Archief februari 2017

1
De talen van Wallonië
2
Vat verwisselen
3
Spelling voor rekkelijken en preciezen
4
Die ongelukkige Belgische biercultuur

De talen van Wallonië

Verleden week reisde ik door het zuiden van België. Dat heet Wallonië en ze spreken daar Frans, zoals het noorden Vlaanderen heet en Nederlandstalig is. Toch is dat een wat al te eenvoudige, politieke benadering. Er zijn meer talen in Wallonië en natuurlijk interesseren die talen mij, meer nog dan Frans me interesseert, want voor kleine en slecht beschreven talen heb ik wel een zwak.

Germaans en Romaans in Wallonië

De standaardtaal van Wallonië mag het Frans zijn, het is er vanouds niet de inheemse taal. In wat nu Wallonië heet werden eeuwenlang allerlei kleine talen naast en door elkaar gesproken, waarvan een aantal nog wel verwant was aan het Frans, maar ook een aantal niet. In het oosten waren er Germaanse dialecten: Limburgs, Platdiets, Ripuarisch, Luxemburgs natuurlijk – die dialecten liepen in elkaar, waren varianten van elkaar. De Romaanse dialecten vormden ook zo’n continuüm: Waals, Lotharings, Picardisch. En altijd beïnvloedden die talen ook elkáár, de Romaanse dialecten zaten vol Germaanse woorden en constructies en omgekeerd.

Ik schrijf er nu over in de verleden tijd, want het succes van het Frans heeft deze Waalse taalrijkdom toch wel wat teruggedrongen. De Germaanse dialecten zijn in veel streken uiteindelijk verdwenen, alleen de Oostkantons kozen Duits als standaardtaal, en voor het Luxemburgs (waar ik eerder over schreef: samenvatting van het Luxemburgs) is er natuurlijk het groothertogdom. De Romaanse dialecten hebben eveneens veel aan belang ingeboet, maar ze zijn er nog wel, als thuistaal en als folklore.

Waals, Lotharings, Picardisch

waalse-talenDe drie Romaanse dialecten van Wallonië, of talen voor wie dat zo liever zegt, zijn Waals, Lotharings en Picardisch. Voor het Lotharings en het Picardisch geldt dat ze niet zozeer in Wallonië, maar vooral in Frankrijk gesproken worden, in de delen van Frankrijk die aan Wallonië grenzen. Dat geldt trouwens ook voor het Champenois, een Noord-Frans dialect dat in één Waalse gemeente (Vresse-sur-Semois) gesproken wordt. Voor het Waals geldt het omgekeerde: deze taal is vooral groot in Wallonië, maar wordt ook in sommige Franse grensdorpen vanouds wel gesproken.

Dit Waals nu is toch wel de belangrijkste streektaal van Wallonië, het wordt gesproken van Luik tot Namen en ver de Ardennen in. Verderlezen…

Vat verwisselen

Gelegenheidsgedicht bij de verhuizing van proeflokaal De Kleine Deugniet

 

VAT VERWISSELEN

al zoveel keer is hier ′n vat verwisseld
het lege blik omhoog, ′n nieuwe plek voor bier
meer bier, maar welk precies, dat wordt bedisseld
alleen, dat weet je, door wie de baas is hier
die wist ′n bier te vinden vóórdat ′n ander ′t had
den IJzeren Arm beweegt: ′t laatste uit ′t vat

wat dronken wij van blond en bruin! – trappisten
Orval, Westmalle en de Dochter van de Korenaar,
eerst Hopsinjoor dan geuz’ met wilde gisten
Malheur, Dupont, Lefort – de Belg van Allekmaar
daar staat de toog, die is de troon van ome Rem
de troon van Rick, die later kwam, ja ook van hem

door wat zou nou dat vat vervangen worden
door Bink, door Caracole, of iets uit Nederland?
kijk anders rond, ′t staat toch op de borden
het Uiltje, Zeglis, kom, ik wil ′t weten want
we houden dorst, dus Rem of Rick, wil jij ′ns kijken
zeg schiet ′ns op, of ik vraag ′t aan Marijke

nou zeg ′ns Rem, of zeg ′ns Rick, wat tap je
wat komt er aan, nou ′t oude vat vervangen is
we houden dorst hoor – ′t is toch maar ′n grapje
zeg kom, je weet toch wel, wat ons verlangen is?
maar nee, niks nieuws, geen biertje meer, de troon is leeg
waar is de tijd dat elk meteen wat anders kreeg?

ach nee! we treuren niet, we weten beter
dat vat dat komt nog wel, al komt ′t niet meer hier
kom pak je jas, je tas en struikel niet over je veter
we gaan op weg naar ergens anders, daar wacht ons bier
vier mee! van Koorstraat naar Gedempte Nieuwesloot
daar drinkt de Deugniet verder – we gaan van klein naar groot!

  • Alkmaar, 26 februari 2017

De Kleine Deugniet was gisteren voor het laatst geopend op het oude adres (Koorstraat 12). Vanaf vrijdag is het proeflokaal open op het nieuwe adres: Gedempte Nieuwesloot 117.

Spelling voor rekkelijken en preciezen

Ook op deze site gaat het wel eens over spelling. Spellingdiscussies horen er nu eenmaal bij als je met taal en taalgebruik bezig bent. Niet iedereen is daar overigens gelukkig mee, ik zeg ook graag dat er andere, interessantere onderwerpen zijn. Thuisdialectologie bijvoorbeeld. Maar vandaag wil ik er nog wel ‘ns op in gaan, om dan in ieder geval mijn eigen positie te verduidelijken.

spelling rekkelijken preciezenSpellingdiscussies zijn heel overzichtelijke discussies, die zoals zoveel discussies uiteindelijk altijd neerkomen op een strijd tussen rekkelijken en preciezen. De preciezen benadrukken dat spelfouten heel ernstig zijn, dat onderwijs en het consequent verbeteren van discussiepartners heilige middelen zijn om de spellingvrede te bereiken, dat wie slecht spelt z’n taal niet beheerst en zo verder. De rekkelijken zeggen dat het allemaal zo’n vaart niet zal lopen, klagen dat anderen hen op hun spelling verbeteren terwijl het over de inhoud moet gaan, en pleiten soms zelfs voor meer spellingvrijheid, waarover dadelijk meer.

Het belang van goed spellen

Behalve blogjes over bier, taal en andere liefhebberijen schrijf ik ook teksten voor opdrachtgevers. Daarnaast corrigeer ik teksten van anderen. Dat is mijn werk. Vanzelfsprekend besteed ik daarbij aandacht aan spelling. Veel van de teksten die ik schrijf zijn bedoeld om goed te scoren in Google en we weten dat teksten die goed gespeld zijn goed scoren, dat heeft Google zelf gezegd. Niet dat Google mijn teksten of die van anderen nakijkt op spelfouten, dat is niet zo, het effect is indirect: internetgebruikers kennen meer autoriteit toe aan correct gespelde webteksten, ze linken ze vaker, ze klikken langer door op websites die verzorgd en professioneel ogen en dat alles heeft weer effect op de score in Google. Verderlezen…

Die ongelukkige Belgische biercultuur

Er zijn zo van die zaken waar iedere Nederlandse bierliefhebber, en bierbloggers wel in het bijzonder, van zichzelf en van anderen een mening over moet hebben en één van die zaken is de Belgische biercultuur.

belgischbierHet aardige is dat je daar als Nederlandse bierliefhebber ook wel grofweg dezélfde mening over moet hebben. Als je bijvoorbeeld zegt dat je de Belgische biercultuur de beste van de wereld vindt, dan diskwalificeer je jezelf als oud, linnen tasje, geen kenner meer. Maar als je geweldig gaat staan foeteren op al wat Belgisch is, dan ben je toch ook weer ongezellig en kun je er op z’n minst op rekenen dat iemand over Orval begint. Nee, de mening die je moet hebben is ongeveer de volgende: de Belgischie biercultuur is een grote schat, maar België is z’n voorsprong kwijt en ze zullen aan conservatisme ten onder gaan.

Dat is ook ongeveer mijn mening steeds geweest.

Sakkeren op Belgisch bier

Het is tegenwoordig bon ton om te sakkeren op Belgisch bier. Dat is niet iets Nederlands. Sakkeren op Belgisch bier is internationaal in zwang en dan vooral, of sterker: haast uitsluitend onder hen die zich kenner of beergeek noemen dan wel hun haar in een knotje dragen. Belgisch bier, dat is te zoet en te alcoholisch en die brouwers zijn te commercieel en er zit ook gewoon veel te veel koolzuur in, maar te weinig hop. Ook in België zelf hoor je dergelijke klachten wel bij de bierdrinkers die zich tot de avant garde rekenen.

Dat geklaag staat wel in een breder verband. Bij de moderne, bewuste bierdrinker moet je in de regel niet met zoet en commercieel aankomen en bij mij in ieder geval ook niet met te veel koolzuur. Ook Nederlandse commerciële zoete bieren moeten het ontgelden, ook Amerikaanse, ook Duitse, allemaal. Maar toch lijkt juist de Belgische biercultuur op deze bieren afgerekend te worden, zelfs door mensen die weten dat er echt nog wel ánder Belgisch bier is. Natuurlijk wordt er ook kritisch gekeken naar het Duitse Reinheitsgebot en naar de Engelse real ale-dogma’s, maar daar wordt toch wel genuanceerder over gesproken en bovendien blijken klassieke Duitse ondergisters en dito Engelse bovengisters ook juist weer in opkomst, ook onder de “geeks”.

Te hoog van de toren

Dat er over België meer wrevel is dan over andere bierlanden zal voor een deel ook wel samenhangen met de houding van de Belgen zelf. Arrogantie en chauvinisme zijn onze zuiderburen nu eenmaal niet vreemd, en al helemaal niet als het op bier aankomt. Wat Nederlandse bierliefhebbers al allemaal niet hebben moeten horen over hun bier, door ongeïnformeerde Belgen die het niet eens wíllen proeven – dat heeft kwaad bloed gezet, ook bij mij. België heeft jarenlang ontzettend hoog van de toren geblazen en dan is het niet verwonderlijk dat men er dan bij de kippen bij is als blijkt dat die toren wankelt. Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.