Tag Texel

1
Tessels & de zee
2
Beurd en deen & de Lange Juni
3
Noord-Hollandse dialectenmiddag
4
’n Tessels gedicht
5
Herfstig Den Burg
6
De Bosatlas van de Wadden
7
Een Texelaar uit Buijsmonde
8
Oosterend Present op sien Tessels
9
Tekstschrijver: commerciële teksten in dialect?
10
Zelf op zoek naar een taal om in te zingen

Tessels & de zee

Θάλαττα! θάλαττα! Dat is: “de zee! de zee!”, in een oude taal die niet aan onze zee gesproken werd. In het Tessels zou het wezen: de zéé! de zéé!” en zó zal het vroeger ook elders wel geklonken hebben, langs de kusten die nu van ons zijn, maar vroeger van onze voorvaderen die de oude taal spraken, die Texel nog zo mooi bewaart. Het Tessels hóórt ook bij de zee. Dat zou vanzelf moeten spreken.

Over de zee en het Tessels spreek ik komende zondag, 16 juni, in het Schipbreuk- en Juttersmuseum Flora op Texel. Mijn verhaal daar past in de feestelijkheden van die dag, want Flora viert de zee met de “Dag van het strand en de zee”. Om 14:00 begint mijn praatje. Uiteraard doe ik dat op sien Tessels – in die taal neem ik de luisteraars mee op een historische reis, aan boord van het dialect!

Deze vrolijke lezing is ook te zien als een voorproefje op de Tesselse Taalpraatjes “Beurd en deen”, die ik in de laatste week van juni én de eerste van juli zal houden op Waddenpark Avanti in Polder ’t Noorden. Wie daar meer over wil weten mag me natuurlijk de hemd van het lijf vragen…

Wie er bij wil zijn, kan gewoon oppe domme rooi naar het museum komen. Het praatje is, net als de overige activiteiten, gratis voor iedereen die het museum bezoekt. Tot zondag, zeedag!

* Praatje “Tessels over zéé”

* Zondag 16 juni

* 14:00

* Scheepvaart- en Juttersmuseum Flora, Pontweg 141a, De Koog

Beurd en deen & de Lange Juni

Het mag mei wezen, toch begint morgen de Lange Juni, de Texelse cultuurmaand. De Lange Juni duurt ook tot in juli, trouwens. Dan is meteen helder waarom het lange juni heet. Texel heeft ook veel meer cultuur dan één maand aankan, natuurlijk. Dat spreekt. Er is beeldende kunst, er is theater, er is muziek… En er is de eilander taal, het Tessels. Die cultuurhistorie hoort er wat mij betreft ook bij. En dus schreef ik Beurd en deen en ben ik van 25 juni tot en met 7 juli druk bezig met het vervolg op de Tesselse Taalpraatjes.

Beurd en deen

Beurd en deen is mijn tweede boek, na het Tessels Taalboekje uit 2018. Dit boek gaat over de geschiedenis van Texel. Het is niet meer in eigen beheer, maar samen met TexelNU uitgegeven, het past in de onder liefhebbers wel bekende “Verhalen”-reeks van TexelNU. Maar het is wel helemaal anders. Hillegaar aars, moet ik zeggen: Beurd en deen is van begin tot eind geschreven in het Tessels. “Gebeurd en gedaan”, betekent het. De eilandgeschiedenis en het dialect worden in dit boekje met elkaar verweven en dat is maar terecht ook, want ik laat in Beurd en deen zien hoe taal en verleden op Texel zichtbaar en hoorbaar in elkaars verlengde liggen.

Beurd en deen is een boek over Texel en over geschiedenis, maar net als het Tessels Taalboekje is het ook een boek over taal. Er zijn aparte hoofdstukjes over het Tessels, die per periode uitlichten wat de weerslag van het verleden op de eilandtaal is geweest. Zo komen er ook weer allerlei onverwachte verbanden aan bod: Tessels en Fries, Tessels en Amsterdams – ok, die kenden we al wel uit het Taalboekje. Maar ook: Tessels & Goerees, in navolging van mijn eerdere artikel over de taal van Eierland. In gewonemensentaal, heel letterlijk dus (want: in het dialect), wordt zo taalgeschiedenis geschreven. Ik raad dit boekje uiteraard iedereen aan. Texelaars, maar ook Overkanters, want uiteindelijk is dit een geschiedenis van ons allemaal. Verderlezen…

Noord-Hollandse dialectenmiddag

Gisteren werd er op het Noord-Hollandse vasteland net wat minder dialect gesproken dan anders, en op Texel net wat meer: dialectsprekers uit heel de provincie waren naar Den Burg afgereisd om er de Noord-Hollandse dialectenmiddag bij te wonen. Véél dialect was er, veel verschillend dialect vooral, letterlijk van Tessels tot Huizers, de twee uiterste hoeken van de provincie. Merkers en Volendams, Westfries en Derpers, Wierings en Henkuzers, Huizers en Blaricums: we hoorden ze naast elkaar en konden zelf beluisteren hoe die dialecten verschilden en ook weer op elkaar leken.

Tessels in verband

De Historische Vereniging van Texel had mij gevraagd de middag te openen met een korte lezing over de overeenkomsten tussen al die dialecten. Dat is waar men mij op Texel inmiddels wel om kent: dat ik het Tessels, dat natuurlijk ook uniek en bijzonder is, graag in een breder verband plaats. Op dit blog heb ik dat ook al gedaan (bv. Plat-Amsterdams in de ring van de geschiedenis) en in de studie waar ik aan schrijf doe ik dat tot in de diepste details nog ‘ns over.

Verderlezen…

’n Tessels gedicht

Over het Tessels schrijf ik van alles, maar meestal schrijf ik dat dan wel in het Nederlands. Een enkele keer maak ik eigen Tesselse teksten, bijvoorbeeld toen ik m’n “Tesselse Taalpraatjes” (juni 2018) aankondigde. Ook heb ik wel eens wat vertaald. Een leuke vertaalopdracht was die, waarbij ik het gedicht Denkend aan Texel in het Tessels om mocht zetten. Het resultaat zou worden voorgedragen in een filmpje van TexelInformatie, dat Texel geregeld adembenemend in beeld brengt.

Het filmpje ziet er zo uit:

(TexelInformatie.nl)

De tekst, zoals ik die vertaalde, geef ik hieronder mee. Zijn er verschillen tussen het geschrevene en gesprokene? Zeker! Ik wilde ook graag dat de dialectspreker er een eigen draai aan kon geven. Hoe dichter de dialectspreker bij zichzelf blijft, hoe beter het Tessels. Om die reden leverde ik het gedicht ook in twee spellingen op: eenmaal in de gebruikelijke dialectspelling, met z’n accentjes, en één keer in een meer intuïtieve spelling. Dat moest het inlezen ervan makkelijker maken. Ik ben blij dat de spreker het er zo goed van heeft afgebracht, want het is echt een kunst om tijdens het voorlezen het schriftbeeld los te laten. Verderlezen…

Herfstig Den Burg

De hoofdstad van Texel is Den Burg. Dat is natuurlijk met een knipoog gemeend, want zo groot is Den Burg toch niet, maar zeker heeft deze oude kern stedelijke trekken. De straten lopen bijvoorbeeld in een mooie kring rond de kerk, alsof ze een stadsmuur volgen – wat ze inderdaad doen. Ook de bebouwing is net wat stadser dan in de andere Texelse dorpen. Ook hier vind je wel de typische houtbouw, maar er zijn ook sierlijke trapgevels en uiteraard is er de fraaie gotische kerk. Begin november maakte ik er herfstige foto’s die een indruk geven van de gevarieerde oude kern.

1.

Den Burg is goed te bereiken met de bus vanaf de veerhaven, maar het is natuurlijk aardiger om te wandelen. Bovenstaande foto toont het open land met aan de horizon het aardige kerkje van De Waal, één dorp verder. De route door het lage land ten noorden van Den Burg voert langs oude boerderijen en velden met vee. Uiteindelijk gaat de weg iets omhoog, want Den Burg ligt, zoals alle oude Texelse dorpen, op hogere grond.

2.

3.

De Kogerstraat geeft zo toegang tot het oude Den Burg. Boven de bebouwing is de kerktoren, met gemetselde spits, goed te zien. Aan het begin van de oude kom staat een monument voor een taal: het Esperantomonument. Verder is het bescheiden torentje van de doopsgezinde vermaning zichtbaar.

4.

5.

6.

7.

Die vermaning is een heel karakteristiek gebouw, met de gele bakstenen die je in dit deel van Nederland zo vaak ziet (ook in Friesland). Het torentje is wel een bijzonderheid. Voor dit gebouw was ik trouwens naar Den Burg gekomen, want ik gaf er een 2 november een lezing over het Tessels dialect. Verderlezen…

De Bosatlas van de Wadden

bosatlas-waddenDe Bosatlas spreekt tot de verbeelding, niet alleen tot die van mij. Ik ben de enige niet die zelf fantaseerde over de indeling van die Markerwaard, die zo lang nog aangekondigd stond, en ik ben vrees ik ook de enige niet die in z’n eerste atlas zelf spoorlijnen trok (en niet eens met potlood…). Gefascineerd was ik in elk geval wel! De laatste jaren brengt de uitgever van de Bosatlas ook nieuwe thematische atlassen uit, die voor de liefhebbers van lokale geschiedenis en cartografie minstens zo prikkelend zijn. Morgen (18 oktober) verschijnt de Bosatlas van de Wadden.

Het Wad over, voorbij Texel

Dat Texel me bijzonder aan het hart ligt weet de lezer van dit blog onderhand wel. Ik onderzoek de taal van dit eiland en mag er graag over vertellen, zoals ik uitgebreid deed in mijn Eigen gids voor Texel, maar ook in blogs op deze site, bijvoorbeeld over het Eiland Eierland. Zo’n Bosatlas van de Wadden is dus een kolfje naar mijn hand. Zodra ik het boek opensloeg bladerde ik naar de mooiste platen van Texel en naar de kaarten waarop je Texel in het verleden ziet, of in vergelijking met de andere toeristeneilanden.

bosatlas-texelMaar deze atlas laat natuurlijk veel meer zien dan m’n beminde Texel. Lezers van Ameland of Terschelling zullen er wel net zo in beginnen als ik: eerst hun eigen stukje Wad verkennen, maar dan dóór. Want de hele Waddenzee wordt in dit boek in beeld gebracht, ook het voor veel Nederlanders nog onbekende Duitse en Deense deel, ook de vaste wal. De haven van Den Helder, bijvoorbeeld, of de verschillen in bevolkingsdichtheid op de Duitse eilanden. De Bosatlas van de Wadden verkent zo perspectieven die we nog niet vaak zagen.

Verlangen naar nog meer

Die nieuwe perspectieven doen wel verlangen naar meer. Lang niet alles wordt in deze atlas uitgediept – vaak blijven de beschrijvingen aan de oppervlakte. De topografische kaarten achterin, bijvoorbeeld, beperken zich juist weer tot de Nederlandse eilanden, Den Helder en Borkum vallen ineens weer buiten beeld. Verderlezen…

Een Texelaar uit Buijsmonde

Mijn dialectonderzoek naar het Tessels is in de loop van dat onderzoek alleen maar breder geworden. Dat is het lot van zulk onderzoek, het dijt uit, er worden steeds andere lijntjes uitgezet en uiteindelijk gaat de uitdaging zitten in het behouden van het overzicht over zoveel gegevens. Ik heb dat overzicht gelukkig nog, de taal verbindt. Maar mijn onderzoekje naar de herkomst van de Texelse familienamen heeft het wel even moeilijker gemaakt.

Waar lag Buijsmonde?

In het Regionaal Archief te Alkmaar kennen ze mijn gezicht onderhand wel, want ik zit daar geregeld. Ik struin door oude geurende papieren, op zoek naar sporen van lokaal taalgebruik, en ik houd er dus mijn lijsten van familienamen bij. Daarvoor kan ik gelukkig van een overzichtelijke bron gebruikmaken: het boek Texelse geslachten van de gebroeders Dijt. Van alle familienamen uit de archieven hebben zij in hun boek de geschiedenis kort samengevat. Zo staat er te lezen dat de eerste Plaatsmannen aan Den Hoorn woonden, maar dat er ook verwanten aan De Waal woonachtig waren, en dat “we” uiteindelijk via Haene Trien, ’n Trijn die ’n meneer Haan huwde, naar Oosterend uitwijken, waar de naam via moeder Trijn werd voortgezet. Mooi.

De Plaatsmannen zullen wel geen immigranten zijn geweest, de familie gaat in elk geval terug tot de 16e eeuw en allemaal zijn het Texelaars. Dat geldt ook voor de familie Dijt, vast tot tevredenheid van de gebroeders. Andere Texelse families komen oorspronkelijk wél van de Overkant. Bij de familie Vlaming verraadt hun naam dat, maar tegelijk wonen die al minstens zo lang op Texel als de families Plaatsman en Boon, de precieze Vlaamse herkomst blijft duister, in elk geval in het boek. Ik heb wel eens horen zeggen dat het spoor naar Duinkerken leidt.

Nog vager zijn de sporen van een 18e eeuwse immigrant, Aris Hendriksz Heijdenrijk. Die trouwde in 1777 met ’n Texelse en uit dat huwelijk kwamen kinderen voort, maar de geboorteplaats van vader is niet duidelijk in de boeken gezet. Buijsmonde, lezen we. De gebroeders Dijt noemen deze plaatsnaam en weten niet waar ze die moeten zoeken. Ook in de uitgebreide stamboom van Gomes blijft die vraag staan: Waar lag Buijsmonde? Uiteraard begon die vraag mij toen ook te achtervolgen. Verderlezen…

Oosterend Present op sien Tessels

Voor mijn zoektochten naar echt Tessels is Oosterend een belangrijk dorp. Als er één plek op het eiland is waar je nog levend Tessels kunt vinden, in zomer en winter, dan is het wel Oosterend. Oosterend is tegelijk het mooiste en het minst toeristische dorp op het eiland en dat moet zo ook maar blijven, want die zaken houden verband met elkaar. Oosterend is nog het meest zichzelf gebleven, een hechte gemeenschap is het. De dorpelingen spreken vaak Nederlands onderling, maar heel dikwijls ook nog Tessels. Dat alles werd de voorbije dagen gevierd tijdens Oosterend Present, het vijfjaarlijkse dorpsfeest.

Ook op de kunstwerken in het dorp was het Tessels vertegenwoordigd.

Echt op sien Tessels terug aan Oosterend

Ik was er ook bij, zij het maar één dag. Gisteren kwam ik er vroeg in de ochtend aan om mijn zegje te kunnen doen tijdens Echt op sien Tessels. Dat Echt op sien Tessels is een onregelmatig terugkerend evenement waarbij eilanders toneelstukjes, liederen of toespraken ten gehore kunnen brengen in hun dialect. Hoewel het toeval er zeker een rol in had, vond ik het toch meer dan alleen toevallig dat dit evenement nu al voor de derde keer in Oosterend plaats zou vinden. Verderlezen…

Tekstschrijver: commerciële teksten in dialect?

Wie dit blog met enige regelmaat bezoekt, of mij bijvoorbeeld op Twitter volgt, kan er moeilijk omheen kijken: ik houd mij bezig met het Tessels. Ik doe onderzoek naar het dialect, ik geef lezingen over dit dialect en ik treed op met verhaaltjes in het dialect. Het Tessels staat bij mij volop in de belangstelling en gelukkig niet alleen bij mij, dus ik kan rekenen op enthousiast publiek bij m’n Tesselse Taalpraatjes en bij wat ik nog meer met het Tessels doe. Maar kan ik er ook echt m’n werk van maken?

Tekstschrijver Tessels

Van lezingen en praatjes alleen kan ik niet leven, maar gelukkig bedruip ik mij als commercieel tekstschrijver. Dat doe ik bijna altijd in het Nederlands, soms in het Duits, vrijwel nooit in het Engels. En Tessels? Nou, heel soms gebeurt het me echt, dan word ik benaderd voor een tekstje in het Tessels. Sporadisch maar. Toch is het leuk om te doen en ik zou graag meer opdrachtgevers overtuigen om vooral voor teksten in het dialect te kiezen. Verderlezen…

Zelf op zoek naar een taal om in te zingen

Het dialect van Texel, het Tessels, staat volop in de belangstelling. Ik doe daar ook wel erg mijn best voor, om dat dialect weer onder de aandacht te brengen, maar het aardige is: ik ben niet de enige die daar zijn best voor doet. De Historische Vereniging Texel wist met de reeks dialectvoorstellingen Echt op sien Tessels de juiste snaar te raken en in navolging daarvan is er nu een bijzonder boek verschenen, Brief uut Eierlând, dat zich laat lezen als een poëtische zoektocht naar het wezen van dit dialect.

Lees verder op Neerlandistiek.nl

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.