De kern van Dieren
De trein bracht me vrijdag in Dieren. Dieren is, voor wie dat nog niet weet, een plaats in Gelderland, gelegen tussen Arnhem en Zutphen, aan de IJssel nabij Doesburg. Dieren is vooral bekend om de fietsen van Gazelle, die hier worden gemaakt, en aan die fabriek heeft het ook zijn groei te danken, maar er is een oude kern. Ik kwam voor die oude kern, uiteraard: bezoekers van een dorp of stad willen de oude kern zien en als die er niet is zijn ze toch teleurgesteld. Hoewel ik niet meteen teleurgesteld raak van een nieuwe kern, zoek ik, zoals gisteren in Dieren, toch altijd eerst de oude op.
Horden in Dieren
Naar Dieren kwam ik niet geheel onvoorbereid: ik had in de trein al opgezocht dat de oude kern ten zuidoosten van het station lag. Eenmaal op station Dieren wilde ik dan ook die kant op, maar tot m’n verbazing dwong het tunneltje me naar het westen: er was helemaal geen uitgang aan de kant van de oude kern. Het bleek niet het enige obstakel tijdens mijn tocht door Dieren.
Meteen buiten het station, aan het einde van de trap omhoog, stond een informatiebord dat me toch enig in zijn soort lijkt: de tekst verhaalde wel over het oude Dieren met zijn hof, maar de plattegrond die gegeven werd liet een gehavend Dieren zien, zónder zuidoosten. Alleen het nieuwe centrum in het noordwesten van Dieren was te zien. Hoe ik, om het station heen, alsnog de oude kern bereiken kon, viel aan de kaart niet op te maken. Verderlezen…

Leuvens kuit, dat is Luvanium Cuyt. Een bier dat heerlijk troebel oogt: geel in heldere en duistere tinten, graanachtig geel, ondoorzichtig blond. De geur is ook graanachtig, maar ook droog, een Belgisch gist heeft hier zijn werk gedaan. Een zuchtje zwarte bessen. Toch vooral: graan en hop, de smaken die ik verwacht in een kuitbier.
Nu, echt vergeten zijn dubbels natuurlijk niet, maar het zijn inderdaad niet de bieren waar de bierkoningen en -koninginnen van Nederland elkaar over appen, niet de publiekstrekkers op festivals, niet de bieren waar ikzelf over schrijf op dit blog over schrijf… Ik vond het streven dan ook sympathiek: nog ‘ns dubbels proeven, ze nog ‘ns ’n kans geven. Dubbels lijken op herfstbocken, maar zijn vaak wat gistiger en zo ook fruitiger. Zoet, daarom niet hip. Toch het proeven waard.
Pīnyīn, dat is een soort spelling, zoals er ook een groene en een witte spelling is, maar dan ambitieuzer: het Pīnyīn is een alternatieve spelling voor het Chinees. Het Chinees, dat weten we allemaal wel, wordt vanouds op een nogal eigenaardige, om niet te zeggen omslachtige manier gespeld, met duizenden verschillende karakters die elk een andere betekenis uitdrukken. Pīnyīn is een spelling volgens ons principe, met lettertypes die een klank uitdrukken. Sinds 1979 is het officieel in gebruik in China, maar de schepping ervan is ouder en de schepper was dus de man die deze week overleed: Zhou Youguang.
Nu, die brouwerij blijkt opgericht door een Nieuw-Zeelander, wat eigenlijk ook wel weer ontzettend Luxemburgs is, want dit is een wereldstad vol expats, op microniveau. De brouwer zelf is ook plezierig micro, de introductie op de website van
Een eigen brouwerij ontbeert Alkmaar, schreef ik eind 2015. Toen al wist ik dat er ideeën waren voor 2016, en die ideeën hebben ook daadwerkelijk vorm gekregen.