Bierrecensie: Leopold 7

België is een land van bovengistend bier, niet van pils, maar ondanks mijn pilspleidooi van vorige week drink ik zeker ook nog wel ‘ns bovengistend bier. Deze week maakte ik zo kennis met de Léopold 7 , een op het eerste zicht typisch blond Belgisch bier, waar toch iets meer mee de hand was en waar dus maar een bierrecensie over geschreven moest worden.

Belgische blonde

Na mijn eerdere pleidooi voor pils zal het niet verrassen dat ik met de Belgische blonde, als bierstijl dan, een beetje moeite heb. Het is een opvolgerstijl van pils: de blonde kleur appelleert duidelijk aan de veranderde verwachting van de bierconsument, die sinds de 20e eeuw lichte mouten verwacht, en een mooie schuimkraag. Bier is in beginsel blond, iedere andere kleur is bijzonder: zo is tegenwoordig het beeld, maar zo is het niet altijd geweest.

Uiterlijk mag de Belgische blonde dan op pils lijken, de smaak staat er verder vanaf dan vooraf voorstelbaar is. Belgisch blond bier is bovengistend, en wel zó, dat je al die gekke bijsmaakjes van gist, die in pils zo onwenselijk zijn, in ’n klassieke Belgische blonde – en uiteraard ook in de tripels – in volle hevigheid proeft. Van aardbei tot perzik, van boter tot azijn, of het nu goedschiks of kwaadschiks is: gist zul je proeven. En om heel eerlijk te zijn: daar houd ik niet zo van. Vandaar mijn aarzeling bij bieren die er uitzien als een Belgische blonde, vandaar ook mijn aarzeling bij de Léopold 7.

Léopold 7 proeven: een oude bekende

Zodra ik de vers getapte Léopold 7 in handen had ben ik eraan gaan ruiken. Dat staat wat belachelijk in een vol café, maar voor zo’n bierrecensie moet je toch wat. Ik rook en stelde vast, dat er inderdaad wel iets van bovengist te herkennen was: een vleugje perzik, om er maar een fruitsoort aan te verbinden. Maar tegelijk was er meteen al meer aan de hand, dit bier zou me toch nog wel ‘ns kunnen bevallen, zomaar – maar door welke geur kwam dat?

Leopold 7

De fleseditie, foto van Wikimedia Commons, Rebexho.

Nu, ik hoef verder weinig aan spanningsopbouw te doen, bij de eerste slok was die aangename smaak al meteen geïdentificeerd: gagel. Een bekend bieringrediënt, bijvoorbeeld in de Gageleer, ook een Belgische blonde die ik graag lust, en in eigen land natuurlijk in de Jopen Koyt, al kan het zijn dat dat geheim is. Dat is het in ieder geval bij Léopold 7, men zegt er niets over, men spreekt enkel over de “Léopold Touch”. Mij houden ze zo niet voor de gek.

Toch was niet alleen de gagel, een smaak die ik zonder meer waardeer, charmant aan het bier. Hoewel ik in de geur nog iets van die mij minder welgevallige gistbijsmaken vreesde, bleken die in de smaak niet of nauwelijks aanwezig. De gagel gaf de richting aan en leidde me langs andere aroma’s, frisse en fruitige wel, iets van citrus en limoen in de eerste plaats, met dan in het doorproeven nog een aangename associatie van peer. Alles was me aangenaam. De Léopold 7 beviel.

Léopold 7: het oordeel

Natuurlijk, het is soms maar makkelijk mij te verleiden. Gagel vind ik een prettige smaak, zo simpel is dat dan. Maar brouwerij De Marsinne heeft meer gedaan: de Léopold 7 was ook zonder die gagel een goed bier geweest, foutloos, zonder stomme bijsmaken, zonder overmatig koolzuur, zonder clichés dus eigenlijk, en dan ook nog ‘ns niet al te alcoholisch. De kruidigheid zou je typisch Belgisch kunnen noemen, de gistsmaak was dat niet en ook de hoppen, die zeker niet grassig smaakten, wezen een andere richting op. De Léopold 7 is een toegankelijk bier waar toch lol aan te beleven valt. Het staat lijnrecht tegenover die oerpilsen van vorige week, maar uiteindelijk ook weer niet: licht, smaakvol, verrassend en heel degelijk gebrouwen. Ik ben tevreden.

Léopold 7 in cijfers

Ik proefde dit bier op vrijdag 4 september 2015, bij proeflokaal De Kleine Deugniet te Alkmaar.

  • Brouwerij: Brasserie de Marsinne
  • Bier: Léopold 7
  • Alcohol: 6,2%
  • Kleur: 13 EBC
  • Van de tap

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.