Bierrecensie: Luvanium Cuyt
Vergeten stijlen zijn tegenwoordig haast minder vergeten dan de moderne. Om die moderne niet te vergeten dronk ik verleden week dubbel. Vandaag bracht de trein me naar Leuven, mijn oude liefde, de stad van mijn studententijd. Ik zal er vast nog wel wat dubbels en tripels gaan tegenkomen, maar het eerste wat ik dronk was een vergeten bier, dat een paar jaar geleden in Nederland in ere werd hersteld: kuit. Jawel, ik vond kuitbier in België! Hier gebrouwen, ook hier aan de vergetelheid ontrukt.
Kuitbier
Kuitbier is bier met veel graan: naast gerst hoort er tarwe en haver in. Dat was vroeger geen bijzonderheid in deze streken, Nederlands bier, en ook Belgisch bier, want we waren toen nog een continuüm – enfin, óns bier, dat was bier gebrouwen van allerhande granen, gemout en ongemout, gebrand of niet, soms met kruiden en soms met hop. Kuitbier hoort bij de hoppige bieren, blond, fris, troebel.
Ook in Leuven wordt de biergeschiedenis meer en meer recht gedaan, al domineert InBev er meedogenloos de skyline. Leuven is een stad met een traditie van tarwebier, dus het kuitbier heeft hier minstens zoveel recht als in Holland. Hoe smaakt Leuvens kuitbier?
Luvanium Cuyt geproefd
Leuvens kuit, dat is Luvanium Cuyt. Een bier dat heerlijk troebel oogt: geel in heldere en duistere tinten, graanachtig geel, ondoorzichtig blond. De geur is ook graanachtig, maar ook droog, een Belgisch gist heeft hier zijn werk gedaan. Een zuchtje zwarte bessen. Toch vooral: graan en hop, de smaken die ik verwacht in een kuitbier.
De smaak van Luvanium Cuyt maakt korte metten met eventuele valse verwachtingen: ja, dit is een kuit, niet één of andere gistrijke tripel. Vol is de mond, vol van smaken die herinneren aan vers brood, de damp in een brouwerij, en gek genoeg ook aan het witbier dat hier in de streek nog gebrouwen word. Tarwe, natuurlijk, en ook haver, die alles verzacht en verbindt. Een prettige bitterheid houdt stand, limoenachtig, maar de balans slaat nooit over naar alleen maar bitter, het moutprofiel is immers rijk genoeg.
Dit is een goede binnenkomer. Een bier dat herinnert aan de eerste schreden van de Nederlandse bierrevolutie. Maar Luvanium Kuyt is zeker Belgisch, en zeker Leuvens: dat bedoel ik hier als tegenstelling. Belgisch, omdat het niet los staat van de moderne Belgische cultuur, maar ook Leuvens, omdat het teruggrijpt op bieren die ooit verdwenen ten faveure van die moderne Belgische biercultuur. Hulde voor deze wedergeboorte.
Luvanium Kuyt kort
- Luvanium Cuyt, 6,5%
- Geproefd 25 januari 2016
- bij: De Metafoor
- Leuven

Nu, echt vergeten zijn dubbels natuurlijk niet, maar het zijn inderdaad niet de bieren waar de bierkoningen en -koninginnen van Nederland elkaar over appen, niet de publiekstrekkers op festivals, niet de bieren waar ikzelf over schrijf op dit blog over schrijf… Ik vond het streven dan ook sympathiek: nog ‘ns dubbels proeven, ze nog ‘ns ’n kans geven. Dubbels lijken op herfstbocken, maar zijn vaak wat gistiger en zo ook fruitiger. Zoet, daarom niet hip. Toch het proeven waard.
Pīnyīn, dat is een soort spelling, zoals er ook een groene en een witte spelling is, maar dan ambitieuzer: het Pīnyīn is een alternatieve spelling voor het Chinees. Het Chinees, dat weten we allemaal wel, wordt vanouds op een nogal eigenaardige, om niet te zeggen omslachtige manier gespeld, met duizenden verschillende karakters die elk een andere betekenis uitdrukken. Pīnyīn is een spelling volgens ons principe, met lettertypes die een klank uitdrukken. Sinds 1979 is het officieel in gebruik in China, maar de schepping ervan is ouder en de schepper was dus de man die deze week overleed: Zhou Youguang.
Nu, die brouwerij blijkt opgericht door een Nieuw-Zeelander, wat eigenlijk ook wel weer ontzettend Luxemburgs is, want dit is een wereldstad vol expats, op microniveau. De brouwer zelf is ook plezierig micro, de introductie op de website van
Een eigen brouwerij ontbeert Alkmaar, schreef ik eind 2015. Toen al wist ik dat er ideeën waren voor 2016, en die ideeën hebben ook daadwerkelijk vorm gekregen.