Archief 2016

1
Taalkundeboeken: Esperanto en Indo-Europees
2
Taalkundeboeken: niet-Indo-Europese talen
3
Een Wave van verengelsing
4
Niet om Mechelen heen

Taalkundeboeken: Esperanto en Indo-Europees

Ook de tweede plank van de boekenkast, die ik nu doorspit omdat ik mijn boeken over taalkunde in kaart wil brengen, levert op eerste zicht geen vleiende titel op. “Overig”, ach ja, dat is wel wat het is. Op dit plankje bewaar ik boeken over Indo-Europese talen die niet bij de drie onderfamilies horen waar ik de meeste boeken over heb, dus talen die niet Slavisch, niet Romaans en ook net Germaans zijn.

Om het erger te maken staan er op dit plankje ook nog twee boeken over een taal die strikt genomen niet eens Indo-Europees is: het Esperanto. Deze taal had eigenlijk op het vorige plankje moeten staan, tussen de creolentalen, want als deze kunsttaal dan toch ergens bij moet worden ingedeeld is het wel bij de creolen, het Esperanto is een mengeling van van alles. Maar daar werd het te krap, dus heb ik het maar zo gedaan. Wie weet verhuizen de andere creolen nog eens mee…

boeken-taalkunde

Boekenlijst Esperanto en Indo-Europees

Op dit plankje staan 15 boeken. Verderlezen…

Taalkundeboeken: niet-Indo-Europese talen

’t Leek me wel ’n mooi voornemen om mijn collectie boeken over taalkunde eens in kaart te brengen. Natuurlijk is zo’n collectie veranderlijk, ik koop er wel eens wat bij, maar dat maakt voor het internet niet uit: ik kan deze blogjes immers vrijelijk aanpassen en zo actualiseren wanneer dat nodig is. Taalkundeboeken dus, in een reeks, plank per plank. Vandaag de eerste plank, waar niet-Indo-Europese talen op staan.

Niet-Indo-Europese talen

Het is geen elegante aanduiding, maar het is wel praktisch: mijn collectie boeken over taalkunde behelst voornamelijk talen die op de één of andere manier aan het Nederlands verwant zijn, Indo-Europese talen dus, talen waarvan we aannemen dat ze zijn ontsproten uit één oertaal, het Proto-Indo-Europees, en vervolgens over heel de wereld uitgewaaierd zijn. Maar er zijn ook andere talen op de wereld, met een andere oorsprong. Die staan hier.

Niet-Indo-Europese talen zijn een restgroep in mijn bibliotheek. De creolentalen staan er, het Chinees staat er, de Oeralische talen, waar ik toch zo’n zwak voor heb, staan er ook. Zo ziet het er nu uit:

boeken-taalkunde

Boekenlijst niet-Indo-Europese talen

Op het plankje staan 38 boeken. Verderlezen…

Een Wave van verengelsing

Wie over taal blogt ontkomt maar moeilijk aan het onderwerp verengelsing, waar iedereen wel een mening over heeft en waarvan iedereen ook verwacht dat ik er een mening over heb. Gelukkig heb ik die mening, en die mening is dat er met ’n leenwoord op z’n tijd niks mis is, maar dat nodeloos Engels aanstellerij is en domeinverlies van het Nederlands (bijvoorbeeld in het onderwijs of in de Amsterdamse horeca) een slechte zaak is. Geen heel originele mening verder, dus ook geen reden om veel over verengelsing te bloggen, maar soms kan ook ik me niet inhouden.

Nodeloos Engels

Laat ik eerst, voor ik mijn aanklacht begin, maar verduidelijken wat ik nou eigenlijk nodeloos Engels vind. Mij hoor je niet protesteren tegen een woord als “computer” en zelfs niet tegen staande uitdrukkingen als “not amused” of “what’s in the name”. Dat het Engels soms tegen het Nederlands aanschurkt, ach, dat is prima, taalcontact is immers een fascinatie van mij, en taalcontact is er met zoveel talen.

Nee, nodeloos Engels is Engels dat er niet is om te communiceren (voor “computer” is gewoon geen algemeen begrepen Nederlands alternatief), niet om een geestig understatement te laten vallen en ook niet om naar iets te verwijzen (Shakespeare citeren moet maar mogen), nodeloos Engels is er om geen reden dan dat Engels zelf. Kijk mij ‘ns hip doen, ik zeg iets in het Engels dat niet in het Engels hoeft. Mensen die “Oh my God” krijten in plaats van “o mijn God” of iets wat nog dichter bij henzelf ligt. Verderlezen…

Niet om Mechelen heen

Mechelen rondleidingToen ik Mechelen voor de allereerste keer bezocht werd ik er meteen ten huwelijk gevraagd, maar dat was door een verwarde Afrikaanse die geen Nederlands sprak. Zij kon toen ook niet weten, en ik evenmin, dat ik jaren later een Mechelse schoonfamilie zou hebben, een familie die zij niet kende, maar ik nu dus wel; om Mechelen kom ik tegenwoordig niet meer heen.

Nu is dat wel het lot dat Mechelen beschoren lijkt: mensen gaan om de stad heen, over snelwegen, met de trein gaan ze er soms zelfs dóórheen, zelden is het hun eindbestemming. Dat is het ook voor mij niet en mijn vriendin, die er toch geboren is, woont nu alweer jaren in Alkmaar. Maar als wij Mechelen bezoeken, dan doen we dat niet vluchtig, en eigenlijk is Mechelen van iedere tocht beneden de rivieren toch de bestemming. Dat zou Mechelen voor meer mensen moeten zijn, want Mechelen is mooi.

Mechelen als middelpunt

Zowel in positieve als in negatieve zin valt Mechelen wel met het Nederlandse Utrecht te vergelijken. Het is een stad die midden in haar land ligt, en er toch het centrum niet van is. Het is een stad met veel historie en veel bezienswaardigheden, een aartsbisdom en een spoorwegknooppunt, maar het is ook een stad die mensen vooral passeren, omdat ze er denken dat er niks te beleven is. Zelfs de details kloppen: net als Utrecht heeft Mechelen een kloeke kathedraaltoren midden in het centrum staan en met een beetje fantasie kun je zelfs de houten vlonders in de Dijle met de Werfkelders aan de grachten vergelijken… Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.