Bier in Luxemburg
Nederlanders zijn gewend om bij de buren te drinken: Belgisch bier is overal, Duits bier vooral op zomerse terrassen; Belgische en Duitse stijlen worden nagedaan en soms Engelse ook. In ieder geval weten we ons omringd door echte bierlanden en overzee is er natuurlijk ook genoeg om bewonderend naar op te zien.
Wie kijkt er ooit naar Luxemburg?
Op mijn blog heb ik al vaak een lans gebroken voor bieren uit het oosten van Europa. We moeten naar Litouwen, we moeten naar Hongarije, we moeten zeker ook naar Polen en als je er dan toch in de buurt bent, ook naar Slowakije. Zelf ga ik over anderhalve maand weer terug naar Tsjechië.
Keek ik ooit naar Luxemburg?
Anderhalve week geleden was ik zelf in Luxemburg en moest ik er wel naar kijken. Nu, Luxemburg is mooi om naar te kijken, dat is het probleem niet, en voor een taalliefhebber is Luxemburg ook interessant om naar te luisteren.
Maar voor een bierliefhebber is er nog altijd geen bal aan.
U weet, trouwe lezer, dat ik alleen van vooroordelen houd als ik ze kan weerleggen, of nuanceren op z’n minst. Ja, Portugal is een wijnland en geen bierland, dat zegt het cliché en ik zei het ook nadat ik er was geweest. Maar in Portugal heb ik dan tenminste nog een paar boeiende plaatselijke bieren gedronken. In Luxemburg, waar nochtans veel Portugezen wonen, waren die natuurlijk niet te krijgen, en er stonden ook geen eigen pareltjes tegenover.
Luxemburgers brouwen pils en ze drinken pils. Soms drinken ze goed pils, bijvoorbeeld dat van Simon, dat prettig aan het Duitse gemiddelde deed denken. Maar in Duitsland drink ik meestal toch de bieren die dat gemiddelde overstijgen. Veltins is het beste pilsje bij de Lidl, maar niet van Duitsland. Toch deed Simon me eraan denken. Andere Luxemburgse pilseners zijn vaak beroerder, vooral de bocht die als Diekirch en Mousel wordt verkocht en naar verluidt hetzelfde is. Bofferding en Battin zijn dan nog wel aardig, maar Jever wordt het niet.
Het probleem ligt natuurlijk niet alleen bij de brouwers. De horeca in Luxemburg malen niet om bier. Ze hebben een pilsje op tap en als je “geluk” hebt nog wat zoete troep van InBev. Leffe is overal, daarin lijkt Luxemburg toch verdrietig veel op Frankrijk – maar de Fransen hebben dan tenminste nog wat eigen micro’s achter de hand. Zoiets heb ik in Luxemburg niet gevonden en ik heb er ook niemand over gehoord.
Wat moet je dan, als bierliefhebber op vakantie? Ik heb drie vlakke pilsjes geproefd (de vierde die ik bestelde bleek dus toch weer Diekirch) en toen heb ik de handdoek in de ring gegooid. Mijn nobele principe op vakantie altijd het lokale bier te drinken ging radicaal overboord. We togen naar een Ierse pub en dáár hadden ze tenminste bier, een lijst vol mooie Belgen en, nog aardiger, wat porters en IPA’s uit het vaderland. Zulk Iers bier drink je in Nederland toch zelden.
Ook in Luxemburg drink je zulk Iers bier maar zelden. De meeste expatcafés, Iers, Engels of nog weer anders gethematiseerd, verkopen dezelfde overbekende meuk en zijn de omweg dus niet waard. Maar café Decibel, met z’n alternatieve muziek, z’n kringloopinterieur en z’n porters van ver overzee, trok het toch ’n beetje recht. Nu maar hopen dat er ooit nog ‘ns een Luxemburger zich hierdoor laat inspireren…