Tag Friese literatuur

1
Molwrot: eilanden, de zee, Mahler
2
Mystificatie rondom Nieuwediep
3
Allemaal sneeuw
4
Reis naar Friesland
5
Ingetaald

Molwrot: eilanden, de zee, Mahler

Eilanden. Ik heb er een zwak voor. Dat zal ook wel gelden voor de hoofdpersonages van Molwrot: niet alleen reizen die af naar Paasailand, ze lijken hun eigen leven ook als een soort van eiland te beschouwen. Het geldt voor Seleina, voor Catrinus, misschien zelfs voor de overige personages die in het boek van Piter Boersma voorbijkomen. Maar het kan ook zo zijn dat ikzelf er te eilands naar kijk.

Verderlezen (in het Fries)…

Mystificatie rondom Nieuwediep

In het noorden van onze provincie, waar de dijk het land omklemt, waar de veerboten afvaren, daar is Friese literatuur gemaakt, dus het moet daar eigenlijk wel een Fries stadje wezen. Het heet Nieuwediep en ook weer niet, de inwoners zeggen ’t wel eens zo maar op de plaatsnaamborden staat echt wat anders en het staat er ook maar in één taal. Ik heb het over Den Helder.

Verderlezen (in het Fries)…

Allemaal sneeuw

Wat moet een mens nou helemaal met sneeuw? ’t Ziet er mooi uit natuurlijk, maar als je er doorheen loopt krijg je er natte voeten van en het lóópt ook niet goed door. Het schiet niet op. Een „speurdersroman” die Allegearre snie heet kan wat dat aangaat wel een zware dobber zijn: allemaal mooie dingen om naar te kijken, maar geen kans om er doorheen te komen, niet vooruit en niet de diepte in. Dat was ongeveer mijn verwachting toen ik aan dit boek van Meindert Bylsma begon.

Verderlezen (in het Fries)…

Reis naar Friesland

Sneek, ik zag er niks van. Door de ramen van de bus viel niet te kijken. Alles was van water wit. Over de voorruit schoven ruitenwissers. Waar was ik? Was dit al het station? Niemand zei mij iets, ik vroeg niemand iets. Kabaal van regen en wind, de motor van de bus, het belletje van iemand die op “stop” drukte, verder niets.

In Sneek moest ik wezen. Ik had er een afspraak met een Friese dichter. “Een zonderling,” hadden ze gezegd, “hij is de meest paranoïde dichter van Friesland.” Zijn onbereikbaarheid paste bij dat gerucht. Hij woonde in een donkere stad. Zware wolken werden er door zuilen water omhooggehouden. Een stad zonder kerktorens, zonder pleinen. Sneek moest per ongeluk zijn ontstaan.

Een mooi meisje verliet de bus. Verderlezen…

Ingetaald

steven-h-p-de-jongZo klein als iedereen beweert is ons taalgebied helemaal niet. De Nederlandstaligen hebben zich over best wat landen verspreid, en twee ervan zijn nog akelig rijke landen ook, wat in de moderne wereld misschien wel meer uitmaakt dan louter het aantal sprekers van een taal. Maar zelfs dát is in ons geval nog lang niet mis.

Verleden week was ik kort in een kleiner taalgebied, waar een taal te verwaaien stond, kleiner en kleiner werd en vooral voor de literatuur ongrijpbaar geworden was, niet eens zozeer voor de schrijvers en dichters, voor wie de taal natuurlijk niet ongrijpbaar genoeg kan zijn, maar voor de uitgevers vooral, die geen boeken meer verkochten, en voor de lezers, die ze niet meer lazen. Ik bezocht er een literaire avond, in Leeuwarden, of Ljouwert zogezegd, want ik spreek natuurlijk over het Fries en dat kleine, vlakke, waaiende Friese taalgebied. Veel grijze hoofden waren daar, maar ook een jeugdige enkeling, voor wie er foldertjes werden rondgedeeld over verliefd zijn in het Fries en waarop achter het Friese woord fereale tussen haakjes was geschreven dat het verliefd betekende. Jonge Friezen lazen hun taal niet meer, niet omdat ze niet van lezen hielden, maar simpelweg omdat ze hun taal niet meer voldoende kenden. Was dat dan onwil? Hoe mooi de avond verder ook was, met poëzij en Friese opera, het was dat foldertje, het was die vaststelling die bekleef: het geschreven Fries was stervende.

Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.