Herfstig Den Burg

De hoofdstad van Texel is Den Burg. Dat is natuurlijk met een knipoog gemeend, want zo groot is Den Burg toch niet, maar zeker heeft deze oude kern stedelijke trekken. De straten lopen bijvoorbeeld in een mooie kring rond de kerk, alsof ze een stadsmuur volgen – wat ze inderdaad doen. Ook de bebouwing is net wat stadser dan in de andere Texelse dorpen. Ook hier vind je wel de typische houtbouw, maar er zijn ook sierlijke trapgevels en uiteraard is er de fraaie gotische kerk. Begin november maakte ik er herfstige foto’s die een indruk geven van de gevarieerde oude kern.

1.

Den Burg is goed te bereiken met de bus vanaf de veerhaven, maar het is natuurlijk aardiger om te wandelen. Bovenstaande foto toont het open land met aan de horizon het aardige kerkje van De Waal, één dorp verder. De route door het lage land ten noorden van Den Burg voert langs oude boerderijen en velden met vee. Uiteindelijk gaat de weg iets omhoog, want Den Burg ligt, zoals alle oude Texelse dorpen, op hogere grond.

2.

3.

De Kogerstraat geeft zo toegang tot het oude Den Burg. Boven de bebouwing is de kerktoren, met gemetselde spits, goed te zien. Aan het begin van de oude kom staat een monument voor een taal: het Esperantomonument. Verder is het bescheiden torentje van de doopsgezinde vermaning zichtbaar.

4.

5.

6.

7.

Die vermaning is een heel karakteristiek gebouw, met de gele bakstenen die je in dit deel van Nederland zo vaak ziet (ook in Friesland). Het torentje is wel een bijzonderheid. Voor dit gebouw was ik trouwens naar Den Burg gekomen, want ik gaf er een 2 november een lezing over het Tessels dialect.

8.

De straat wordt snel smaller en eindigt op een klein pleintje, de Stenen Plaats. Ook hier valt de stedelijke structuur op: de bebouwing is gesloten, er is echt een plein gecreërd, waarop twee invalswegen uitkomen (de andere is de Waalderstraat). Een heel verschil met de open bebouwing van de dorpen op het vasteland, maar op Texel komen zulke dichtheden meer voor (ook Oosterend heeft een afgesloten plein, bijvoorbeeld). Aan de Texelse dorpen is vaak goed te zien dat men rekening hield met de harde wind.

9.

De gevels zijn als gezegd best „stads”. Er zijn mooie details te ontdekken.

10.

11.

12.

13.

14.

Midden in het dorp staat de middeleeuwse kerk. De bakstenen spits zal menig toerist verbaasd hebben. Het is een mooi voorbeeld van een regionaal verschijnsel: op hat naburige eiland Wieringen staan twee kerken met zo’n spits en verder zijn er voorbeelden van in Medemblik en de dorpen daar dichtbij en verder zuidwaarts in Heemskerk en Uitgeest. Ook de rest van de kerk is in een regionale stijl gebouwd, in een sobere tegenhanger van de gotiek. Er zijn veel mooie details in het metselwerk.

15.

16.

17.

18.

19.

De kerk ligt aan een lommerrijk plein, de Groene Plaats, dat momenteel van alle lommer ontdaan is omdat het gemeentehuis er is afgebroken. Al jaren wacht Den Burg nu op een goede invulling. Dan zou ook de Vismarkt, eigenlijk een apart pleintje tussen Groene Plaats en Burgwal, weer tot zijn recht moeten komen. Voorlopig moeten we de charme zoeken aan de andere kant van de kerk, waar nog echte kleinschaligheid is behouden.

20.

21.

22.

23.

24.

Nieuwer is de Parkstraat. Het einde van de Tweede Wereldoorlog was voor Texel zwaar, de Russenoorlog kostte vele mensenlevens en richtte ook materiële schade aan. Hier ging het historische weeshuis verloren, zodat er nu wederopbouwarchitectuur staat.

25.

Aan z’n randen is het dorp minder stads. Hier zijn charmante buurtjes, met meer ruimte tussen de huizen en van die typische pleintjes in driehoeken. Ze laten zich bekijken als dorpjes op zichzelf. Het Weversend gaat over in het Schilderend, waar de weg naar Oudeschild begint. Hier staat ook aardige 19e eeuwse architectuur.

26.

27.

28.

29.

De hoge gevel van het „Huis van de Dames Dijt” springt in het oog. Het kan ook vanaf het Achterom worden bekeken, waar ook nog een verbrande stolp te zien is. Je krijgt er een bijzonder doorkijkje op het vierkant, de basis van de constructie. Aan het Achterom was trouwens ook ons logeeradres, in een oud schapenboetje.

30.

31.

32.

De slingerende Warmoesstraat verbindt het buurtje van het Schilderend met de Molenbuurt, vanouds de katholieke wijk van Den Burg. De bescheiden katholieke kerk komt er net boven de bebouwing uit.

33.

34.

35.

Aardig zijn hier weer de details. Er is, voor wie maar wil, veel te zien aan Den Burg.

36.

37.

38.

39.

40.

Aan de randen wordt Den Burg dan weer een dorp zoals alle andere Nederlandse dorpen van enige grootte: bebouwing uit de jaren 50 langs straten die naar koninginnen zijn vernoemd, nieuwbouwwijkjes, wat kantoren en dan het open veld. Gelukkig is dat open land hier dan wel weer enig in z’n soort. Voor het landschap komen de mensen naar Texel, maar wie zich voor architectuur en geschiedenis interesseert komt er dus ook prima aan z’n trekken, zeker in een afwisselend dorp als Den Burg.

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.