Archief 2017

1
Bierrecensie: Luvanium Cuyt
2
Bier proeven: twee keer dubbel
3
Boeken proeven: The Guardian over Nederlandse literatuur
4
De uitvinder van het pīnyīn
5
De diepe meren van Metz
6
Bier proeven: Grand Brewing Satellite IPA
7
Tarieven 2017
8
Bier in Alkmaar: het jaar 2017
9
Boeken proeven: Das Parfum en de zee

Bierrecensie: Luvanium Cuyt

Vergeten stijlen zijn tegenwoordig haast minder vergeten dan de moderne. Om die moderne niet te vergeten dronk ik verleden week dubbel. Vandaag bracht de trein me naar Leuven, mijn oude liefde, de stad van mijn studententijd. Ik zal er vast nog wel wat dubbels en tripels gaan tegenkomen, maar het eerste wat ik dronk was een vergeten bier, dat een paar jaar geleden in Nederland in ere werd hersteld: kuit. Jawel, ik vond kuitbier in België! Hier gebrouwen, ook hier aan de vergetelheid ontrukt.

Kuitbier

Kuitbier is bier met veel graan: naast gerst hoort er tarwe en haver in. Dat was vroeger geen bijzonderheid in deze streken, Nederlands bier, en ook Belgisch bier, want we waren toen nog een continuüm – enfin, óns bier, dat was bier gebrouwen van allerhande granen, gemout en ongemout, gebrand of niet, soms met kruiden en soms met hop. Kuitbier hoort bij de hoppige bieren, blond, fris, troebel.

Ook in Leuven wordt de biergeschiedenis meer en meer recht gedaan, al domineert InBev er meedogenloos de skyline. Leuven is een stad met een traditie van tarwebier, dus het kuitbier heeft hier minstens zoveel recht als in Holland. Hoe smaakt Leuvens kuitbier?

Luvanium Cuyt geproefd

Luvanium CuytLeuvens kuit, dat is Luvanium Cuyt. Een bier dat heerlijk troebel oogt: geel in heldere en duistere tinten, graanachtig geel, ondoorzichtig blond. De geur is ook graanachtig, maar ook droog, een Belgisch gist heeft hier zijn werk gedaan. Een zuchtje zwarte bessen. Toch vooral: graan en hop, de smaken die ik verwacht in een kuitbier.

De smaak van Luvanium Cuyt maakt korte metten met eventuele valse verwachtingen: ja, dit is een kuit, niet één of andere gistrijke tripel. Vol is de mond, vol van smaken die herinneren aan vers brood, de damp in een brouwerij, en gek genoeg ook aan het witbier dat hier in de streek nog gebrouwen word. Tarwe, natuurlijk, en ook haver, die alles verzacht en verbindt. Een prettige bitterheid houdt stand, limoenachtig, maar de balans slaat nooit over naar alleen maar bitter, het moutprofiel is immers rijk genoeg.

Dit is een goede binnenkomer. Een bier dat herinnert aan de eerste schreden van de Nederlandse bierrevolutie. Maar Luvanium Kuyt is zeker Belgisch, en zeker Leuvens: dat bedoel ik hier als tegenstelling. Belgisch, omdat het niet los staat van de moderne Belgische cultuur, maar ook Leuvens, omdat het teruggrijpt op bieren die ooit verdwenen ten faveure van die moderne Belgische biercultuur. Hulde voor deze wedergeboorte.

Luvanium Kuyt kort

  • Luvanium Cuyt, 6,5%
  • Geproefd 25 januari 2016
  • bij: De Metafoor
  • Leuven

Bier proeven: twee keer dubbel

Verleden week was ik nog ‘ns bij de Bierkoning in Amsterdam, waar ik alcoholvrij bier aanschafte, waarover later meer. De majesteit zelve, Jan, nam de audiëntie af en vertelde over een merkwaardige avond onlangs, gewijd aan een vergeten bierstijl: dubbels had hij geproefd. Dubbels, bieren die hij anders zelden proeft. Het was geen onverdeeld genoegen geweest, maar in ieder geval interessant. Dat verdiende navolging.

dubbelNu, echt vergeten zijn dubbels natuurlijk niet, maar het zijn inderdaad niet de bieren waar de bierkoningen en -koninginnen van Nederland elkaar over appen, niet de publiekstrekkers op festivals, niet de bieren waar ikzelf over schrijf op dit blog over schrijf… Ik vond het streven dan ook sympathiek: nog ‘ns dubbels proeven, ze nog ‘ns ’n kans geven. Dubbels lijken op herfstbocken, maar zijn vaak wat gistiger en zo ook fruitiger. Zoet, daarom niet hip. Toch het proeven waard.

Twee Belgische dubbels

Dit weekend proefde ik twee dubbels, gewoon van de tap, want als je weet waar je wezen moet kan dat gewoon. Ik was bij proeflokaal De Kleine Deugniet in Alkmaar. Twee Belgische dubbels, want België is dubbelland, nog steeds.

De eerste dubbel die ik me liet intappen was de Tungri Dubbel van 7,5%. De naam is een verwijzing naar Tongeren en daar komt deze dubbel dan ook vandaan. De Tungri Dubbel is een dubbel die leunt op de karameltonen, een gebrande moutsmaak dus. Het bier bracht daardoor ook zeker die herfstbocken in herinnering. Toch ook wat rood fruit, dat zal het gist zijn geweest. Ik vond de balans zelf aangenaam, er was een subtiele kruidigheid (allspice, kaneel, nagel) die beide zoetigheden, die van karamel en die van fruitig gist, met elkaar verbond. Een smakelijk bier.

De tweede dubbel die ik dronk was Slurfke van brouwerij Van Honsebrouck (8,5%). Dit bier onderscheidde zich heel duidelijk van de Tungri en logenstrafte het vooroordeel, dat al die dubbels hetzelfde smaken. Gist was hier dominant, veel fruitiger was deze dubbel, zoet fruitig, prikkelend als een bananenmilkshake. Die banaanassociatie (vrij typisch voor Belgisch gist) deed me ook wel wat verlangen naar specerijen, het gistaroma had wel wat meer van kruidnagel mogen hebben, zoals in een goede weizen. De gebrande mouten sneeuwden wat onder, in plaats van koffie, karamel of cacao noteerde ik kokos op m’n viltje, wat ook wel weer verraste. Toch: zoeter dan mijn smaak was, en dat klopte met wat ik vooraf van allebéi deze bieren verwachtte.

Twee dubbels: een ontdekking

Twee dubbels, twee gistprofielen – twee keer een andere balans. Dat vooral maakte deze korte proeverij zo aardig. Er is nog genoeg te ontdekken in de oude, onhippe wereld van dubbels, en er valt ook best wat te genieten, als je ervoor in de stemming bent. Natuurlijk, of je nu fruit proeft of karamel, het is allebei zoet, maar wel ánders zoet. Karamel en kruidigheid kan ik echt best waarderen. Zo bezien is het maar goed dat ik in februari nog een reis door België zal maken – en er meer dubbels zal herontdekken.

Boeken proeven: The Guardian over Nederlandse literatuur

De Engelse krant The Guardian, die net als onze kranten ooit ’n meneer was maar sinds ’t internet niet meer, heeft Nederlandse literatuur gelezen. Jawel! Men kijkt over de plas! Nu, die literatuur las men wel in vertaling, uiteraard, ’t kan te mal, maar het is ’n begin. Het gaat om de bloemlezing The Penguin Book of Dutch Short Stories, van onze eigen Joost Zwagerman, wiens droevig verscheiden uiteraard ook vermeld wordt in het artikel.

Opvallender: The Guardian verbindt, bij monde van Jonathan Gibbs, aan die lezing grootse conclusies over Nederlanders en Engelsen:

In the end, though, what’s so rewarding is how it presents us the Dutch and British characters as essentially similar. So too are the two languages, linguistically speaking, when you factor out the very prickly matter of pronunciation. Like us, this is a nation governed by rationality, with a vision of classlessness at its heart. Like us, they see themselves as a sensible compromise between Latin fervour and German dourness.

The Guardian

Met enige goede, of slechte, wil kun je hier de tijdsgeest in zien. Men doet nog ‘ns ’n poging om over de eigen grenzen heen te kijken, maar gebruikt die gelegenheid dan weer om iets over de eigen Britse identiteit te zeggen, iets wat nog vrij platvloers is ook, een aaneenschakeling van clichés over onze taal, over Duitsers en Zuid-Europeanen… Met dan het compliment dat de Nederlanders toch wat op die superieure Britten lijken.

Onze literatuur verdient betere lezers.

De uitvinder van het pīnyīn

Al vele jaren ontvang ik, met een onderbreking weliswaar, Taalpost. Die onderbreking was het gevolg van ’n technisch probleem waarvan de precieze aard noch mij, noch de mensen van Taalpost duidelijk is geworden, ook niet na veel gemail over en weer – wat Taalpost eigenlijk alleen maar sympathieker maakt. Vandaag stond er in Taalpost iets over het Pīnyīn, meer bepaald: het bericht dat de uitvinder van het Pīnyīn overleden was werd door Taalpost gedeeld, en zo bereikte het mij.

ChineesPīnyīn, dat is een soort spelling, zoals er ook een groene en een witte spelling is, maar dan ambitieuzer: het Pīnyīn is een alternatieve spelling voor het Chinees. Het Chinees, dat weten we allemaal wel, wordt vanouds op een nogal eigenaardige, om niet te zeggen omslachtige manier gespeld, met duizenden verschillende karakters die elk een andere betekenis uitdrukken. Pīnyīn is een spelling volgens ons principe, met lettertypes die een klank uitdrukken. Sinds 1979 is het officieel in gebruik in China, maar de schepping ervan is ouder en de schepper was dus de man die deze week overleed: Zhou Youguang.

Zhou Youguang of Zhōu Yǒuguāng?

Zhou Youguang, dat is tenminste de naam die het door Taalpost aangehaalde artikel geeft, een artikel van de BBC. Dat is een medium waar de Britten voor betalen en ik niet, voor mij en voor de mensen van Taalpost is het een gratis medium – we mogen er dus niet te veel van verwachten. De BBC is bij het grote publiek vooral bekend om de kneuterige tuinierprogramma’s en dito comedyseries die de omroep produceert, aangevuld met wat chauvinistische muziekprogramma’s en registraties van hoe oude heren oude mopjes tappen, ik weet ’t, ik moet die niet voor hoger houden. Maar toch vind ik ’t ’n beetje grievend dat de BBC Zhou Youguang schrijft. Verderlezen…

De diepe meren van Metz

Les Lacs du Connemara galmde over het plein dat naar Sint-Jacob was vernoemd. De stem was die van het meisje dat het lied eerder die middag al had ingezet in een café, dat ook al naar Sint-Jacob was genoemd. Heel Frans zag ze eruit, met donker haar, een scherp gezicht en een lange modieuze jas aan. Ongelooflijk dronken was ze ook, een whisky zou niemand haar nog gegeven hebben, en in het café waren haar zangkunsten niet enthousiast onthaald. Wilde ze hier vandaan?

Hier was Metz, daar was ik deze middag. Ik was er niet voor haar en ook niet voor café Saint-Jacques, waarover verder best aardige dingen te vertellen zijn, zoals dat ze er normaal gesproken een stout tappen maar net niet vandaag, en dat er een hele cd van de Spice Girls gedraaid werd voor het meisje met Les Lacs du Connemara begon. Ik was in Metz omdat ik Metz nog niet eerder had gezien, terwijl ik goede dingen had gelezen over de kathedraal en het Teutoonse station. Verderlezen…

Bier proeven: Grand Brewing Satellite IPA

In 2014 – ik dacht dat het minder lang geleden was – schreef ik over bier in Luxemburg en wat ik toen schreef was niet geweldig positief. Luxemburg werd gedomineerd door pils, voor speciaalbier moest je er niet zijn. Nu ben ik er weer, het is begin 2017, en de bierrevolutie lijkt inmiddels ook Luxemburg bereikt te hebben. Er is plotseling een hippe brouwerij en hun bieren hebben nog een goede verkrijgbaarheid ook.

bier LuxemburgNu, die brouwerij blijkt opgericht door een Nieuw-Zeelander, wat eigenlijk ook wel weer ontzettend Luxemburgs is, want dit is een wereldstad vol expats, op microniveau. De brouwer zelf is ook plezierig micro, de introductie op de website van Grand Brewing past bij dat beeld. Zo heet de brouwerij dus, Grand Brewing, al staat er ook nog Capital Brewing (de oude naam?) op etiketten, maar goed, wat namen en talen betreft is Luxemburg altijd wat eclectisch.

Ik dronk gisteravond de Satellite IPA, de eerste IPA van Luxemburg, en geen beroerde. De fruitigheid was rijk en slingerde van rood naar tropisch fruit, zonder al te bitter te worden, wat je ook niet moet verwachten van de eerste IPA van dit land. Zeker lekker, zeker veelbelovend. De nasmaak ebde wel gauw weg, en ach, als het niet Luxemburgs was geweest had ik aan het bier geen blog gewijd – maar dat is onnodige negativiteit en misschien zelfs wel verwend gedrag.

Is Luxemburg nu dan een bierbestemming? Nee, niet echt. Maar het is mooi om nog eens te zien hoe het ook voor ons ooit was: een ontluikende bierrevolutie. Aardig: Jopen blijkt ook hier een wegbereider, mijn Grand Brewing Satellite IPA stond stevig op ’n bierviltje uit Haarlem.

Bier in Alkmaar: het jaar 2017

Aan het einde van 2015 schreef ik over bier in Alkmaar en in de zomer van 2016 hield ik actief taplijsten bij. Nu is het 2017 en blik ik graag vooruit, verder de toekomst in, want bierstad Alkmaar is volop in ontwikkeling en die ontwikkeling blijft fascinerend, zeker voor ’n bierblogger als ik.

Alkmaars bier

bier in alkmaarEen eigen brouwerij ontbeert Alkmaar, schreef ik eind 2015. Toen al wist ik dat er ideeën waren voor 2016, en die ideeën hebben ook daadwerkelijk vorm gekregen. Brouwerij Zeglis is er en schonk de kaasstad toch al 10.000 liter bier, van rokerige stout tot frisse IPA, met bijzondere hoppen en andere verrassingen – als huurbrouwer, dat wel, maar het voornemen om een eigen brouwinstallatie neer te zetten in Alkmaar was er wel vanaf het begin.

Alkmaar kreeg er in de loop van 2016 zelfs een tweede huurbrouwer bij, Brouwerij 1573, en het naburige Heiloo zette zich verder op de kaart met de indrukwekkende bieren van brouwerij Moersleutel. Ook brouwerij Dampegheest wist zich verder te profileren als brouwer voor Groot-Alkmaar. En meer… In 2017 zal het aantal Alkmaarse bieren verder toenemen. Verderlezen…

Boeken proeven: Das Parfum en de zee

Das Parfum, voluit Das Parfum. Die Geschichte eines Mörders, is zo’n boek dat, ook voor wie zich niet in het bijzonder met de Duitse letteren bezig houdt, wat ik toch probeer te doen, als een klassieker geldt. Het is zelfs zo dat als je iets over Duitse literatuur laat vallen, in een gesprek in de kroeg of tijdens een treinreis met een onbekende tegenover je, dit boek vaak genoemd wordt: “Ja, Duits! Das Parfum!” Dat, en de Schachnovelle, omdat die zo kort is.

Zelf las ik Das Parfum heel lang niet. Het zou aardig zijn daar snobisme in te zien, maar onterecht, er was niet echt een bedoeling bij, het was niet dat ik dat boek negeerde. Ik had Das Parfum ook gewoon in de kast staan. Verleden najaar las ik ’t en toen wilde ik er over schrijven, maar eigenlijk is het meeste wel over Das Parfum gezegd. Dat het een goed boek is, dat het je meesleept, dat je er werkelijk beter van gaat ruiken en dat al die geuren poëzie zijn. Nee, laat ik het dan liever kort houden. Er is iets met de zee: Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.