De kindertaal van Siem: Roel
Siem is grote broer. Zijn kleine broer heet Roel. Roel is op 8 mei geboren en op die dag is Siem meteen naar het ziekenhuis gekomen om hem te zien. Roel vond ′ie toen al leuk, maar de situatie zinde hem allerminst: „Huis. Gaan huis,” zei hij. We moesten thuis zijn. Inmiddels zijn we dat en is het feest. Niet in de laatste plaats voor Siem.
Broer worden, dat moet toch iets doen met ′n mens. Zelf ben ik ook broer, dat werd ik toen ik 2,5 was, iets ouder al dan Siem. Ik weet niet hoe ik dat toen gevonden heb, maar ik moet het beleefd hebben, want toen Siem geboren werd, bleek er diep in m′n brein nog ′n aardig stapeltje herinneringen aan een ándere baby bewaard, herinneringen die ik daarvoor nooit had teruggehaald. Die andere baby was mijn zusje. De natuur zorgt er wel voor dat die band innig is en de herinneringen voelden ook zo.
Siem is dol op z′n broertje. Dat heeft invloed op zijn taal. We hebben die arme jongen ook wel wat aangedaan door z′n broer Roel te noemen. De r en de l zijn moeilijke klanken, hij kan ze nog niet – maar nu, ineens, wil hij niet liever dan ze góed kunnen. En dus oefent Siem, haast de hele dag. „Roelie, Roelie, Roelie,” horen we, op de wijze van „hoera, hoera” – uit het verjaardagslied. Het lukt soms zowaar aardig: „Roerie!” Of: „Loelie!”
Siems pogingen om zijn eigen naam uit te leren spreken zijn opgeschort. Hij noemt zich nog wel even „Tiem”. Broer Tiem.

Gisteren reisde ik naar Friesland. Het was er het weer voor; Friesland is misschien wel op z’n mooist met het eendenkuikentjesweer van gisteren en vandaag. Het riet langs de plassen is nu nog geel van de winter, maar de velden zijn donkergroen en de vogels jagen er overheen: kieviten, grutto’s, af en toe een kiekendief. Met het dieseltreintje voer ik voorbij de kleine scheepjes die de dorpen er wel kijken. Mijn bestemming was Hindeloopen, waar niet alleen de lente, maar ook de Hindelooper taal gevierd werd. Dit Hylpers kreeg gisteren z’n langverwachte woordenboek, waarmee het ineens één van de best beschreven Friese dialecten werd. En dat had het Hylpers verdiend, dat zou nog blijken.
Gisteren werd er op het Noord-Hollandse vasteland net wat minder dialect gesproken dan anders, en op Texel net wat meer: dialectsprekers uit heel de provincie waren naar Den Burg afgereisd om er de Noord-Hollandse dialectenmiddag bij te wonen. Véél dialect was er, veel verschillend dialect vooral, letterlijk van Tessels tot Huizers, de twee uiterste hoeken van de provincie. Merkers en Volendams, Westfries en Derpers, Wierings en Henkuzers, Huizers en Blaricums: we hoorden ze naast elkaar en konden zelf beluisteren hoe die dialecten verschilden en ook weer op elkaar leken.
De Grote Kerk, dat is natuurlijk in iedere stad een andere en altijd zullen stedelingen hún Grote Kerk wel de bijzonderste vinden… Het grote boek over de Grote Kerk dat ik nu in handen houd, gaat over de Grote Kerk van Alkmaar. En inderdaad, bladerend door dit machtige boek kan ik moeilijk tot een andere conclusie komen dat ónze Grote Kerk toch wel de bijzonderste is. Of toch op z’n minst één van de gaafste, stoerste en boeiendste kerken van onze streken.
De Bosatlas spreekt tot de verbeelding, niet alleen tot die van mij. Ik ben de enige niet die zelf fantaseerde over de indeling van die Markerwaard, die zo lang nog aangekondigd stond, en ik ben vrees ik ook de enige niet die in z’n eerste atlas zelf spoorlijnen trok (en niet eens met potlood…). Gefascineerd was ik in elk geval wel! De laatste jaren brengt de uitgever van de Bosatlas ook nieuwe thematische atlassen uit, die voor de liefhebbers van lokale geschiedenis en cartografie minstens zo prikkelend zijn. Morgen (18 oktober) verschijnt de Bosatlas van de Wadden.
Maar deze atlas laat natuurlijk veel meer zien dan m’n beminde Texel. Lezers van Ameland of Terschelling zullen er wel net zo in beginnen als ik: eerst hun eigen stukje Wad verkennen, maar dan dóór. Want de hele Waddenzee wordt in dit boek in beeld gebracht, ook het voor veel Nederlanders nog onbekende Duitse en Deense deel, ook de vaste wal. De haven van Den Helder, bijvoorbeeld, of de verschillen in bevolkingsdichtheid op de Duitse eilanden. De Bosatlas van de Wadden verkent zo perspectieven die we nog niet vaak zagen.
Ontzettend leuk stuk Marcel; krijg eigenlijk spijt dat ik niet kon komen !