De r is nog maar net uit de maand, of hij is alweer in het nieuws: bij de NOS ’n heel artikel, met geluid, en dat ter ere van een r-congres dat de komende dagen in Frisia gehouden wordt. Mooi natuurlijk, aandacht voor taal, maar niet helemaal verrassend, want de r mag zich al langer in bijzondere belangstelling verheugen en dat komt natuurlijk vooral door de vele manieren waarop die r in het Nederlands uitgesproken wordt.
Van Franse r tot Gooise r
De oorspronkelijke Nederlandse r is de rollende tongpunt-r. Het is de r die we wel kennen van het Spaans, van de Slavische talen, van de Schotten en als het goed is toch ook van onszelf of van onze naaste familie, want dit is nog altijd een heel alledaagse r in heel het Nederlandse taalgebied. In sommige streken concurreert deze r met de huig-r, die achter in de keel wordt gemaakt en die wel “Franse r” heet. Op televisie en onder mensen die hopen nog eens op tv te komen concurreert die r vooral met de Gooise r, de r waarvan voorspeld wordt dat die ooit de gewoonste r van Nederland gaat worden, maar dat ondertussen nog altijd niet is.
Aardig aan de namen van die r’en is dat ze topografisch zijn. Gooise r verwijst naar mediahoofdstad Hilversum, Franse r verwijst naar Frankrijk. Een minder gewone variant, de a-achtige r na een klinker (“bie-a”) wordt wel Duitse r genoemd, vooral als Achterhoekers hem maken. Kennelijk wordt daar de herkomst van die r’en gezocht. Dat doet vermoeden dat al die r’ en op de één of andere manier het resultaat van taalcontact zijn.
De r als taalcontact
Bij de NOS leren we dat we in het Nederlands alle r’en wel hebben, behalve die van een “briesend paard”, die in de Amazone voor schijnt te komen. Zelf mis ik ook nog de Tsjechische ř, die van Dvořák, een “natte r” die gemengd lijkt met de j- van journaal. In elk geval hebben we wel de Franse, Duitse en “Amerikaanse” r in ons Nederlands zitten en dat klopt met het vermoeden, dat die r’en het gevolg zijn van taalcontact. Verderlezen…