Niet om Mechelen heen
Toen ik Mechelen voor de allereerste keer bezocht werd ik er meteen ten huwelijk gevraagd, maar dat was door een verwarde Afrikaanse die geen Nederlands sprak. Zij kon toen ook niet weten, en ik evenmin, dat ik jaren later een Mechelse schoonfamilie zou hebben, een familie die zij niet kende, maar ik nu dus wel; om Mechelen kom ik tegenwoordig niet meer heen.
Nu is dat wel het lot dat Mechelen beschoren lijkt: mensen gaan om de stad heen, over snelwegen, met de trein gaan ze er soms zelfs dóórheen, zelden is het hun eindbestemming. Dat is het ook voor mij niet en mijn vriendin, die er toch geboren is, woont nu alweer jaren in Alkmaar. Maar als wij Mechelen bezoeken, dan doen we dat niet vluchtig, en eigenlijk is Mechelen van iedere tocht beneden de rivieren toch de bestemming. Dat zou Mechelen voor meer mensen moeten zijn, want Mechelen is mooi.
Mechelen als middelpunt
Zowel in positieve als in negatieve zin valt Mechelen wel met het Nederlandse Utrecht te vergelijken. Het is een stad die midden in haar land ligt, en er toch het centrum niet van is. Het is een stad met veel historie en veel bezienswaardigheden, een aartsbisdom en een spoorwegknooppunt, maar het is ook een stad die mensen vooral passeren, omdat ze er denken dat er niks te beleven is. Zelfs de details kloppen: net als Utrecht heeft Mechelen een kloeke kathedraaltoren midden in het centrum staan en met een beetje fantasie kun je zelfs de houten vlonders in de Dijle met de Werfkelders aan de grachten vergelijken… Verderlezen…