De uitvinder van het pīnyīn

Al vele jaren ontvang ik, met een onderbreking weliswaar, Taalpost. Die onderbreking was het gevolg van ’n technisch probleem waarvan de precieze aard noch mij, noch de mensen van Taalpost duidelijk is geworden, ook niet na veel gemail over en weer – wat Taalpost eigenlijk alleen maar sympathieker maakt. Vandaag stond er in Taalpost iets over het Pīnyīn, meer bepaald: het bericht dat de uitvinder van het Pīnyīn overleden was werd door Taalpost gedeeld, en zo bereikte het mij.

ChineesPīnyīn, dat is een soort spelling, zoals er ook een groene en een witte spelling is, maar dan ambitieuzer: het Pīnyīn is een alternatieve spelling voor het Chinees. Het Chinees, dat weten we allemaal wel, wordt vanouds op een nogal eigenaardige, om niet te zeggen omslachtige manier gespeld, met duizenden verschillende karakters die elk een andere betekenis uitdrukken. Pīnyīn is een spelling volgens ons principe, met lettertypes die een klank uitdrukken. Sinds 1979 is het officieel in gebruik in China, maar de schepping ervan is ouder en de schepper was dus de man die deze week overleed: Zhou Youguang.

Zhou Youguang of Zhōu Yǒuguāng?

Zhou Youguang, dat is tenminste de naam die het door Taalpost aangehaalde artikel geeft, een artikel van de BBC. Dat is een medium waar de Britten voor betalen en ik niet, voor mij en voor de mensen van Taalpost is het een gratis medium – we mogen er dus niet te veel van verwachten. De BBC is bij het grote publiek vooral bekend om de kneuterige tuinierprogramma’s en dito comedyseries die de omroep produceert, aangevuld met wat chauvinistische muziekprogramma’s en registraties van hoe oude heren oude mopjes tappen, ik weet ’t, ik moet die niet voor hoger houden. Maar toch vind ik ’t ’n beetje grievend dat de BBC Zhou Youguang schrijft.

Het Chinees is een toontaal en zonder tonen betekenen Chinese woorden en namen eigenlijk niks. Dáárom is er Pīnyīn. Je kunt het Chinees wel schrijven alsof het Engels is, of alsof het Nederlands is desnoods, maar dan kun je die tonen niet aangeven en dat moet je echt doen, want alleen die toon maakt het verschil tussen betekenissen als “paard”, “moeder”, “hennep” of “schelden” (bij het woord dat je, als je van geen tonen weet, als ma zou schrijven). Daarom is het ook Pīnyīn en niet Pinyin, zoals de BBC schrijft.

De uitvinder van het Pīnyīn heette zo Zhōu Yǒuguāng. Hij begreep het belang van toon in het Chinees en erkende dat je tonen móet weergeven, hoe dan ook, als je Chinees wilt schrijven. Jaren van z’n leven kostte het, en vast ook jaren van andermans leven, zoiets doe je niet alleen, om een schrift te ontwikkelen dat die tonen precies weergaf en dat tegelijk makkelijk was in gebruik. Het knappe resultaat van al dit werk heet Pīnyīn, en de schepper dus Zhōu Yǒuguāng.

Pīnyīn uitvinden en heruitvinden

Het is lastig voor te stellen hoe moeilijk of makkelijk het is geweest om Pīnyīn uit te vinden. Ook voor mij, want ik spreek geen Chinees, om te beginnen, al heb ik wel een notie van de taal, mede omdat ik het land heb bezocht. In ieder geval stond de uitvinding van het schrift niet helemaal op zichzelf, er bestonden al verschillende andere systemen, die allemaal zo hun voor- en nadelen hadden, maar die voor Zhōu Yǒuguāng in ieder geval waardevolle aanknopingspunten waren om zijn systeem te perfectioneren.chinees karakter

Een gedachte-oefening die enig inzicht geeft in de moeilijkheden van zo’n schrift, is zélf een spelling voor het Chinees te verzinnen. Het Mandarijn, de Chinese standaardtaal, heeft vier tonen plus een neutrale toon, zodat je een willekeurige lettergreep op vijf manieren kan uitspreken. Als we het al genoemde woord ”ma” nemen, dan zijn er dus minimaal vijf betekenissen. Zhōu Yǒuguāng drukte die als volgt uit:

  • – hoge, constante toon, betekenis “moeder”
  • – dalende toon, betekenis “schelden”, “offeren”, ook: “sprinkhaan”
  • – stijgende toon, betekenis “hennep”
  • – dalend-stijgende toon, betekenis “paard”
  • ma – neutrale toon, gebruikt aan het einde van vraagzinnen (vraagpartikel)

Een mogelijke kritiek die je op dit systeem kunt hebben is dat je er nog best wat verschillende accenttekentjes voor nodig hebt, tekentjes die niet op iedere computer voorhanden zijn. Een andere benadering, die ik zelf wel eens gekozen heb, is die waarbij je de klinkers dubbel spelt. Omdat het Chinees veel tweeklanken heeft (zoals ook in de naam Zhōu Yǒuguāng) ontkom je er toch niet aan om bepaalde klinkers met twee letters te schrijven, dan kun je het ook wel overál doen:

  • maa – hoge, constante toon, betekenis “moeder”
  • màa – dalende toon, betekenis “schelden”, “offeren”, ook: “sprinkhaan”
  • máa – stijgende toon, betekenis “hennep”
  • maá – dalend-stijgende toon, betekenis “paard”
  • ma – neutrale toon, gebruikt aan het einde van vraagzinnen (vraagpartikel)

Dit systeem is in ieder geval eenvoudiger te typen, maar het is ook ambigu. De plaats van het accent maakt nogal veel uit, dat kan lastig zijn. En je zit dus met extra letters, waardoor woorden extra lang worden, wat ook al gebeurt bij het weergeven van medeklinkers (zh-, sh-, gu-, -ng, etc.), terwijl die karakters nou juist zo lekker economisch zijn.

Een ander groot bezwaar, dat zowel dit systeem geldt, als ook het Pīnyīn van Zhōu Yǒuguāng, is dat het niet zoveel nuances uit kan drukken als het karakterschrift. Voor woorden die hetzelfde klinken, maar meerdere betekenissen hebben (zoals / màa), bestaan verschillende karakters, voor iedere betekenis en zelfs voor haast iedere nuance. Dat is een rijkdom die Chinezen niet graag kwijt zouden raken. Om die reden is Pīnyīn ook geen echte vervanger voor het Chinese schrift.

Zhōu Yǒuguāng voorbij Pīnyīn

De BBC liet nogal wat steken vallen in z’n berichtgeving. Niet alleen lapte de omroep de oerprincipes van het Pīnyīn aan z’n laars, ook legt het onzinnige verbanden met zinnen als deze: Before Pinyin was developed, 85% of Chinese people could not read, now almost all can. De uitvinding van het “Pinyin” heeft veel gemakkelijker gemaakt, maar dat Chinezen nu karakters kunnen lezen is gewoon het gevolg van goed en geduldig onderwijs in karakters, nog steeds. Want het Pīnyīn vervangt die karakters niet!

Zhōu Yǒuguāng heeft overigens meer gedaan dan alleen een spelling bedacht. Zo vertaalde hij de ”Encyclopædia Britannica” in het Chinees en publiceerde hij studies over de geschiedenis van de karakters. Ook bleef hij zich uitspreken over politieke kwesties, ondanks een verblijf in een heropvoedingskamp tijdens de Culturele Revolutie, en verboden op zijn latere boeken. Zhōu Yǒuguāng bereikte de respectabele leeftijd van 111 jaar – hij overleed een dag na zijn verjaardag.

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.