Een Wave van verengelsing
Wie over taal blogt ontkomt maar moeilijk aan het onderwerp verengelsing, waar iedereen wel een mening over heeft en waarvan iedereen ook verwacht dat ik er een mening over heb. Gelukkig heb ik die mening, en die mening is dat er met ’n leenwoord op z’n tijd niks mis is, maar dat nodeloos Engels aanstellerij is en domeinverlies van het Nederlands (bijvoorbeeld in het onderwijs of in de Amsterdamse horeca) een slechte zaak is. Geen heel originele mening verder, dus ook geen reden om veel over verengelsing te bloggen, maar soms kan ook ik me niet inhouden.
Nodeloos Engels
Laat ik eerst, voor ik mijn aanklacht begin, maar verduidelijken wat ik nou eigenlijk nodeloos Engels vind. Mij hoor je niet protesteren tegen een woord als “computer” en zelfs niet tegen staande uitdrukkingen als “not amused” of “what’s in the name”. Dat het Engels soms tegen het Nederlands aanschurkt, ach, dat is prima, taalcontact is immers een fascinatie van mij, en taalcontact is er met zoveel talen.
Nee, nodeloos Engels is Engels dat er niet is om te communiceren (voor “computer” is gewoon geen algemeen begrepen Nederlands alternatief), niet om een geestig understatement te laten vallen en ook niet om naar iets te verwijzen (Shakespeare citeren moet maar mogen), nodeloos Engels is er om geen reden dan dat Engels zelf. Kijk mij ‘ns hip doen, ik zeg iets in het Engels dat niet in het Engels hoeft. Mensen die “Oh my God” krijten in plaats van “o mijn God” of iets wat nog dichter bij henzelf ligt. Verderlezen…