De kindertaal van Siem en Roel: op z’n Duits

Nederlands is de moedertaal van Roel en Siem. Dat daar ook wat Tessels bij zou komen, dat was wel te verwachten – en dat is ook goed, natuurlijk. Een ‘skéép’ op de ‘diek’, dat weten ze wel, zeker. Maar door wat toevalligheden heeft die ándere taal die je op Texel zo veel hoort, het Duits, ook nog een plekje in beider hoofden weten te bemachtigen.

Het heeft wel alles met Texel te maken gehad dat dit zo heeft kunnen lopen. Op Texel verblijven we met het gezin namelijk in het buitengebied, ver van het grootsteedse Den Burg vandaan. We hechten aan de karakteristieke huisjes van Waddenpark Avanti, net ‘achter diek’, in polder ’t Noorden. Inderdaad, de plek waar ooit de Taalpraatjes plaatsvonden.

Op Avanti is eigenlijk alles, ook tv, maar een kabelaansluiting is er niet. Daarom is er satelliet. Iets wat ik me van vroeger bij oma thuis ook herinner, trouwens. ‘Stòtteliet’. Als boos weer de ontvangst hinderde, dan zei ze: ‘de teevee is diês’, zoals ook het weer diezig wezen kon (nevelig, mistig). Charmes die ook bij het televisiekijken op Avanti horen. Maar opvallender: deze satelliet ontvangt heel veel Duitse zenders.

Avond op Avanti

Als het weer op Texel even niet mee zit en de televisie desondanks niet ‘diês’ is, kijken we daarom naar Duitse tv. Het KinderKanaal heet er KiKa, voor Nederlanders misschien een tikje verwarrend maar toch duidelijk zat, en het zendt de hele dag best aardige kinderprogramma’s uit. ’s Avonds, om tien voor zeven, komt het bekende Sandmännchen met zijn liedje, dat de kinderen zand in de ogen strooit: Klaas Vaak.

Prachtig vinden de kinderen dat allemaal en vooral dat Zandmannetje is een traditie geworden. Thuis in Alkmaar hebben we niet eens een televisietoestel, maar wel internet natuurlijk. Die tien minuutjes Duitse kindertelevisie voor het slapengaan zijn er in gebleven. En hoe weinig dat ook is, tien minuutjes per dag, het heeft een prachtige basis gelegd.

Dat merkten we deze jaarwisseling nog maar eens, toen we in Eupen waren. Een Belgisch stadje, maar echt Duitstalig. Siem las er met plezier de bordjes langs de straten en de pleinen voor. En Roel aarzelde niet om Duits terug te praten bij de bakker om de hoek. Mooi.

Eupen

Zeker Roel kan ook indrukwekkend precies zijn in het Duits. Hij wees in de winkel op een geurige Hervekaas: “Das ist mein Lieblingskäse”. Toen zijn moeder die anekdote later vertelde maar per ongelijk ‘meine’ zei, verbeterde hij dat. Het woordgeslacht zit er toch goed in. Zoals hij ook feilloos allerlei toch best buitenissige Duitse meervouden weet. Van ‘Buch’ naar ‘Bücher’ is toch niet niks, maar in zijn jonge hoofdje is het een vanzelfsprekendheid.

Siem is een snelle vertaler, merken we op. In een gesprek met ons laat hij daarom niet veel Duits horen, hij zet alles meteen naar het Nederlands om. Zou hij minder Duits spreken dan Roel, vroegen we ons af. Maar nee: tegen Duitstaligen, in Eupen dus, spraken ze allebéi Duits.

Het is een bijzonder talent van kinderen om talen haast vanzelf op te pikken, gewoon, door ze te horen. Elke dag een beetje Duits doet nog geen wonderen, ze zijn geen volleerde moedertaalsprekers, dat niet – maar ze voelen zich in ieder geval thuis in het Duits. En dat is toch maar handig, al was het maar omdat Duitsland het favoriete vakantieland van hun vader is.

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.