Auteur Marcel

1
Het brouwboek van Johannes Wahlen
2
Bierrecensie: Leopold 7
3
Taalcontact: van ij en ui in Tsjechië
4
Pleiten voor pils
5
Een rondleiding in Alkmaar met en zonder mij
6
Bierrecensie: Bevog-proeverij
7
Taalcontact: een Tsjechisch schiereiland
8
Bierrecensie: Orval
9
Pilsnijd
10
Bier op stikstof

Het brouwboek van Johannes Wahlen

Archief Alkmaar

Het archiefgebouw in vroeger tijden

In het archief van Alkmaar, gevestigd in een oud schoolgebouw niet ver van het station, bevinden zich behalve foto’s, boeken en brieven ook bierrecepten. Het bekendste en mooiste bierige archiefstuk dat in Alkmaar te bewonderen valt moet toch wel het brouwboek van Johannes Wahlen zijn, of, in de spelling die op de kaft staat, Brouw-Boeck, met de fraaie ondertitel Mijne geliefkoosde uren. Het jaartal is 1862.

Het handschrift van een bierbrouwer

Het brouwboek is met de hand geschreven, in een sierlijk en goed leesbaar schrift. Toen ik het bestudeerde hoefde ik maar ’n enkele keer moeite te doen om ’n woord goed te lezen. Dat alleen al is een prestatie, maar echt bijzonder zijn de kleurige tekeningen die Wahlen naast zijn teksten maakte, tekeningen waarop de 19e eeuwse brouwpaktijk staat afgebeeld. Het brouwboek is een klein monumentje voor het brouwwezen, een sieraad voor de Alkmaarse biercultuur. Verderlezen…

Bierrecensie: Leopold 7

België is een land van bovengistend bier, niet van pils, maar ondanks mijn pilspleidooi van vorige week drink ik zeker ook nog wel ‘ns bovengistend bier. Deze week maakte ik zo kennis met de Léopold 7 , een op het eerste zicht typisch blond Belgisch bier, waar toch iets meer mee de hand was en waar dus maar een bierrecensie over geschreven moest worden.

Belgische blonde

Na mijn eerdere pleidooi voor pils zal het niet verrassen dat ik met de Belgische blonde, als bierstijl dan, een beetje moeite heb. Het is een opvolgerstijl van pils: de blonde kleur appelleert duidelijk aan de veranderde verwachting van de bierconsument, die sinds de 20e eeuw lichte mouten verwacht, en een mooie schuimkraag. Bier is in beginsel blond, iedere andere kleur is bijzonder: zo is tegenwoordig het beeld, maar zo is het niet altijd geweest. Verderlezen…

Taalcontact: van ij en ui in Tsjechië

De allereerste klankverschuiving waarvan ik mij het bestaan realiseerde, moet de oude Nederlandse verschuiving van “ie” naar “ei”, geschreven “ij”, zijn geweest, en daaraan parallel die van de oude “uu” naar de “ui”. Het is een verschuiving die je in de spelling nog ziet, die “ij” van ons is eigenlijk een lange “i”, en ook de “ui” is eigenlijk gewoon een lange “u”, met dan de -i als verlengingsteken erachter.

IJ en UI in het Tessels

TesselsDat ik me hiervan al zo vroeg bewust werd (ik was ’n kind nog) had alles met het Tessels te maken, het dialect van mijn familie aan vaders kant. In dit dialect is de bewuste klankverschuiving nog niet voltrokken, mijn oma sprak woorden als “kijken”, “tijd” en “rijst” met een i-klank uit, en haar huis noemde ze een huus. Zelf zeg ik wel “tijd” en “huis”, tenzij ik Tessels spreek; de klankverschuiving bevindt zich in mij, als het ware, en in mijn vader, we staan met één been in de oude tijd, van tied en huus, en met één been in de nieuwe van het Standaardnederlands. Verderlezen…

Pleiten voor pils

“Jij bent bierkenner, toch?” Als die vraag op me af komt voel ik dat ik mij moet verdedigen. Ik wil immers geen bierkenner zijn, of zytholoog, zoals je dat soms hoort noemen. Bier kun je niet kennen, bier kun je liefhebben. “Nee, ik ben een bierliefhebber,” zeg ik dan ook altijd. Gelukkig haalt de volgende vraag die hier haast standaard op volgt me ook zonder bescheidenheid wel van m’n voetstuk: “Hou jij nou van Heineken of van Amstel?” Bier, dat is immers in de eerste plaats pils, hoezeer de zelfverklaarde bierkenners ook anders beweren.

pils

Plaas aan ’t pils

Er is een tijd geweest dat ik pils irritant vond, misschien wel door gesprekjes als het bovenstaande. Onder bierliefhebbers is het ook bon ton om over pils stoere en ongenuanceerde dingen te zeggen. “Water met een kleurtje”, “commerciële flauwekul voor de massa” en “dat drink je niet, als kenner” – enfin, we kennen die wanen allemaal wel. Ik heb me er ook wel eens aan bezondigd. Maar inmiddels is dat anders. Ik houd nog steeds van nieuwerwetse bieren, maar meer en meer herwaardeer ik die oeroude en eerbiedwaardige bierstijl: het pils.

Pils en z’n geschiedenis

Hoe het gekomen is weet ik niet, maar op de één of andere manier heeft een heel bataljon aan zelfverklaarde bierkenners zichzelf wijsgemaakt dat pils iets nieuws is, “modern bier”, en dat speciaalbier “traditioneel” is. Die bewering schippert wat tussen halve waarheid en onwaarheid in. Pils is wel degelijk heel oud, het is ook ontzettend traditioneel, al wat er modern aan is dient de traditie en niet andersom. Tegelijk zijn de meeste speciaalbieren modern (tripels zijn er pas sinds de jaren 30, IPA met cascade-hop en aanverwanten pas sinds de jaren 70). Verderlezen…

Een rondleiding in Alkmaar met en zonder mij

Al meer dan tien jaar woon ik nu in Alkmaar. Dat is ’n beetje toevallig zo gekomen, zoals dat voor wel meer Alkmaarders lijkt te gelden, maar met de jaren ben ik wel aan de stad verknocht geraakt – ook al iets dat voor meerdere Alkmaarders geldt. Geef me ongelijk: Alkmaar is ’n mooie, oude stad en er zijn prima voorzieningen. Het is dan wel geen wereldstad, het is er goed toeven, in ieder geval voor mij.

Rondleiding in Alkmaar

Het komt wel ‘ns voor dat ik vrienden of schoonfamilie uit het buitenland ontvang. Hen Alkmaar laten zien is dan natuurlijk wel een verplichting. Mijn rondleiding heb ik inmiddels vaak herhaald en steeds verbeterd: in een uur, haast anderhalf uur kan ik geïnteresseerde bekenden, dan wel beleefde bekenden die interesse veinzen, Alkmaar van binnen en van buiten laten zien, met de mooiste historische verhalen en de grappigste geheimen. Ik ben haast een gids geworden. Verderlezen…

Bierrecensie: Bevog-proeverij

In het stamcafé zei de stamgast dat hij tegenwoordig nogal gek is van brouwerij Bevog. Dat zei hij volgens mij toen we aan een Duitse diacetylbom van Vulkan zaten, want mijn herinnering smaakt naar witte chocola en brosse koeken. Brouwerij Bevog is in Nederland nauwelijks bekend, hetgeen natuurlijk meteen mijn interesse wekte, en zijn belofte dat Bevog beter brouwen kon dan Vulkan deed die interesse niet verslappen. Niet veel later werd er een proeverij belegd, in het stamcafé, op een besloten avond in juli. Dat was deze week.

Bevog, een introductie

Het doel van de proefavond was simpel: een klein groepje Alkmaarse bierliefhebbers zou kennismaken met brouwerij Bevog. Die brouwerij liet zich, weliswaar pas ’n paar biertjes later, kernachtig samenvatten als De Dochter van de Korenaer van Slovenië: moderne bieren in moderne stijlen, gebrouwen door echt Sloveens brouwtalent, maar wel net over de grens in Oostenrijk (zoals de Dochter net over de grens in België brouwt). Moet je zo’n brouwerij nou Oostenrijks of Sloveens noemen? De praktijk was die avond toch dat we het over Sloveens bier hadden. Dat klonk ook wel lekker exotisch.

Bevog brouwerij

Brouwerij Bevog past in een hausse aan nieuwe brouwerijen, haast overal in Europa, die lekker hoppige pale ales maken, en rijke, aromatische stouts. De craft beer revolution, zegt men dan, en die is alomtegenwoordig, lijkt het wel: Oostenrijk, Tsjechië, Polen, Hongarije, Italië… Ook Slovenië weet zich inmiddels door bierlanden omringd. Bevog volgt de trends en zet er nieuwe, in ieder geval op de eigen markt en wie weet ook wel in Nederland. Verderlezen…

Taalcontact: een Tsjechisch schiereiland

Over taalcontact schreef ik eerder al, maar toen bleef ik binnen ons eigen Nederlandse taalgebied, op ’n paar zinnetjes over Belgisch Frans na. Maar taalcontact is overal, ook in andere taalgebieden. Zelf ben ik wel gecharmeerd van het zichtbare taalcontact in het Slavisch van Bohemen: het Tsjechisch, de taal waarin je het hart van Europa hoort kloppen.

Duits-Tsjechisch-taalcontact

Het Duitse taalgebied in 1910. Bron: Wikimedia Commons

Tsjechië ligt als een soort schiereiland in het Duitse taalgebied. Het is een westelijke voorpost van de Slavische taalfamilie die in het oosten zo dominant is. Op de moderne landkaarten valt het nog redelijk mee, omdat Duitsland na de Tweede Wereldoorlog zoveel gebied moest afstaan aan Polen en de Sovjet-Unie – een kaart van vóór de twee grote oorlogen laat zien dat het Tsjechische schiereiland veel dieper in de Duitse zee stak, en er welhaast door werd verzwolgen. Dat de taal toch stand heeft gehouden is een klein wonder. Verderlezen…

Bierrecensie: Orval

Toen ik verleden jaar met deze vernieuwde website begon, na eerst wat jaren geploeterd te hebben op een kleiner blog zonder mijn naam in de url, sprak ik al meteen de ambitie uit hier ook bierrecensies te gaan plaatsen. Wat ik sindsdien nog altijd niet heb gedaan. Laat ik er vandaag maar mee beginnen, want de Orval die ik gisteren dronk, daar was wat mee, en in z’n algemeenheid vind ik wel dat je een reeks bierrecensies met een klassieker beginnen moet, en klassieker dan Orval kan bijna niet.

Orval – Ongrijpbare klassieker

Iedere bierliefhebber kent Orval. Het is één van de trappisten, dat helpt natuurlijk, de beste marketing blijft toch een klooster. Het is een bier met een lange geschiedenis, dat ook, en het is een bier dat eigenzinnig is, eigenzinniger dan de andere trappistenbieren. “Het is in geen enkele stijl in te delen,” hoor je vaak zeggen. Spannender is de visie die Ron Pattinson mij ooit ‘ns openbaarde tijdens de brett-dagen van 2013: het is eigenlijk een ouderwetse Engelse IPA, met hop én brettanomyces.

Verderlezen…

Pilsnijd

Leuven in last: de organisatie van Marktrock, een jaarlijks muziekfestival op de Oude Markt van deze Vlaamse studentenstad, heeft laten weten dat het sponsorcontract met Stella dit jaar is ingeruild voor een contract met Maes. Dat is nieuws. Dat is zelfs reden tot zorg, vinden veel Leuvenaars. Want Stella Artois is het Leuvense pils, niet Maes, dat komt uit de buurt van Mechelen en bovendien is het heel vies. Tenminste, dat is wat je er nu over leest.

Marktrock-stella-maes

Marktrock in tijden van Stella. Foto: Wim Deprez, Wikimedia Commons

België mag in Nederland dan voornamelijk met klassieke tripels en bijzondere traditionele bieren geassocieerd worden, eerst en vooral is België, net als Nederland, een pilsland. Pils is het meestgedronken biertype en pils is voor menig bierdrinker ook onderdeel van zijn identiteit. De kroegdiscussies die je in Nederland soms hoort over Heineken, Hertog Jan en Grolsch gaan in België over Stella, Jupiler, Cristal en Maes. O, en over Primus, soms, over Bockor misschien – enfin, over lokale pilsjes die horen bij de lokale identiteit, want in België is alles lokaal.

Maes vs. Stella: volmoutpils of marketingmaïs?

Het imago van ’n pilsje is vaak meer van marketing afhankelijk dan van de smaak, dat weet de doorgewinterde bierliefhebber natuurlijk best. Bij blindproeverijen zijn de verschillen tussen die pilsjes minimaal. Stella op Marktrock, Maes op Marktrock – maakt het nou echt zo veel uit? Wat is het profiel van beide bieren? Verderlezen…

Bier op stikstof

Als toegewijd secretaris van PINT Regio Noord-Holland tik ik van alles, mailtjes vooral, maar soms ook festivalboekjes. In die festivalboekjes stond altijd ’n wat bedaagde standaardtekst waarin bezoekers werd opgeroepen lid te worden. Die tekst heb ik herschreven, want tijden veranderen, maar één paragraafje liet ik onveranderd: dat met de oorspronkelijke doelstellingen van PINT. Die zijn ergens in een ver verleden zo geformuleerd en dat moest ik maar zo laten, vond ik. De doelstellingen waren ook zo gek nog niet.

Het wordt vaak gezegd: PINT heeft z’n doelstellingen verwezenlijkt, en afhankelijk van wie dat zegt, volgt daarop een felicitatie of de bittere vaststelling dat PINT zich maar op moet heffen. Toen ik ze overnam viel me echter op dat er van één doelstelling hoegenaamd niks terecht is gekomen:

  • Het streven naar toenemend gebruik van andere tapwijzen dan CO2-druk, indien bevorderlijk voor het behoud van het karakter van het betreffende bier.

Goed, er is ook niet veel van de universele tapmaat voor horeca terecht gekomen, en met die brouwerijcontracten blijft het nog steeds tobben, dat waren ook doelstellingen, maar dit punt sprong mij het meest in het oog, vooral ook omdat je er nooit nog wat over hoort. Andere tapwijzen dan CO2-druk, dat kan dus het tappen op zwaartekracht zijn, zoals in oude Engelse cafés, maar het kan ook het tappen op stikstof zijn en dat laatste lijkt me in schuimkraagland het meest realistische streven.

Verderlezen…

Wat hier staat, is van Marcel Plaatsman - van mij dus. Ik heb het geschreven, anders stond 't hier niet.