeningen die Wahlen naast zijn teksten maakte, tekeningen waarop de 19e eeuwse brouwpaktijk staat afgebeeld. Het brouwboek is een klein monumentje voor het brouwwezen, een sieraad voor de Alkmaarse biercultuur. Verderlezen…

Bierrecensie: Leopold 7

België is een land van bovengistend bier, niet van pils, maar ondanks mijn pilspleidooi van vorige week drink ik zeker ook nog wel ‘ns bovengistend bier. Deze week maakte ik zo kennis met de Léopold 7 , een op het eerste zicht typisch blond Belgisch bier, waar toch iets meer mee de hand was en waar dus maar een bierrecensie over geschreven moest worden.

Belgische blonde

Na mijn eerdere pleidooi voor pils zal het niet verrassen dat ik met de Belgische blonde, als bierstijl dan, een beetje moeite heb. Het is een opvolgerstijl van pils: de blonde kleur appelleert duidelijk aan de veranderde verwachting van de bierconsument, die sinds de 20e eeuw lichte mouten verwacht, en een mooie schuimkraag. Bier is in beginsel blond, iedere andere kleur is bijzonder: zo is tegenwoordig het beeld, maar zo is het niet altijd geweest. Verderlezen…

Taalcontact: van ij en ui in Tsjechië

De allereerste klankverschuiving waarvan ik mij het bestaan realiseerde, moet de oude Nederlandse verschuiving van “ie” naar “ei”, geschreven “ij”, zijn geweest, en daaraan parallel die van de oude “uu” naar de “ui”. Het is een verschuiving die je in de spelling nog ziet, die “ij” van ons is eigenlijk een lange “i”, en ook de “ui” is eigenlijk gewoon een lange “u”, met dan de -i als verlengingsteken erachter.

IJ en UI in het Tessels

TesselsDat ik me hiervan al zo vroeg bewust werd (ik was ’n kind nog) had alles met het Tessels te maken, het dialect van mijn familie aan vaders kant. In dit dialect is de bewuste klankverschuiving nog niet voltrokken, mijn oma sprak woorden als “kijken”, “tijd” en “rijst” met een i-klank uit, en haar huis noemde ze een huus. Zelf zeg ik wel “tijd” en “huis”, tenzij ik Tessels spreek; de klankverschuiving bevindt zich in mij, als het ware, en in mijn vader, we staan met één been in de oude tijd, van tied en huus, en met één been in de nieuwe van het Standaardnederlands. Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.