Categorie Boeken

1
Boeken proeven: The Guardian over Nederlandse literatuur
2
Boeken proeven: Das Parfum en de zee
3
Boekrecensie: Facebook
4
Taalkundeboeken: Slavische talen
5
Taalkundeboeken: Italisch en Romaans
6
Taalkundeboeken: Esperanto en Indo-Europees
7
Taalkundeboeken: niet-Indo-Europese talen
8
Ward Ruyslinck ging voorbij
9
Schrijver in spe
10
Duitse humor

Boeken proeven: The Guardian over Nederlandse literatuur

De Engelse krant The Guardian, die net als onze kranten ooit ’n meneer was maar sinds ’t internet niet meer, heeft Nederlandse literatuur gelezen. Jawel! Men kijkt over de plas! Nu, die literatuur las men wel in vertaling, uiteraard, ’t kan te mal, maar het is ’n begin. Het gaat om de bloemlezing The Penguin Book of Dutch Short Stories, van onze eigen Joost Zwagerman, wiens droevig verscheiden uiteraard ook vermeld wordt in het artikel.

Opvallender: The Guardian verbindt, bij monde van Jonathan Gibbs, aan die lezing grootse conclusies over Nederlanders en Engelsen:

In the end, though, what’s so rewarding is how it presents us the Dutch and British characters as essentially similar. So too are the two languages, linguistically speaking, when you factor out the very prickly matter of pronunciation. Like us, this is a nation governed by rationality, with a vision of classlessness at its heart. Like us, they see themselves as a sensible compromise between Latin fervour and German dourness.

The Guardian

Met enige goede, of slechte, wil kun je hier de tijdsgeest in zien. Men doet nog ‘ns ’n poging om over de eigen grenzen heen te kijken, maar gebruikt die gelegenheid dan weer om iets over de eigen Britse identiteit te zeggen, iets wat nog vrij platvloers is ook, een aaneenschakeling van clichés over onze taal, over Duitsers en Zuid-Europeanen… Met dan het compliment dat de Nederlanders toch wat op die superieure Britten lijken.

Onze literatuur verdient betere lezers.

Boeken proeven: Das Parfum en de zee

Das Parfum, voluit Das Parfum. Die Geschichte eines Mörders, is zo’n boek dat, ook voor wie zich niet in het bijzonder met de Duitse letteren bezig houdt, wat ik toch probeer te doen, als een klassieker geldt. Het is zelfs zo dat als je iets over Duitse literatuur laat vallen, in een gesprek in de kroeg of tijdens een treinreis met een onbekende tegenover je, dit boek vaak genoemd wordt: “Ja, Duits! Das Parfum!” Dat, en de Schachnovelle, omdat die zo kort is.

Zelf las ik Das Parfum heel lang niet. Het zou aardig zijn daar snobisme in te zien, maar onterecht, er was niet echt een bedoeling bij, het was niet dat ik dat boek negeerde. Ik had Das Parfum ook gewoon in de kast staan. Verleden najaar las ik ’t en toen wilde ik er over schrijven, maar eigenlijk is het meeste wel over Das Parfum gezegd. Dat het een goed boek is, dat het je meesleept, dat je er werkelijk beter van gaat ruiken en dat al die geuren poëzie zijn. Nee, laat ik het dan liever kort houden. Er is iets met de zee: Verderlezen…

Boekrecensie: Facebook

Het meest gelezen boek van dit moment, en van vele momenten voor en na dit moment, is zonder twijfel Facebook. Vele miljoenen slaan het dagelijks open, lezen een stukje en praten vervolgens over wat ze zojuist gelezen hebben. Het is Facebook voor en Facebook na. Zo’n boek verdient dus ook een eerlijke recensie van een oplettende lezer.

Lezen zonder Facebook

Zelf ben ik lang een oplettende lezer geweest. Ik had al Facebook toen de rest van Nederland nog op Hyves zat, want ik woonde toen in België en daar kwam het iets eerder op. Ik las Facebook en schreef erop en toen die functie er later bij kwam, likete ik ook van alles en kreeg ik zelf af en toe duimpjes onder mijn naam. Zo had ik een leven op Facebook. Tot oktober vorig jaar. Toen heb ik, impulsief haast, mijn account gewist.

facebook boekrecensieDat betekent dat ik nu van twee dingen weet heb: van ’n leven mét Facebook, en van ’n leven zonder. Leven zonder Facebook bleek best goed mogelijk te zijn. Ironisch genoeg had ik ineens méér contact met mijn vrienden (en tegelijk minder met adverteerders, vage kennissen en meisjes die ik ooit ‘ns in ’n café moet hebben gezien en daarna nooit meer). Er werd meer gemaild, meer afgesproken en meer gepraat. Facebook bleek eigenlijk nergens voor nodig.

Eén les trok ik wel: zonder Facebook ben je ’n heel stuk minder jarig. De tijd van verjaarskalenders op de plee is voorbij. Mensen hebben geen idee meer. Dat doet vermoeden dat dit meestgelezen boek wel meer invloeden heeft op ons dagelijks leven en onze vriendschappen. Zo werd mijn resolute besluit van oktober geleden ineens een onderzoek. Verderlezen…

Taalkundeboeken: Slavische talen

Met de inventarisatie van de vierde plank van mijn collectie boeken over taalkunde komen we te spreken over een echte liefde: de Slavische talen. Hoe dat zo gekomen is weet ik zelf niet eens, maar voor Slavische talen heb ik altijd een hart gehad, in het bijzonder voor het Tsjechisch.

Slavisch is leuk

Misschien heeft de eerste taal van plankje drie er wel een rol in: het Latijn. Die taal leerde ik op school, met plezier, maar twee dingen stonden me wat tegen aan het Latijn: hoe leuk ik de naamvallen ook vond, die werkwoorden vond ik eigenlijk te moeilijk en te veel gedoe – en verder bleef ’t toch een dode taal, natuurlijk. Hoe heerlijk was dan de ontdekking dat een hele wereld zich uitstrekte in het oosten van Europa, waar talen lééfden die naamvallen hadden als het Latijn, zonder dat je daar gratis een woud aan onnavolgbare werkwoordstijden bij kreeg?

Slavisch dus. Het leukste van Latijn (compacte naamvallen), het leukste van Grieks (een eigen alfabet), het leukste van mijn eigen taal (fijn twee werkwoordstijden en dan nog de notie van voltooiing) en daarbij dan nog, dat ontdekte ik later, leuke landen waar je die talen spreken kon… Geen wonder dat het Slavisch in mijn kast een plank verdient.

boeken-slavische-talen

Boekenlijst Slavische talen

Op deze plank staan 20 boeken. Eén ervan is op de foto niet te zien, dat staat achter de andere. Verderlezen…

Taalkundeboeken: Italisch en Romaans

Op de derde plank van mijn kast vol boeken over taalkunde staan de romaanse talen en hun moeder, het Latijn. Dat Latijn is strikt genomen een “Italische taal”, een zustertaal van het Oskisch en het Umbrisch. Ik kan me zo voorstellen dat ik, als ik ooit boeken zal bezitten over deze of andere dode Italische talen, die ook op dit plankje zal zetten. Dat is dus het thema van plank drie: Italisch en Romaans.

Romaanse talen: liefde en weemoed

Die romaanse talen zijn duidelijk populair in Nederland, het is niet moeilijk er Nederlandstalige publicaties over te vinden. Frans leren we op school, Spaans in bepaalde gevallen ook, en in mijn geval kwam het Latijn daar nog bij. Dat Latijn ben ik altijd blijven liefhebben, maar voor Frans en Spaans heb ik minder passie. Nee, dan Portugees. Daar valt tenminste nog wat te lachen… Roemeens boeit me ook, vooral om het taalcontact daar op de Balkan.

boeken-romaanse-talen

Maar de romaanse taal die me eigenlijk het meest fascineert, de taal die ik graag hoor zingen bij restaurant La Famiglia, ontbreekt: dat is het Sardijns. Daar is geen Prismagrammatica van en die gaat er ook niet komen. Dat stemt weemoedig. Deze taal had ooit prima papieren om de landstaal van Sardinië te worden, maar inmiddels holt het het Latijn achterna, de dode taal waar het Sardijns meer op lijkt dan eender welke moderne romaanse taal.

Boekenlijst Italisch en Romaans

Op deze plank staan 25 boeken. Verderlezen…

Taalkundeboeken: Esperanto en Indo-Europees

Ook de tweede plank van de boekenkast, die ik nu doorspit omdat ik mijn boeken over taalkunde in kaart wil brengen, levert op eerste zicht geen vleiende titel op. “Overig”, ach ja, dat is wel wat het is. Op dit plankje bewaar ik boeken over Indo-Europese talen die niet bij de drie onderfamilies horen waar ik de meeste boeken over heb, dus talen die niet Slavisch, niet Romaans en ook net Germaans zijn.

Om het erger te maken staan er op dit plankje ook nog twee boeken over een taal die strikt genomen niet eens Indo-Europees is: het Esperanto. Deze taal had eigenlijk op het vorige plankje moeten staan, tussen de creolentalen, want als deze kunsttaal dan toch ergens bij moet worden ingedeeld is het wel bij de creolen, het Esperanto is een mengeling van van alles. Maar daar werd het te krap, dus heb ik het maar zo gedaan. Wie weet verhuizen de andere creolen nog eens mee…

boeken-taalkunde

Boekenlijst Esperanto en Indo-Europees

Op dit plankje staan 15 boeken. Verderlezen…

Taalkundeboeken: niet-Indo-Europese talen

’t Leek me wel ’n mooi voornemen om mijn collectie boeken over taalkunde eens in kaart te brengen. Natuurlijk is zo’n collectie veranderlijk, ik koop er wel eens wat bij, maar dat maakt voor het internet niet uit: ik kan deze blogjes immers vrijelijk aanpassen en zo actualiseren wanneer dat nodig is. Taalkundeboeken dus, in een reeks, plank per plank. Vandaag de eerste plank, waar niet-Indo-Europese talen op staan.

Niet-Indo-Europese talen

Het is geen elegante aanduiding, maar het is wel praktisch: mijn collectie boeken over taalkunde behelst voornamelijk talen die op de één of andere manier aan het Nederlands verwant zijn, Indo-Europese talen dus, talen waarvan we aannemen dat ze zijn ontsproten uit één oertaal, het Proto-Indo-Europees, en vervolgens over heel de wereld uitgewaaierd zijn. Maar er zijn ook andere talen op de wereld, met een andere oorsprong. Die staan hier.

Niet-Indo-Europese talen zijn een restgroep in mijn bibliotheek. De creolentalen staan er, het Chinees staat er, de Oeralische talen, waar ik toch zo’n zwak voor heb, staan er ook. Zo ziet het er nu uit:

boeken-taalkunde

Boekenlijst niet-Indo-Europese talen

Op het plankje staan 38 boeken. Verderlezen…

Ward Ruyslinck ging voorbij

Mijn vader is ooit een lezer geweest. Hij las als kind elke dag en heel veel, dat heeft hij mij verteld. Tegenwoordig leest hij zelden nog boeken. Wel print hij het internet uit, dat hoort bij zijn generatie.

Toen ik interesse kreeg in de grotemensenliteratuur zocht ik in de boekenkasten thuis naar boeken om mee te beginnen. Er stond ’n Couperus die m’n moeder ooit van haar zus cadeau gekregen had: Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan…. Daar moest ik maar niet mee beginnen, zeiden de grote mensen. Gelukkig stond er ook iets van Ward Ruyslinck en dat hadden we niet gekregen, mijn vader had het boekje zelf gekocht.

Ik heb het boekje uit de kast gepakt en mijn vader er naar gevraagd. Het was een oud bibliotheekboek, “Afgeschreven” stond er, en Het reservaat. Veel had ‘ie er niet voor betaald. Waarom was het er, waarom had hij het gekocht? Verderlezen…

Schrijver in spe

BlauwdrukHet internet hokt vol schrijvers in spe. Blogsites varen er wel bij, mijn eigen website natuurlijk ook. Ik schrijf wat af. Toch ga ik zelden de weg die andere schrijvers in spe gaan. Zij leuren met hun proza op webfora en googelen zich suf naar nieuwe schrijfwedstrijden, hopelijk wedstrijden waarvan verder niemand heeft gehoord en waar de winkansen dus groter zijn, want literaire wedstrijden zijn loterijen natuurlijk, zo cynisch is de wereld, zeker voor idealistische schrijvers in spe.

Wat maanden geleden overwoog ik ook wanhopig te worden. Er blijkt een website te bestaan waarop je in één oogopslag alle actuele schrijfwedstrijden in beeld krijgt en daartussen vond ik toen iets wat me nog wel aansprak, een poëziewedstrijd voor gedichten over je eigen stad. Ik schrijf nooit gedichten en ik schrijf ook eigenlijk nooit over Alkmaar, dus ik deed mee. Ik schreef een raar gesloten gedicht op een ritme dat ik eerst achterop een bonnetje had ontworpen er gooide er wat naamkunde in, want er wordt te weinig over naamkunde gedicht (en misschien juist te veel over Alkmaar, maar dat wist ik toen nog niet).

Verderlezen…

Duitse humor

“Es is nicht zu Viel gesagt, wenn man behaubtet, in eben dem Grad, wie unser Jahrhundert alle vorigen an Aufklärung übertrift, übertreffe Deutschland alle übrigen Nationen daran.” Jawel, er is weer aandacht voor Duitsland op deze webstek, ’t zal eens niet. “De Duitsers overtreffen alle andere volken als ’t op Verlichting aankomt,” dat zou niet te veel gezegd zijn, vond ene Wilhelm Ludwig Wekhrlin in 1785.

Ik zal eerlijk zijn: tot gisteren had ik nog nooit van Wilhelm Ludwig Wekhrlin gehoord. Ik denk niet dat ik me daarvoor hoef te schamen, die man is al heel lang dood en niet een talent van het statuur van Goethe of Schiller. De canon gaat aan zulke mensen voorbij. Toch is hij wel interessant, al was het maar om wat hij in 1785 allemaal over Duitsland schreef.

Wekhrlins stuk met de titel “Die Vorzüge der Teutschen” begint met een opsomming van wat het Duitse volk allemaal voor verlichts ondernomen heeft. De doodstraf afgeschaft, heksenvervolgingen aan banden gelegd, de duivel verjaagd… Maar niet alles is groots, aldus Wekhrlin, wat Duitsland ontbeert is een hoog niveau in de Schone Kunsten. Toneel, literatuur, het was allemaal maar middelmatig in Duitsland. “Unsere Musik wird nimmer originell werden,” dat staat er echt.

Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.