Categorie Taal

1
Tesselse Taalpraatjes – ollegaar komme!
2
De kindertaal van Siem: grammatica
3
Tessels & de zee
4
Beurd en deen & de Lange Juni
5
De kindertaal van Siem: Roel
6
Heel de toekomst van het Hylpers
7
Noord-Hollandse dialectenmiddag
8
’n Tessels gedicht
9
Grenzen aan Nedersaksisch
10
Tessels Taalboekje

De kindertaal van Siem: grammatica

Siem oefent op klanken en op woorden. Inmiddels oefent hij ook op de grammatica. Die is nog primitief, want Siem zet toch vooral woorden achter elkaar, echte zinnen maakt hij nog niet. Woorden hebben duidelijke, vaak ruime betekenissen, hij associeert ze met een bepaalde handeling, een ervaring, met een ding – het zijn geen grammaticale woordjes. Een uitzondering is „doen”.

Het hulpwerkwoord „doen”

Werkwoorden zijn Siem een te abstract concept, daar doet hij nog niet aan. Hij zegt wel „eten”, „drinken”, „komen”, „geven”, maar dat zijn dus steeds concrete zaken in zijn hoofd. Hij vervoegt z′n werkwoorden niet. Om toch zinnetjes te kunnen maken met een gezegde, heeft hij een hulpwerkwoord nodig. Dat woord is „doen”. Zo brengt hij grammatica in z′n zinnetjes:

„Niet doen! Dino doen!”
– Ik wil niet gaan eten, ik wil een filmpje met dinosaurussen kijken.

„Ik doen ei eten.”
– Ik ben een ei aan het eten.

Verderlezen…

Tessels & de zee

Θάλαττα! θάλαττα! Dat is: “de zee! de zee!”, in een oude taal die niet aan onze zee gesproken werd. In het Tessels zou het wezen: de zéé! de zéé!” en zó zal het vroeger ook elders wel geklonken hebben, langs de kusten die nu van ons zijn, maar vroeger van onze voorvaderen die de oude taal spraken, die Texel nog zo mooi bewaart. Het Tessels hóórt ook bij de zee. Dat zou vanzelf moeten spreken.

Over de zee en het Tessels spreek ik komende zondag, 16 juni, in het Schipbreuk- en Juttersmuseum Flora op Texel. Mijn verhaal daar past in de feestelijkheden van die dag, want Flora viert de zee met de “Dag van het strand en de zee”. Om 14:00 begint mijn praatje. Uiteraard doe ik dat op sien Tessels – in die taal neem ik de luisteraars mee op een historische reis, aan boord van het dialect!

Deze vrolijke lezing is ook te zien als een voorproefje op de Tesselse Taalpraatjes “Beurd en deen”, die ik in de laatste week van juni én de eerste van juli zal houden op Waddenpark Avanti in Polder ’t Noorden. Wie daar meer over wil weten mag me natuurlijk de hemd van het lijf vragen…

Wie er bij wil zijn, kan gewoon oppe domme rooi naar het museum komen. Het praatje is, net als de overige activiteiten, gratis voor iedereen die het museum bezoekt. Tot zondag, zeedag!

* Praatje “Tessels over zéé”

* Zondag 16 juni

* 14:00

* Scheepvaart- en Juttersmuseum Flora, Pontweg 141a, De Koog

Beurd en deen & de Lange Juni

Het mag mei wezen, toch begint morgen de Lange Juni, de Texelse cultuurmaand. De Lange Juni duurt ook tot in juli, trouwens. Dan is meteen helder waarom het lange juni heet. Texel heeft ook veel meer cultuur dan één maand aankan, natuurlijk. Dat spreekt. Er is beeldende kunst, er is theater, er is muziek… En er is de eilander taal, het Tessels. Die cultuurhistorie hoort er wat mij betreft ook bij. En dus schreef ik Beurd en deen en ben ik van 25 juni tot en met 7 juli druk bezig met het vervolg op de Tesselse Taalpraatjes.

Beurd en deen

Beurd en deen is mijn tweede boek, na het Tessels Taalboekje uit 2018. Dit boek gaat over de geschiedenis van Texel. Het is niet meer in eigen beheer, maar samen met TexelNU uitgegeven, het past in de onder liefhebbers wel bekende “Verhalen”-reeks van TexelNU. Maar het is wel helemaal anders. Hillegaar aars, moet ik zeggen: Beurd en deen is van begin tot eind geschreven in het Tessels. “Gebeurd en gedaan”, betekent het. De eilandgeschiedenis en het dialect worden in dit boekje met elkaar verweven en dat is maar terecht ook, want ik laat in Beurd en deen zien hoe taal en verleden op Texel zichtbaar en hoorbaar in elkaars verlengde liggen.

Beurd en deen is een boek over Texel en over geschiedenis, maar net als het Tessels Taalboekje is het ook een boek over taal. Er zijn aparte hoofdstukjes over het Tessels, die per periode uitlichten wat de weerslag van het verleden op de eilandtaal is geweest. Zo komen er ook weer allerlei onverwachte verbanden aan bod: Tessels en Fries, Tessels en Amsterdams – ok, die kenden we al wel uit het Taalboekje. Maar ook: Tessels & Goerees, in navolging van mijn eerdere artikel over de taal van Eierland. In gewonemensentaal, heel letterlijk dus (want: in het dialect), wordt zo taalgeschiedenis geschreven. Ik raad dit boekje uiteraard iedereen aan. Texelaars, maar ook Overkanters, want uiteindelijk is dit een geschiedenis van ons allemaal. Verderlezen…

De kindertaal van Siem: Roel

Siem is grote broer. Zijn kleine broer heet Roel. Roel is op 8 mei geboren en op die dag is Siem meteen naar het ziekenhuis gekomen om hem te zien. Roel vond ′ie toen al leuk, maar de situatie zinde hem allerminst: „Huis. Gaan huis,” zei hij. We moesten thuis zijn. Inmiddels zijn we dat en is het feest. Niet in de laatste plaats voor Siem.

geboortebierBroer worden, dat moet toch iets doen met ′n mens. Zelf ben ik ook broer, dat werd ik toen ik 2,5 was, iets ouder al dan Siem. Ik weet niet hoe ik dat toen gevonden heb, maar ik moet het beleefd hebben, want toen Siem geboren werd, bleek er diep in m′n brein nog ′n aardig stapeltje herinneringen aan een ándere baby bewaard, herinneringen die ik daarvoor nooit had teruggehaald. Die andere baby was mijn zusje. De natuur zorgt er wel voor dat die band innig is en de herinneringen voelden ook zo.

Siem is dol op z′n broertje. Dat heeft invloed op zijn taal. We hebben die arme jongen ook wel wat aangedaan door z′n broer Roel te noemen. De r en de l zijn moeilijke klanken, hij kan ze nog niet – maar nu, ineens, wil hij niet liever dan ze góed kunnen. En dus oefent Siem, haast de hele dag. „Roelie, Roelie, Roelie,” horen we, op de wijze van „hoera, hoera” – uit het verjaardagslied. Het lukt soms zowaar aardig: „Roerie!” Of: „Loelie!”

Siems pogingen om zijn eigen naam uit te leren spreken zijn opgeschort. Hij noemt zich nog wel even „Tiem”. Broer Tiem.

Heel de toekomst van het Hylpers

HylpersGisteren reisde ik naar Friesland. Het was er het weer voor; Friesland is misschien wel op z’n mooist met het eendenkuikentjesweer van gisteren en vandaag. Het riet langs de plassen is nu nog geel van de winter, maar de velden zijn donkergroen en de vogels jagen er overheen: kieviten, grutto’s, af en toe een kiekendief. Met het dieseltreintje voer ik voorbij de kleine scheepjes die de dorpen er wel kijken. Mijn bestemming was Hindeloopen, waar niet alleen de lente, maar ook de Hindelooper taal gevierd werd. Dit Hylpers kreeg gisteren z’n langverwachte woordenboek, waarmee het ineens één van de best beschreven Friese dialecten werd. En dat had het Hylpers verdiend, dat zou nog blijken.

Hylpers in ’n groter verband

Ik stapte overigens niet in Hindeloopen uit, maar in Molkwerum. Het was immers fantastisch weer en als tekstschrijver zit ik wel genóeg binnen, ik wilde over dijk wandelen, van Molkwerum op Hindeloopen aan. Het Hindelooper kerkje hield ik als een vuurtoren voor ogen. Op de heenreis had ik Workum en Makkum ook al zien liggen, in de trein waren er scholieren geweest die, afgaande op hun accent in het Fries, wel naar Warns of iets daaromtrent op weg waren: heel de omgeving van Hindeloopen was even om mij. En daarmee de bijzondere geschiedenis van het Hylpers. Verderlezen…

Noord-Hollandse dialectenmiddag

Gisteren werd er op het Noord-Hollandse vasteland net wat minder dialect gesproken dan anders, en op Texel net wat meer: dialectsprekers uit heel de provincie waren naar Den Burg afgereisd om er de Noord-Hollandse dialectenmiddag bij te wonen. Véél dialect was er, veel verschillend dialect vooral, letterlijk van Tessels tot Huizers, de twee uiterste hoeken van de provincie. Merkers en Volendams, Westfries en Derpers, Wierings en Henkuzers, Huizers en Blaricums: we hoorden ze naast elkaar en konden zelf beluisteren hoe die dialecten verschilden en ook weer op elkaar leken.

Tessels in verband

De Historische Vereniging van Texel had mij gevraagd de middag te openen met een korte lezing over de overeenkomsten tussen al die dialecten. Dat is waar men mij op Texel inmiddels wel om kent: dat ik het Tessels, dat natuurlijk ook uniek en bijzonder is, graag in een breder verband plaats. Op dit blog heb ik dat ook al gedaan (bv. Plat-Amsterdams in de ring van de geschiedenis) en in de studie waar ik aan schrijf doe ik dat tot in de diepste details nog ‘ns over.

Verderlezen…

’n Tessels gedicht

Over het Tessels schrijf ik van alles, maar meestal schrijf ik dat dan wel in het Nederlands. Een enkele keer maak ik eigen Tesselse teksten, bijvoorbeeld toen ik m’n “Tesselse Taalpraatjes” (juni 2018) aankondigde. Ook heb ik wel eens wat vertaald. Een leuke vertaalopdracht was die, waarbij ik het gedicht Denkend aan Texel in het Tessels om mocht zetten. Het resultaat zou worden voorgedragen in een filmpje van TexelInformatie, dat Texel geregeld adembenemend in beeld brengt.

Het filmpje ziet er zo uit:

(TexelInformatie.nl)

De tekst, zoals ik die vertaalde, geef ik hieronder mee. Zijn er verschillen tussen het geschrevene en gesprokene? Zeker! Ik wilde ook graag dat de dialectspreker er een eigen draai aan kon geven. Hoe dichter de dialectspreker bij zichzelf blijft, hoe beter het Tessels. Om die reden leverde ik het gedicht ook in twee spellingen op: eenmaal in de gebruikelijke dialectspelling, met z’n accentjes, en één keer in een meer intuïtieve spelling. Dat moest het inlezen ervan makkelijker maken. Ik ben blij dat de spreker het er zo goed van heeft afgebracht, want het is echt een kunst om tijdens het voorlezen het schriftbeeld los te laten. Verderlezen…

Grenzen aan Nedersaksisch

NedersaksischVoor de dialectliefhebber is oktober al een prima maand, want dialect kwam twee keer vrij uitgebreid in het nieuws. Eerst ging het over verheugend nieuw onderzoek in Friesland, daar zal eindelijk scherper worden gekeken naar het Kollumers. Daartoe riep ik al eens op, in mijn publicatie over het Stadsfries van Harlingen, en anderen riepen er ook toe op, dat is niet voor niets geweest. Verder was er het vrolijke bericht dat de Nedersaksische dialecten meer erkenning krijgen.

Die twee berichten hebben nog wel iets met elkaar te maken. Behalve het Stadsfries van Kollum zal ook het dialect aan de Fries-Groningse grens verder worden onderzocht. Dat dialect wordt nu nog als een vorm van Gronings gezien en dat maakt het Nedersaksisch, maar de onderzoekers sluiten niet uit dat hun conclusies anders zullen luiden. Ook dit dialect zou wel eens een soort Stadsfries kunnen zijn. Dat maakt de triomf voor het Nedersaksisch in dit deel van Friesland wel wat ironisch. Verderlezen…

Tessels Taalboekje

De droge zomer van 2018 was voor mij toch vooral de zomer van het Tessels. In juni hield ik mijn dialectlezingen en in juli was ik bij Oosterend Present. Nu loopt de zomer op z’n einde en kijk ik naar wat rest: een klein stapeltje boekjes, want het Tessels Taalboekje vond gretig aftrek.

Tessels-taalboekjeHet Tessels Taalboekje was bedoeld als een bescheiden boekje en dat is het ook geworden, maar wie van taal en dialect houdt kan er toch heel wat uit halen, dat heb ik wel gemerkt. De korte stukjes over de eilandtaal zetten niet alleen sprekers van het Tessels aan het denken, maar ook andere geïnteresseerden. Ik breng het dus graag nog eens onder de aandacht bij wie het Tessels Taalboekje nog niet heeft.

Bestellen kan bij mij. Het boekje kost € 7,50, daar komen dan nog de verzendkosten bij, dan wordt het samen € 11,50. Het is ook mogelijk het boekje op te halen, op Texel zelf of bij mij thuis in Alkmaar. Wie interesse heeft, maile mij, dan zorg ik dat in orde komt. Sinds 2020 ook als e-book verkrijgbaar (€ 5,50).

* Tessels Taalboekje
* Vier hoofdstukken over Tesselse klanken, Tesselse taalregels, Tesselse woorden en het Tessels in een groter verband.
* Tessels Taalboekje bestellen in mijn eigen boekwinkel

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.