Tag Roel

1
De kindertaal van Roel: afgekort
2
De kindertaal van Siem en Roel: op z’n Duits
3
Bier om mee te beginnen
4
De kindertaal van Siem: Roel

De kindertaal van Roel: afgekort

Roel houdt van taal en hij houdt van pinguïns. Het liefst had hij ze al in het wild ontmoet, die pinguïns. Toen we vorig jaar in de Alpen waren was het best een teleurstelling dat ze daar niet leefden, in de eeuwige sneeuw. Dat had hij eigenlijk wel gedacht. Gelukkig was daar dan de taal om het leed te verzachten, want Roel houdt ook erg van de Duitse taal.

Roels liefde voor taal uit zich ook in taalspel. Het verzinnen van eigen afkortingen is daar een voorbeeld van. Daar worden we dagelijks aan herinnerd als Roel ons vertelt over de vele belevenissen van ‘Kei’. Kei is een personage met een eigen stem, eigen interesses en ook weer een eigen taalgevoel, want een beetje Duits kan hij ook. Kei gaat dan ook mee op iedere reis die we maken.

Kei is een keizerspinguïn. Een knuffel.

Kei op Texel

Toen Kei aan ons huishouden werd toegevoegd heette hij nog ‘Keizerspinguïn’. Roel heeft meerdere ‘Pinguine’ (hij geeft de voorkeur aan het Duitse meervoud), dus het is goed om een onderscheid te kunnen maken. Er is ook nog ‘Grote Pinguïn’, de oudste van het stel knuffels, en er is ‘Pinga’, de kleinste. Die heeft z’n naam te danken aan een personage in de onvolprezen reeks Pingu.

Maar er heeft dus een algehele verkorting voorgedaan. Roels voorkeur voor afkortingen was ons al langer duidelijk. Op vakantie in Brussel herdoopte hij het door hem zeer bewonderde Atomium liefkozend tot ‘Atomie’. En toen later vuurtorens op een gelijkaardige bewondering konden rekenen, had hij het al gauw over een uitstapje naar ‘Vu’. Dus zeker, ‘Kei’ zat er gewoon dik in.

Ook de andere leden van het pinguïngezin zijn intussen afgekort. Pinga heet nu ‘Pin’ en de vaderfiguur in het gezin gaat als ‘Gro’ door het leven. Roel is consequent.

Zelf heb ik natuurlijk ook knuffels gehad, vroeger, maar ik gaf die zulke koosnamen niet. Enkele van die knuffels heb ik wel bewaard, dat wel. Knuffels weggooien, dat gaat zomaar niet. Iets van de kinderlijke vertedering is blijven hangen.

Zo kan het dat er in ons huis een zeehondenknuffel van zeker dertig jaar oud werd aangetroffen door Roel en Siem. Die zeehond ligt nu weer in het ouderlijk bed, want dat ik die knuffel in een lade bewaarde, dat ging er bij de kinderen niet in. Er wordt goed op gelet dat de knuffel nu naast mijn hoofdkussen blijft liggen. Voor die knuffel moet die plotselinge herwaardering toch een hele ervaring zijn. En zowaar heeft het dier er nu ook een koosnaam bij, want mijn pluche bedgenoot heet in dit huishouden ‘Zee’…

De kindertaal van Siem en Roel: op z’n Duits

Nederlands is de moedertaal van Roel en Siem. Dat daar ook wat Tessels bij zou komen, dat was wel te verwachten – en dat is ook goed, natuurlijk. Een ‘skéép’ op de ‘diek’, dat weten ze wel, zeker. Maar door wat toevalligheden heeft die ándere taal die je op Texel zo veel hoort, het Duits, ook nog een plekje in beider hoofden weten te bemachtigen.

Het heeft wel alles met Texel te maken gehad dat dit zo heeft kunnen lopen. Op Texel verblijven we met het gezin namelijk in het buitengebied, ver van het grootsteedse Den Burg vandaan. We hechten aan de karakteristieke huisjes van Waddenpark Avanti, net ‘achter diek’, in polder ’t Noorden. Inderdaad, de plek waar ooit de Taalpraatjes plaatsvonden.

Op Avanti is eigenlijk alles, ook tv, maar een kabelaansluiting is er niet. Daarom is er satelliet. Iets wat ik me van vroeger bij oma thuis ook herinner, trouwens. ‘Stòtteliet’. Als boos weer de ontvangst hinderde, dan zei ze: ‘de teevee is diês’, zoals ook het weer diezig wezen kon (nevelig, mistig). Charmes die ook bij het televisiekijken op Avanti horen. Maar opvallender: deze satelliet ontvangt heel veel Duitse zenders.

Avond op Avanti

Als het weer op Texel even niet mee zit en de televisie desondanks niet ‘diês’ is, kijken we daarom naar Duitse tv. Het KinderKanaal heet er KiKa, voor Nederlanders misschien een tikje verwarrend maar toch duidelijk zat, en het zendt de hele dag best aardige kinderprogramma’s uit. ’s Avonds, om tien voor zeven, komt het bekende Sandmännchen met zijn liedje, dat de kinderen zand in de ogen strooit: Klaas Vaak.

Prachtig vinden de kinderen dat allemaal en vooral dat Zandmannetje is een traditie geworden. Thuis in Alkmaar hebben we niet eens een televisietoestel, maar wel internet natuurlijk. Die tien minuutjes Duitse kindertelevisie voor het slapengaan zijn er in gebleven. En hoe weinig dat ook is, tien minuutjes per dag, het heeft een prachtige basis gelegd.

Dat merkten we deze jaarwisseling nog maar eens, toen we in Eupen waren. Een Belgisch stadje, maar echt Duitstalig. Siem las er met plezier de bordjes langs de straten en de pleinen voor. En Roel aarzelde niet om Duits terug te praten bij de bakker om de hoek. Mooi.

Eupen

Zeker Roel kan ook indrukwekkend precies zijn in het Duits. Hij wees in de winkel op een geurige Hervekaas: “Das ist mein Lieblingskäse”. Toen zijn moeder die anekdote later vertelde maar per ongelijk ‘meine’ zei, verbeterde hij dat. Het woordgeslacht zit er toch goed in. Zoals hij ook feilloos allerlei toch best buitenissige Duitse meervouden weet. Van ‘Buch’ naar ‘Bücher’ is toch niet niks, maar in zijn jonge hoofdje is het een vanzelfsprekendheid.

Siem is een snelle vertaler, merken we op. In een gesprek met ons laat hij daarom niet veel Duits horen, hij zet alles meteen naar het Nederlands om. Zou hij minder Duits spreken dan Roel, vroegen we ons af. Maar nee: tegen Duitstaligen, in Eupen dus, spraken ze allebéi Duits.

Het is een bijzonder talent van kinderen om talen haast vanzelf op te pikken, gewoon, door ze te horen. Elke dag een beetje Duits doet nog geen wonderen, ze zijn geen volleerde moedertaalsprekers, dat niet – maar ze voelen zich in ieder geval thuis in het Duits. En dat is toch maar handig, al was het maar omdat Duitsland het favoriete vakantieland van hun vader is.

Bier om mee te beginnen

Het leven van Roel begon met een biertje. Zelf dronk hij daar niet van, uiteraard niet, maar om zijn geboorte te vieren is er een bier gebrouwen dat ik, zijn vader, me zeker laat smaken. Roel is de broer van Siem en Siem is mijn eerste zoon, over wie ik hier al eerder schreef. Ook Siems komst werd met een geboortebier opgeluisterd. In beide gevallen werd dit bier gebrouwen door Brouwerij Zeglis uit Alkmaar, in een kleine oplage uiteraard – de installatie voor testrecepten bewijst zo zijn nut.

geboortebierSiem werd geboren op 31 mei 2017. Zijn bier: een milkstout, licht van alcohol, pikzwart van kleur. In de smaak chocolade, de geur van tropisch hardhout, de tinteling van verse koffie. Het was een bier dat ik zeker lekker vond, maar vooral op de voorkeuren van Siems moeder ontworpen was. Die houdt echt veel van milkstout. We hebben het laatste flesje samen opgedronken toen Siem een half jaar oud was. Daarna is dit bier nooit meer opnieuw gebrouwen.

Vaders favoriet

Voor het tweede geboortebier heeft de brouwer van Zeglis zich niet door de smaak van Roels moeder, maar door die van Roels vader laten leiden. Wie dit blog ’n beetje volgt kent mijn voorkeuren wel: ik houd van licht, doordrinkbaar bier met een wat grassige hoptoets. Een traditioneel Engels bitter of een Duits Keller – dat zijn mijn favoriete stijlen, en daar waar die stijlen overlappen, daar moet je mijn smaak zoeken. Die uitdaging was Zeglis duidelijk toevertrouwd. Roels bier is een Britse pale ale (dus: een blonde bovengister), die tegelijk herinnert aan aromatische Kellerbiere als Weiherer Zwickerla, een persoonlijke favoriet.
Brits zijn de ingrediënten: hop uit Kent, een echt Engels gist… Het mineraalrijke Alkmaarse water heeft ook wel iets Engels en pakt die ingrediënten dus goed op. Maar echt Nederlands is de basis: vloermout van eigen bodem. De broodachtige aroma’s van deze vloermout doen niet alleen aan Duitse bieren denken, maar ook aan Litouwse, een andere liefhebberij van mij, waar ik ook al dikwijls over geschreven heb.
Een naam heeft het bier eigenlijk niet, omdat dat niet hoeft. “Roels Geboortebier” is mooi genoeg. Maar als knipoog naar de huidige politieke consternatie, zou ik “Roel Britannia” nog wel aardig vinden. Maar dat is dan meer voor de markt. Nu dient dit bier enkel als verfrissing voor onszelf en onze kraamvisite. Wat zou ’t op de markt komen? Verderlezen…

De kindertaal van Siem: Roel

Siem is grote broer. Zijn kleine broer heet Roel. Roel is op 8 mei geboren en op die dag is Siem meteen naar het ziekenhuis gekomen om hem te zien. Roel vond ′ie toen al leuk, maar de situatie zinde hem allerminst: „Huis. Gaan huis,” zei hij. We moesten thuis zijn. Inmiddels zijn we dat en is het feest. Niet in de laatste plaats voor Siem.

geboortebierBroer worden, dat moet toch iets doen met ′n mens. Zelf ben ik ook broer, dat werd ik toen ik 2,5 was, iets ouder al dan Siem. Ik weet niet hoe ik dat toen gevonden heb, maar ik moet het beleefd hebben, want toen Siem geboren werd, bleek er diep in m′n brein nog ′n aardig stapeltje herinneringen aan een ándere baby bewaard, herinneringen die ik daarvoor nooit had teruggehaald. Die andere baby was mijn zusje. De natuur zorgt er wel voor dat die band innig is en de herinneringen voelden ook zo.

Siem is dol op z′n broertje. Dat heeft invloed op zijn taal. We hebben die arme jongen ook wel wat aangedaan door z′n broer Roel te noemen. De r en de l zijn moeilijke klanken, hij kan ze nog niet – maar nu, ineens, wil hij niet liever dan ze góed kunnen. En dus oefent Siem, haast de hele dag. „Roelie, Roelie, Roelie,” horen we, op de wijze van „hoera, hoera” – uit het verjaardagslied. Het lukt soms zowaar aardig: „Roerie!” Of: „Loelie!”

Siems pogingen om zijn eigen naam uit te leren spreken zijn opgeschort. Hij noemt zich nog wel even „Tiem”. Broer Tiem.

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.