Categorie Boeken

1
Het oudste boek
2
Gedichter
3
Ingetaald

Het oudste boek

Evangelie van CuthbertHet oudste boek van Europa is verkocht. Dat is in de Nederlandse kranten te lezen en ongetwijfeld ook in die uit andere landen. Het oudste boek van Europa, dat gaat ons allemaal aan. Zoiets is toch uniek, nietwaar?

Het gaat om ’n Engels boek, het Evangelie van Cuthbert. Het is geschreven in het Latijn. Het handschrift komt uit de zevende eeuw, dus oud is het zeker. Het werd geschreven op het mooie eiland Lindisfarne, in het hoge noorden van Engeland. De kopers – de eerbiedwaardige British Library – hadden er negen miljoen pond voor over. Zoiets bijzonders mag wat kosten.

Maar hoe bijzonder is het nu eigenlijk? Is dit werkelijk het oudste boek van Europa? De British Library zegt van wel, en als je nu “oudste boek van Europa” googelt krijg je massa’s Nederlandse artikelen die de British Library napraten. Als er maar één bron is kun je je afvragen hoe betrouwbaar die is. Zouden ze daar bij de British Library niet gewoon ’n beetje chauvinistisch zijn?

Verderlezen…

Gedichter

Jolig doolde ik de vaderlandse letteren door, op zoek naar inspiratie voor kolderieke verzen in talen die niet eens meer bestaan. De verveling doet wat met ’n brein dat uitdaging behoeft. Ik las de scabreuze Middeleeuwers nog ‘ns terug, ik bladerde van einde tot begin door Bredero, half mompelend dreunde ik liederen uit Lucifer op en zo vergleed de week. Op vrijdagmorgen viel mijn oog op de naam Mattheus Gansneb Tengnagel.

Een goede gekke dichter heeft ’n gekke naam. Mattheus Gansneb Tengnagel trof ’t, al noemde hij zich in het gewone leven gewoon Tijs Tengnagel en is het niet helemaal zeker of hij dat adellijk klinkende Gansneb er zelf maar tussen had gezet, om zo verwantschap te veinzen met de échte Gelderse adel die zo heette, of dat Tijs werkelijk voluit Gansneb Tengnagel heette. Het is zoiets als het umlautje van Büch.

Verderlezen…

Ingetaald

steven-h-p-de-jongZo klein als iedereen beweert is ons taalgebied helemaal niet. De Nederlandstaligen hebben zich over best wat landen verspreid, en twee ervan zijn nog akelig rijke landen ook, wat in de moderne wereld misschien wel meer uitmaakt dan louter het aantal sprekers van een taal. Maar zelfs dát is in ons geval nog lang niet mis.

Verleden week was ik kort in een kleiner taalgebied, waar een taal te verwaaien stond, kleiner en kleiner werd en vooral voor de literatuur ongrijpbaar geworden was, niet eens zozeer voor de schrijvers en dichters, voor wie de taal natuurlijk niet ongrijpbaar genoeg kan zijn, maar voor de uitgevers vooral, die geen boeken meer verkochten, en voor de lezers, die ze niet meer lazen. Ik bezocht er een literaire avond, in Leeuwarden, of Ljouwert zogezegd, want ik spreek natuurlijk over het Fries en dat kleine, vlakke, waaiende Friese taalgebied. Veel grijze hoofden waren daar, maar ook een jeugdige enkeling, voor wie er foldertjes werden rondgedeeld over verliefd zijn in het Fries en waarop achter het Friese woord fereale tussen haakjes was geschreven dat het verliefd betekende. Jonge Friezen lazen hun taal niet meer, niet omdat ze niet van lezen hielden, maar simpelweg omdat ze hun taal niet meer voldoende kenden. Was dat dan onwil? Hoe mooi de avond verder ook was, met poëzij en Friese opera, het was dat foldertje, het was die vaststelling die bekleef: het geschreven Fries was stervende.

Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.