Archief 2015

1
Pilsnijd
2
Bier op stikstof
3
Taalgrenscontact
4
Echt Nederlands bier
5
Een taalreis naar Lytje Pole
6
Sinds taalcontact
7
Vijf plus 98

Pilsnijd

Leuven in last: de organisatie van Marktrock, een jaarlijks muziekfestival op de Oude Markt van deze Vlaamse studentenstad, heeft laten weten dat het sponsorcontract met Stella dit jaar is ingeruild voor een contract met Maes. Dat is nieuws. Dat is zelfs reden tot zorg, vinden veel Leuvenaars. Want Stella Artois is het Leuvense pils, niet Maes, dat komt uit de buurt van Mechelen en bovendien is het heel vies. Tenminste, dat is wat je er nu over leest.

Marktrock-stella-maes

Marktrock in tijden van Stella. Foto: Wim Deprez, Wikimedia Commons

België mag in Nederland dan voornamelijk met klassieke tripels en bijzondere traditionele bieren geassocieerd worden, eerst en vooral is België, net als Nederland, een pilsland. Pils is het meestgedronken biertype en pils is voor menig bierdrinker ook onderdeel van zijn identiteit. De kroegdiscussies die je in Nederland soms hoort over Heineken, Hertog Jan en Grolsch gaan in België over Stella, Jupiler, Cristal en Maes. O, en over Primus, soms, over Bockor misschien – enfin, over lokale pilsjes die horen bij de lokale identiteit, want in België is alles lokaal.

Maes vs. Stella: volmoutpils of marketingmaïs?

Het imago van ’n pilsje is vaak meer van marketing afhankelijk dan van de smaak, dat weet de doorgewinterde bierliefhebber natuurlijk best. Bij blindproeverijen zijn de verschillen tussen die pilsjes minimaal. Stella op Marktrock, Maes op Marktrock – maakt het nou echt zo veel uit? Wat is het profiel van beide bieren? Verderlezen…

Bier op stikstof

Als toegewijd secretaris van PINT Regio Noord-Holland tik ik van alles, mailtjes vooral, maar soms ook festivalboekjes. In die festivalboekjes stond altijd ’n wat bedaagde standaardtekst waarin bezoekers werd opgeroepen lid te worden. Die tekst heb ik herschreven, want tijden veranderen, maar één paragraafje liet ik onveranderd: dat met de oorspronkelijke doelstellingen van PINT. Die zijn ergens in een ver verleden zo geformuleerd en dat moest ik maar zo laten, vond ik. De doelstellingen waren ook zo gek nog niet.

Het wordt vaak gezegd: PINT heeft z’n doelstellingen verwezenlijkt, en afhankelijk van wie dat zegt, volgt daarop een felicitatie of de bittere vaststelling dat PINT zich maar op moet heffen. Toen ik ze overnam viel me echter op dat er van één doelstelling hoegenaamd niks terecht is gekomen:

  • Het streven naar toenemend gebruik van andere tapwijzen dan CO2-druk, indien bevorderlijk voor het behoud van het karakter van het betreffende bier.

Goed, er is ook niet veel van de universele tapmaat voor horeca terecht gekomen, en met die brouwerijcontracten blijft het nog steeds tobben, dat waren ook doelstellingen, maar dit punt sprong mij het meest in het oog, vooral ook omdat je er nooit nog wat over hoort. Andere tapwijzen dan CO2-druk, dat kan dus het tappen op zwaartekracht zijn, zoals in oude Engelse cafés, maar het kan ook het tappen op stikstof zijn en dat laatste lijkt me in schuimkraagland het meest realistische streven.

Verderlezen…

Taalgrenscontact

Over taalcontact valt veel te zeggen, daarom wil ik er ook over bloggen, zeker sinds mijn aankondiging van februari. Toen mijmerde ik al even over België, ons buurland dat wel een ideale kweektuin voor taalcontact lijkt, met z’n taalgrens en z’n taalstrijd. Want waar grenzen zijn, daar is strijd, maar natuurlijk ook beïnvloeding en die beïnvloeding is in België snel gevonden.

taalcontact

Nederlandstaligen zijn natuurlijk in de eerste plaats in de invloed van het Frans op het Nederlands geïnteresseerd. Die is in Vlaanderen op alle niveaus merkbaar en gaat zelfs dieper dan de argeloze Nederlander op ’t eerste gehoor zou vermoeden. Verderlezen…

Echt Nederlands bier

De bierrevolutie lijkt haast voltooid. Zelfs de supermarkten pakken nu uit met speciaalbier en de kranten blijven er over schrijven, weliswaar nog niet zo veel als over wijn, maar toch al meer dan ooit tevoren. Ook het internet doet nog mee, bier wordt zelfs zo populair dat de online discussies erover hetzelfde niveau krijgen als die op GeenStijl of hln.be – misschien wennen voor de oudere revolutionair, maar de discussie is nu tenminste breed en niet meer voorbehouden aan alleen die aardige buren van het bierdorp.

Als de bierrevolutie haast voltooid is, wat blijft er dan over om voor te vechten? Even dacht ik: niets, maar toen herinnerde ik me ineens mijn oude strijdpunt: Nederlands bier. We moeten Néderlands bier gaan drinken, eigen bier, niet de hele tijd die zoete Belgen. Hoe gaat het daar nu eigenlijk mee? Heeft de bierrevolutie het Nederlandse bier eindelijk tot norm verheven? Tot mijn schrik stelde ik vast dat dat eigenlijk niet zo was. Verderlezen…

Een taalreis naar Lytje Pole

Stervende talen vertederen me wel eens, maar stervende eilanddialecten gaan me aan het hart. Dat komt natuurlijk omdat ik geen taal zo lief heb als het Tessels, het opgewekte eilanddialect dat mijn oma me leerde; het komt vast ook omdat ik gewoon van eilanden houd, van het wad en hoe de maan daarop skinstert in de nacht, en omdat ik houd van de mensen die in dat wad voortleven, het kustvolk dat maar duurt en duurt, en dat een taal verdient.

Ik schrijf dit in een café op Schiermonnikoog. Boven de muziek in ’t Engels uit kakelt een tafel badgasten over het Belgisch van Verhulst en over zichzelf vooral. Aan de bar wordt een westelijk Nederlands gekout dat bij geen stad hoort, en ogenschijnlijk ook niet bij de eilanders die het spreken. Buiten is het duisterder dan waar ook in Nederland. Op dit eiland kruipt een oude taal de vergetelheid in, en ik ben hier om daar naar te kijken.

Eilaunders, zo heet die stervende taal. Verderlezen…

Sinds taalcontact

Talen beïnvloeden elkaar, dat is bekend, en taalcontact is van alle tijden. Tegelijk is het geen onderwerp waar gemakkelijk over te spreken valt, want je taal door ’n andere taal laten beïnvloeden, dat is toch eigenlijk niet stoer. Voor veel mensen voelt verfransing of verengelsing als gezichtsverlies, het heet verloedering en zo. Zelfs taalwetenschappers draaien wel ‘ns om de pot…
Terwijl er ook best veel moois over taalcontact te vertellen valt. Op m’n blog wil ik dat in de nabije toekomst ook vaker gaan doen.

Vandaag trap ik af met ’n groter gezichtsverlies, namelijk dat voor Nederland ’n tikje pijnlijke akkoord dat in Minsk gesloten is, en waarin Oost-Oekraïense oorlogsmisdadigers amnestie beloofd wordt. Niet ongewoon voor ’n dergelijk akkoord, maar voor de vervolging van de vermoedelijke daders van de aanslag op de MH17 natuurlijk een wel erg vroegtijdig einde. En Nederland heeft er weer ‘ns geen enkele invloed op uit kunnen oefenen.

Allerlei politici reageerden, maar de reactie van CDA’er Omtzigt, geciteerd door de NOS, vond ik voor nu even het interessantst:

“Wij willen met spoed weten wat dit betekent voor het onderzoek, sinds Oekraïne partij is bij zowel het Minsk-akkoord als onderdeel is van het JIT, dat onderzoek doet naar de aanslag op de MH17.” Verderlezen…

Vijf plus 98

Het telwoord van de week is natuurlijk vijf plus 98. Dat zou volgens Tarik Z., de man die gister binnendrong in de studio van de NOS, het aantal hackers zijn dat hij vertegenwoordigde. Voorlopig lijkt er niet veel van waar te zijn, ook ik kan er niet meer over zeggen, maar dat getal, vijf plus 98, fascineert me.

Vijf plus 98, dat is natuurlijk 103. De formulering van Tarik Z. is hoogst merkwaardig, al zullen de meeste mensen zich vooral aan andere merkwaardigheden gestoord hebben (terecht natuurlijk, maar ik ben nu eenmaal een taalliefhebber). Waarom schreef hij niet gewoon 103? Mogelijk bedoelde hij dat er 98 hackers waren, en vijf gewapende mannen in het gebouw, zoals hij verderop in zijn dreigbrief suggereert, maar “vijf plus 98” kan natuurlijk ook een stilistische keuze zijn.

Four and twenty blackbirds

Er bestaat een klassiek Engels kinderversje, Sing a Song of Sixpence, waarin gerept wordt van four and twenty blackbirds. Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.